De eer om Epic Metal Fest 2016 af te trappen op Universal Stage gaat naar het Antwerpse Off The Cross. De metalcoreband bestaat pas sinds begin dit jaar, maar debuteerde meteen op het Belgische Groezrock tussen namen als Hatebreed en Sum 41. De mannen hebben een no-nonsense stijl met een duister randje, af en toe downtempo, maar er wordt nog steeds met genoeg agressie op trommels geramd. Langzaamaan begint het binnenstromende publiek mee te knikken. Zanger Steven Van Crombruggen speelt daarin een belangrijke rol. Zijn zwarte baard, donkere blik en grommende stem maken indruk en verhullen de wat stijve podiumact. (MvE)
EPIC METAL FEST 2016: publiek wordt ondergedompeld in zee van kundige metal
Stream Of Passion, Mayan, Katatonia, The Ocean en Epica vormen absolute hoogtepunten
Metalfans uit heel Nederland (en de rest van Europa) konden hun hart weer ophalen tijdens de tweede editie van Epic Metal Fest. Stream Of Passion maakte namelijk een laatste festivalverschijning voor er eind dit jaar een punt achter te zetten, The Ocean gaf een exclusief instrumentaal optreden en het festival was maar liefst drie release-shows rijk: die van The Agonist, Evil Invaders en uiteraard Epica, de host van de metal-festiviteit.
De grote zaal van 013 - vandaag omgedoopt tot Storm Stage - wordt ingewijd door de progressieve powermetal van Myrath. De Tunesische band komt met een knallende show binnen door de met Arabische invloeden doorvlochten muziek op een geheel eigen wijze te brengen. Het aloude cliché dat metal ‘slechts’ uit gebrul, rammende gitaren en zwart dragende mannen bestaat, laat Myrath fijn achter zich. Zo doet de charismatische frontman Zaher Zorgati (“I need more energy from you!”) trucjes met zijn microfoon terwijl hij zowat over het podium huppelt. Daarnaast buikdanst een in het rood geklede blonde dame zich door de energieke nummers heen. De solo’s zijn strak, de set is statisch en het publiek vermaakt zich uitstekend. Wanneer de powermetalband na een klein half uur het laatste nummer aankondigt, klinkt er dan ook een collectieve kreet van teleurstelling door de zaal. (EvdV)
Ondertussen klinkt er op Universal Stage een geheel ander geluid. Daar zet For I Am King een al net zo energieke show neer, maar dan zonder al te heftige decoratie als performance-asset. De Amsterdamse formatie leunt volledig op haar muziek. ‘Gewoon metal’, zo luidt de omschrijving op de website van de band. Toch doet de term onder voor de muzikale kwaliteit van de band, die zich met gelaagd gitaarwerk en een bescheiden uitstraling constant in de schijnwerpers blijft werpen. Dan hebben we het vooral over Alma Alizadeh, de kleine metal-orkaan, die op en neer springt, een enkele keer zelfs bijna de gitarist omver beukt, terwijl ze de meest diepe grunts uitslaat. Tussen nummers door spreekt ze het publiek dan weer juist met een heel hoge, vrouwelijke stem toe. Een grappige tegenstelling van typisch mannelijk en vrouwelijk, waar ze op intelligente wijze gebruik van maakt door bijvoorbeeld een snor te maken met haar lange bruine haren. De boodschap is luid en helder: For I Am King is koning, maar de frontvrouw is hier de absolute koningin. (EvdV)
De enige Tilburgse band op EMF is er meteen een om trots op te zijn. Het progressieve Textures timmert al jaren flink aan de weg en is zelfs razend populair in India. Met die gedachte voert het vaak dromerige geluid je naar verre, zonnige oorden. Helaas komt Textures niet helemaal uit de verf in de grote zaal van 013. Het geluid klinkt wat blikkerig en de keuze om met het hardere oude werk te beginnen pakt verkeerd uit. Pas na dik een kwartier spelen gaat de schakelaar om, komt er meer rust en bewijst Textures wat een goede, complete band het eigenlijk is. (MvE)
Wie dacht dat klassieke speedmetal zijn beste tijd heeft gehad, heeft het mis. Vanaf moment één pakt het Belgische Evil Invaders het publiek in de kleine zaal bij de lurven. Het langharig tuig klinkt voor een jongere generatie alsof het rechtstreeks uit het cassettedek van papa is geplukt. Alsof je in een tijdmachine bent gestapt. Het klinkt als Saxon die drie kwartier lang op volle toeren wordt gecentrifugeerd in een derdehands wasautomaat die maar niet kapot wil. Je moet tegen de teisterende stem van zanger Joe kunnen, maar het lukt Evil Invaders hoe dan ook om de hele zaal mee te krijgen in zijn trash-orgie oude stijl. Respect daarvoor! (MvE)
Het is vandaag een sentimentele bedoeling voor Stream Of Passion en haar fans: de laatste momenten op het podium zijn aangebroken voor de symfonische metalformatie, met nog één tour door het Verenigd Koninkrijk op de planning en een afscheidsshow in Tivoli eind december. Die was zo snel uitverkocht dat dit voor sommigen wellicht de laatste keer is om de band live te aanschouwen. Mede daarom is vanmiddag al het besef dat er binnenkort een einde aan komt af te lezen op de gezichten van iedere fan en ieder bandlid. Dat is niet zo gek: na een elfjarig bestaan en vier studioalbums heeft de band nogal aan populariteit gewonnen in de female-fronted metalscene. Waar dat precies door komt wordt tijdens deze veel te korte show maar weer eens al te goed duidelijk: een gejuich stijgt op uit het publiek wanneer frontvrouw Marcela Bovio het podium betreedt. De roodharige zangeres is goed bij stem, gebruikt operazang als prettige opsmuk en spreekt het publiek toe in een mix van Engels en Nederlands, wat aandoenlijk aandoet. Toch overschaduwt haar charme de rest van de band niet: beide gitaristen beleven een gloriemoment met nette solo’s en bassist Johan Van Stratum stormt over het podium alsof zijn leven ervan afhangt. Dat gegeven en de vragende blikken die de bandleden stuk voor stuk het publiek in werpen, zijn alleszeggend over de muzikale toewijding waarmee Stream Of Passion zich profileert.
Na wat bekende hits als Monster en In The End dan ook met grootse precisie en vol overgave te hebben gespeeld, waagt Stream Of Passion zich aan twee covers. I Have A Right van Sonata Arctica (“We might have murdered one of their songs”) en Street Spirit van Radiohead omvatten een talent dat maar weinig bands bezitten: de bekwaamheid om een cover in de kern niet te veranderen en tegelijkertijd er een heel eigen draai aan te geven.
Tijdens afsluiter en publieksfavoriet Haunted gaan alle handen ten hemel en is de zaal bijna te klein voor de bombastische tonen en de energie die van het podium spat. Het is het enige nummer in de set afkomstig van het eerste album. Stream Of Passion keert terug naar het begin en luidt daarmee het einde in. (EvdV)
Een einde dat zorgt voor een massale stroom mensen die zich richting de Universal Stage begeven, waar The Agonist het publiek zowat aanvalt met vuige extreme metal. Aanvalt? Je leest het goed. De Canadese band, die voor een groot deel opgaat in rook, blijkt ook nogal liefhebber van agressieve one-liners: “Support music instead of watching fucking Netflix and Youtube and shit!” Op zich niet zo erg, dat slikt het publiek wel. De zang van Vicky Psarakis uitstaan blijkt een iets grotere uitdaging. Neem bijvoorbeeld de wat oudere hit Thank You Pain: de blondine lijkt de hoge tonen van voormalig frontvrouw Alissa White Gluz maar niet te kunnen halen. Gelukkig gaat grunten haar prima af en blijft The Agonist op instrumentaal vlak gewoon een fijne, luisterbare band. (EvdV)
Dat weerhoudt een deel van de menigte er niet van halverwege vast naar de grote zaal te vertrekken, waar het niet meer Italiaans kan worden dan Fleshgod Apocalypse. De symfonische deathmetalbandleden uit Perugia hebben een zeker gevoel voor drama, met hun witte schmink, lange donkere haren en jassen uit de kast van Napoleon. Dat is nog niet alles. Want hoe vaak krijg je de kans om te headbangen op live operazang? Vandaag uiteraard een aantal keer, maar alsnog: de toegestroomde fans op Epic Metal Fest grijpen die kans gretig. De show heeft maar weinig tijd nodig om op een feestje uit te lopen.
Helaas is dat feestje alleen weggelegd voor wie bereid is heel goed (of heel slecht) zijn oren te spitsen. Het geluid van de strijkers, leadgitaar en operazang wordt namelijk compleet overschaduwd door de dubbele basedrum van Francesco Paoli. Dat pakt goed uit voor bassist Paolo Rossi. Die probeert namelijk op hoge toon mee te zingen met Veronica Bordacchini, de zangeres, maar dat lukt voor geen meter. Daaroverheen klinkt dan het constante gegrom van zanger Tommaso Ricardi en dat is het zo’n beetje. O ja, je zou het bijna vergeten, want je hoort hem nauwelijks, maar iemand pingelt lekker mee op een houten piano. Dat is Franscesco Ferrini. Ze hebben allen prachtige namen, dat wel.
Is er dan niets positiefs te zeggen over het optreden van Fleshgod Apocalypse? Jawel hoor, want de duistere poppenkast heeft zeker charme. Wie bovendien naar de studio-opnames luistert, zal horen dat deze Italianen heus wel weten hoe je muziek maakt. Daarbij zijn de gitaarpartijen strak, mist de operazangeres geen noot en is het leuk om naar te kijken. De zanger heeft zelfs wijze lessen tussen de muziekstukken ingebouwd, gedragen op dramatische interludes. Om hemzelf te citeren: ‘Een wijs man vertelde mij eens dat perfectie alleen kan bestaan in de dood. Alles wat leeft is dus imperfect. Hoe meer je ergens streeft naar perfectie, hoe doodser je iets maakt.’ Fleshgod Apocalypses act barst van het leven. (MvE)
Dat geldt ook absoluut voor Mayan, al is dat hier een positief gegeven. Al ruim een kwartier voor aanvang staat de zaal afgeladen vol. We krijgen een episch-klinkende, Oosterse prelude te horen alvorens de band ons omver werpt met brute death metal. Mark Jansen, gitarist bij Epica, richtte in 2010 Mayan op samen met toetsenist Jack Driessen en gitarist Frank Schiphorst. Sindsdien is de band niet meer weg te denken uit de Nederlandse metalscene. Een terecht compliment, want de formatie speelt een diverse set met een constante stroom aan kundige gitaarriffs, doorvlochten met symfonische invloeden. Eigenlijk is het podium vanaf het begin al te klein, met vocalisten George Oosthoek en Henning Basse als absolute blikvangers. Zo heeft laatstgenoemde een toegankelijke uitstraling, die wat wordt afgeremd door het zwarte shirt dat hij draagt met een enorme duivelse geitenkop erop.
Halverwege de set maakt Mark Jansen een verschijning en ook Marcela Bovio komt de band versterken met haar elegante stem. Tel daar de heerlijk roffelende, bijna hypnotiserende drums bij op en er is helemaal geen ontkomen meer aan: links van het podium, rechts van het podium, voor en achter in de zaal banen de metalheads zich al moshend en schreeuwend een weg door de menigte. Nogal een opgave, want de zaal is zo overvol dat mensen halverwege de ingang smekende blikken naar binnen werpen, wachtend tot het hun beurt is om deel uit te mogen maken van een nagenoeg perfecte samenwerking tussen band en publiek. (EvdV)
Naast Pippi Langkous, detectives en gehaktballetjes heeft Zweden nog iets goeds voortgebracht, namelijk: Scandinavische metal. Ongeveer tegelijkertijd met Opeth maakte Katatonia in de jaren '90 aanvankelijk death- en doommetal, maar ook deze mannen hebben inmiddels een zachter, subtieler geluid. Zo kwam begin dit jaar het meer naar progressive rock neigende album The Fall of Hearts uit, dat overigens zeer goed werd ontvangen door de metalmedia.
Eenmaal live blijkt Katatonia een van de hoogtepunten van de avond, misschien juist wel omdat de band durft te spelen met stilte en tederheid. Het is weliswaar niet de ruigste, meest epische set van de dag, maar de muziek van Katatonia behoort toch tot een van de meest intense. Bovendien verveelt de setlist geen moment. Katatonia speelt zowel oud als nieuwer werk, waardoor het meer schone geluid wordt afgewisseld met harde metalriffs en meer concessieloos 'gerampestamp'.
De gevarieerde ritmepartijen, het zangerige basje en het dromerige gitaarwerk worden versterkt door de ietwat fragiele, klaaglijke stem van zanger Jonas Renkse. De band is perfect in balans en neemt je mee naar schemerige dennenbossen, waar je samen met de bandleden kunt treuren en dwalen tussen de bomen.
Natuurlijk moet je houden van een band die er vaak voor kiest zich juist in te houden, in plaats van er naar te streven zo veel mogelijk trommelvliezen te slopen. De stijl van Katatonia is ernstig en soms zelfs peinzend. Het lijkt op het eerste gezicht dan ook vooral bedoeld om naar te luisteren en niet om compleet bij uit je dak te gaan. Maar in werkelijkheid valt dat reuze mee. De muziek is vaak melancholisch en emotioneel. Het nodigt soms zelfs uit tot meezingen en er zijn genoeg muzikale climaxen om je als luisteraar in te verliezen. Katatonia laat in 013 zien live net zo meesterlijk te zijn als in de studio. (MvE)
Voor het meer exclusieve, experimentele werk staat het Berlijnse The Ocean ’s avonds in de kleine zaal van 013. De band speelt het album Palagial uit 2013 eenmalig integraal en instrumentaal. Intiemer lijkt het bijna niet te kunnen worden.
The Ocean bestaat al meer dan vijftien jaar en heeft inmiddels een aardige naam in de progressieve scene, onder experimentele artiesten. Wie genoeg geduld heeft om te luisteren naar dynamisch slim gevonden gitaarrifjes en drumpartijen, kan zijn hart ophalen tijdens Epic Metal Fest. The Ocean stelt wat dat betreft niet teleur. De band wordt aangevoerd door een celliste en ook dankzij het plezier en de kunde van de band is het optreden een verademing.
Niet alleen over de muziek is nagedacht. Het podium is sfeervol verlicht, met onder andere gloeilampen en een projector die bijpassende, kunstige beelden toont. Dat geeft de muziek extra sfeer. Het geheel is intrigerend, maar de volledig instrumentale set is toch even wennen. Als festivalbezoeker moet je liefhebber zijn van The Ocean en anders kunstliefhebber of algemeen audiofiel om de band te kunnen waarderen. Ben je dat niet? Dan is het volledig instrumentale optreden van The Ocean toch wat aan de lange kant. (MvE)
Dan is het moment eindelijk daar: Epica knalt direct binnen met nieuwe single Edge Of The Blade, die vergezeld gaat van een tot in de puntjes uitgedachte performance. Daarmee worden de fans vooraan - van wie sommige er al sinds de aanvang van het festival staan - dik beloond voor hun geduld. Het snelle nummer maakt deel uit van de gloednieuwe plaat The Holographic Principle, die vanavond voor het eerst live te bewonderen is.
Die sterke performance geldt overigens ook voor de rest van de set, waar ook het vuurwerk, de glimmende, zilvere jurk van zangeres Simone Simons en haar serpentvormige mic stuk voor stuk karakteriserend deel van uitmaken.
“Let’s have a party!” roept de roodharige zangeres enthousiast naar haar publiek. Een publiek dat, afgezien van moshers vooraan en wat headbangers halverwege de zaal, vooral bestaat uit stille genieters. Zo staan veel mensen rustig en bijna in trance te bewegen met gesloten ogen, terwijl zowel nieuwe als oude nummers de revue passeren. Opvallend, want de symfonische metal is nou niet bepaald muziek om bij stil te staan, zou je zeggen.
Ondanks die constante afwisseling qua nummers is de female fronted-metalband vanavond niet vrijgevig met hitjes. Storm The Sorrow is één van de weinige uitzonderingen, maar goed, het draait dan ook vooral om de nieuwe plaat. Tijdens de hitsingle is goed te merken waar de kracht van de band wel en niet ligt. Zo hapt Simone Simons duidelijk naar adem tussen hoge noten door, om de volgende dan wel weer met hevige kracht te halen. Met tijden wordt haar zwoele stem geaccentueerd door de grunts van Mark Jansen.
Dat de band op instrumentaal muzikaal vlak ongelooflijk sterk in elkaar zit, is allang geen nieuw gegeven meer, maar dat mag ook wel na veertien jaar. De snelle drums, symfonische sound en de typerende deuntjes (een zeker persoon naast me doet het aan de Efteling denken) zijn daar de onontkoombare basis van. Om dat te beseffen, hoef je helemaal geen fan te zijn. De melodische metalband probeert dan ook die groep niet-fans, die ongetwijfeld in kleinere getale aanwezig zijn dan de diehards, in zijn vlammende relaas te betrekken. Bijvoorbeeld met het nieuwe nummer Ascension. “It’s got a bit of black metal in it,” beweert Simons. Nogal een gedurfd statement voor een band die zich aan een heel andere kant van het metal-spectrum schaart. Jawel, de track is snel van tempo, gelaagd en episch. Dat zwarte laat misschien wat op zich wachten, maar we hebben dan ook een dikke twee uur om van andersoortige duistere tonen te genieten. Twee uur waarin een constante stroom aan complexe nummers bewijst dat Epica zijn muzikale repertoire aan het uitbouwen is met het nieuwe album, zonder dat herkenbare geluid ook maar een moment te verliezen. (EvdV)