De bedoelingen van Marius Tilly zijn goed, maar de verschillende instrumenten vallen niet samen. Max Wastl drumt vol energie, Benjamin Oppermann kan bassen en Marius Tilly zelf heeft écht wel de skills om strak gitaarspel te leveren en te zingen. Toch blijft het samenspel een ongeorganiseerd tintje houden. Pas zodra Tilly gaat soleren, vormt zich een draad die de gitaar, bas en drums samenbrengt. Tussen de nummers door vallen stiltes, waarbij je het publiek het weekend hoort bespreken. Ook Tilly valt het op: “Are you okay,” vraagt hij voorzichtig. “You’re so calm…” Sommige nummers die ze spelen, zoals Slender Man, lijken een beetje op de hitjes van Franz Ferdinand. Bij het laatste nummer legt Tilly zijn gitaar aan de kant en gaat minutenlang aan de knoppen van zijn effectenpedaal friemelen alsof het een draaitafel is – wat zorgt voor mysterieuze effecten -, maar daarbij verdwijnt hij achter de vloermonitoren. Deze show van Marius Tilly heeft het niet op een rijtje.
The Brew verdient meer aanhang
De Jupiler Zaal had mínstens uitverkocht moeten zijn
De mannen van The Brew klinken op hun platen vrij braaf, maar als het drietal op het podium staat vuren ze een kanon van energie en knoertharde bluesrock af. Ze namen Marius Tilly mee om de zaal op te warmen, maar daar kwam bijna geen kip op af: aan het begin stonden er zo’n twintig mensen in de zaal. Uiteindelijk was er geen opwarming nodig: The Brew wist binnen een paar seconden iedereen voor zich te winnen.
The Brew: energie voor tien
The Brew heeft daarentegen energie voor een uitverkochte Main. Dertig- en veertigplussers staan vanaf de eerste seconde, de héle show te springen, juichen en van die andere dingen die je bij ruige muziek ziet. Jason Barwick heeft een machtige stem en een bepaalde precisie en vingervlugheid die indruk maakt. Bassist Tim Smith zingt ook, maar met consumptie. De bezoekers rechtsvoor het podium zullen dat wel meegekregen hebben. Smiths zang lijkt voor niks te zijn, want zijn stem is niet te horen in combinatie met de imposante stem van Barwick. De zanger geeft later het standaardpraatje om het publiek naar voren te krijgen, maar ineens roept drummer Kurtis Smith dat de zanger je piemel af gaat bijten als je dichterbij komt. Barwick lijkt zich hier ongemakkelijk bij te voelen en zegt voorzichtig dat ze eigenlijk écht een serieuze band zijn. Dat was dan ook meteen de eerste en laatste grap van de avond. Tegen het einde vindt Barwick dat plectrums niet per se nodig zijn om te soleren, dus pakt hij een strijkstok. Als een malle haalt hij die stok over zijn gitaarsnaren, wat voor een verrassend hard en dynamisch geluid zorgt. Daarna pakt de drummer zijn momentje. Nou ja, momentje… Hij neemt tien minuten de tijd om zijn drumkunsten te laten zien. Hij begint traditioneel met stokken, maar halverwege besluit hij om het razendsnelle tempo met zijn platte handen voort te zetten - met verbazing in de zaal als gevolg. The Brew is serieus en maakt een vette show zonder er al te veel poespas aan toe te voegen. Dat is ook niet nodig, want de muziek is ijzersterk: niet te breken.