Minsk en Kowloon Walled City vertolken hun massieve muzikale visie in bescheiden Little Devil

Overdonderend klanklandschap komt ook in kleine ruimte tot zijn recht

Maarten de Waal ,

Over de verschillen tussen de Europese en de Amerikaanse cultuur is al heel wat afgebeuzeld, maar één in het oog springend onderscheid lijkt wel te liggen in de Amerikaanse hang naar het kolossale, de onverbloemde verering voor alles wat groot en overweldigend is. Die fascinatie vinden we niet alleen terug in de materiële cultuur in de vorm van wolkenkrabbers, enorme bolides & trucks en een voorkeur voor gigantische voedselporties, maar ook in de zogenaamde ‘hogere’ cultuuruitingen – denk alleen maar aan één van de meest vermaarde literaire werken uit die contreien, Melvilles ‘Moby Dick’, dat handelt over de jacht op een reusachtige walvis, of aan de composities van Varèse of Glenn Branca, óf (en hier komen we uit bij het genre van vanavond) de alternatieve sludgy metal van bands als Neurosis en Mastodon. In hun machtige kielzog is een hele groep bands ontstaan, zeker ook in Amerika, waarvan er twee vanavond in Little Devil op de planken staan. Vlak voor aanvang komt de regen ineens met bakken uit de hemel, maar enkele tientallen bikkels en bikkelinnetjes hebben zich daardoor niet laten weerhouden, blijkens het redelijk goed gevulde zaaltje dat we even na kwart over negen betreden.

KOWLOON WALLED CITY

En dat is leuk voor de mannen van Kowloon Walled City, die al een slordige tien jaar actief zijn, in die tijd drie langspelers (‘Gambling On The Richter Scale’, ‘Container Ships’ en ‘Grievances’) en nog wat splits en een EP hebben uitgebracht, maar voor deze korte nazomertour nog nooit voet op Europese bodem hadden gezet. Altijd spannend, zo’n eerste kennismaking, zeker voor een band die zo ingetogen, bijna verlegen overkomt (de frontman richt zich slechts éénmaal ietwat verontschuldigend tot het publiek en neemt dan vooral de gelegenheid te baat om de loftrompet te steken over de hoofdact van vanavond, waarbij hij er niet voor terugschrikt te melden dat hij zelf eerder een plaat van Minsk dan van zijn eigen gezelschap zou aanschaffen). De zorgvuldig opgebouwde, bij wijlen vlammende post-metal weet de aanwezigen echter wel te bekoren; na de set verzoekt een groepje bezoekers zelfs luidkeels om een encore. Die zit er niet in, maar de stemming wel, dus mogen we de missie van de heren uit San Francisco gerust geslaagd noemen.

MINSK

Dit vijftal uit Illinois, dat zichzelf om niet helemaal doorzichtige redenen naar de veelgeplaagde hoofdstad van Wit-Rusland heeft vernoemd, mochten we wel al eerder in Tilburg begroeten. Dat hun naam ook bij enkele fijnproevende metalheads is blijven hangen, blijkt wel uit het feit dat een aantal lieden speciaal voor deze show komt binnendruppelen (letterlijk, in dit geval). De ontstuimig-psychedelische ‘thinking man’s sludge’, die hier en daar sfeervol wordt gelardeerd met meerstemmig gebrul, is dan ook bijzonder aanstekelijk – daar doet het feit dat de invloed van Neurosis zeer aanwezig is niets aan af. Daar het gezelschap voor het podium net als de bandleden veelal de dertig gepasseerd is, blijft de publieksparticipatie wat beperkt, maar gelukkig blijkt het enthousiasme van een kleine dame vooraan dermate groot dat ze een deel van de toeschouwers met zich meekrijgt, waardoor de band uiteindelijk toch nog tot een toegift bewogen wordt. Mooi, want dat is meteen ook het meest urgente nummer van dit optreden, zodat we uiteindelijk in licht extatische toestand de Devil verlaten. Zeker een fijn concertje om het nieuwe seizoen mee te openen.