Het leven is natuurlijk nooit eenvoudig, maar de eerste en tevens meest sombere maand van het jaar is, zeker voor hen die geneigd zijn tot depressie, soms wel bijzonder moeilijk om door te worstelen. Gelukkig is daar het übersympathieke Monomentum Collective, dat samen met Two Eighty Five Bookings een hele fijne package naar Tilburg brengt, om januari op een stemmig zwarte maar tegelijkertijd bevrijdende wijze uit te luiden.

De grote onbekende op het affiche deze zaterdagavond is Bloedprop, een duo dat al een tijdje naarstig repeteert in de oefenlokalen van Hall of Fame, om vanavond dan eindelijk zijn felbegeerde livedebuut te maken. Achter de drumkit vinden we een hardwerkende Achterhoeker, boerenrocker pur sang, die voor dit project nog dieper in zichzelf heeft gegraven om uit te komen op zijn prehistorische kern. Zijn kompaan, een niet minder noeste Zeeuw, bewandelt hetzelfde primitieve pad, maar maakt hiertoe gebruik van een bijzonder laag gestemde gitaar en zijn eigen keelholte, waaruit ambachtelijke grunts opstijgen die ons nostalgisch doen terugdenken aan de reutels van provinciegenoot Jan-Chris de Koeijer (voorman van het illustere Gorefest). Hoewel het nog vroeg op de avond is, blijkt de zaal al behoorlijk gevuld met nieuwsgierigen, waarvan een deel door de sludgy doomklanken van dit nog frisse tweetal onweerstaanbaar naar voren wordt gezogen. Veel bands hebben het bij hun eerste optreden met minder bekijks en enthousiaste respons moeten stellen, dus de toekomst ziet er verre van somber uit voor dit hechte vriendenpaar. Een invitatie om eens in Duitsland te komen spelen hebben ze na deze avond alvast op zak; de tijd zal leren of en hoe men zich verder zal ontwikkelen.

Na dit bijzonder groene begin van de avond, neemt het doorgewinterde Bredase The Fifth Alliance het stokje over. Hun laatste album ‘Death Poems’ staat vol broeierige juweeltjes, die zich niet zelden ontladen in ziedend drumwerk en uit het diepst van de ziel opwellend gekrijs. De podiumervaring van de band vertaalt zich vanavond in een overtuigende en uitgekiende set, die de meeste toehoorders vrijwel adem- en geruisloos over zich heen laten komen; pas na het verklinken van de laatste noot wordt de band beloond met een groot applaus. Een formatie die, mede door de bezwerende uitstraling van de frontvrouw, zo goed de aandacht van het publiek weet vast te houden, mag met recht trots zijn op haar prestaties. Zeker een van de betere zwartgallige metalacts van eigen bodem.

De enige niet-Nederlandse formatie deze avond komt uit het Zwitserse Basel en luistert naar de naam Ashtar. Denk je aan de combinatie van metal en Zwitserland, dan komt de naam Thomas Gabriel Fischer of, zoals hij zich vroeger noemde, Tom G. Warrior al snel bovendrijven, en misschien is het dan ook niet geheel toevallig dat het werk van Ashtar herinneringen oproept aan een aantal van zijn creatieve geesteskinderen, zoals Celtic Frost en Triptykon. De bedrieglijk eenvoudig klinkende doom van dit viertal kruipt al snel onder je huid, om je na enige tijd in een introspectieve, tranceachtige staat te brengen. Zeker de laatste, groots uitgesponnen compositie blijft nog lang in onze oren nagalmen. Een mooie opmaat voor Laster, dat door enige uitloop aan het begin van de avond een waar nachtprogramma mag verzorgen.

De hoofdact van deze gedenkwaardige samenkomst heeft pas een nieuw schijfje het licht doen zien, dat luistert naar de Nietzscheaans aandoende naam ‘Ons Vrije Fatum’. Het gebruik van de Nederlandse taal is in contemporaine blackmetalkringen misschien niet zo opzienbarend meer, en de flirt met Nietzsche past op zich ook heel goed in een zeker bestaand stramien, maar de keuze om de eigen voortbrengselen als ‘obscure dansmuziek’ de wereld in te sturen mag wel opmerkelijk genoemd worden, niet in de laatste plaats omdat het getuigt van iets dat in deze muzikale hoek nog wel eens wil ontbreken, namelijk gevoel voor humor (laat ons trouwens, tussen twee haakjes, niet vergeten dat Nietzsche erg gecharmeerd was van de edele danskunst). In een vorige recensie maakten we ons nogal vrolijk over deze omschrijving, die we min of meer ironisch opvatten, maar misschien was ons oordeel, zoals zo vaak, wat te haastig – op het deze keer wat ruimer uitgevallen podium illustreren enkele bandleden nu ook fysiek dat op deze klanken wel degelijk ritmisch te bewegen valt. Opgeteld bij de nevelige sfeer en de paarsblauwe belichting, zou men zich met enige goede wil kunnen wanen in een apocalyptische nachtclub, waarbij de koude kleuren een fel en toch harmonisch contrast vormen met bepaalde wanhopige verlangens. Hoe dit ook zij, feit is dat Laster zowel muzikaal als qua uitstraling een heel eigen niche bezet in de tegenwoordig zo populaire blackmetalstroming. Een mooi slotakkoord van wat we sowieso wel een nichebijeenkomst mogen noemen, in de beste, meest intieme zin van het woord.