Morbid Evils
Met een magere opkomst, lees: ongeveer vijftien man in de zaal, begint Morbid Evils aan haar optreden. De driekoppige band staat vrij statisch op het podium, waardoor het publiek evenmin weet hoe het moet bewegen. Behalve één man. Hij headbangt, nou ja beweegt als een kip van voor naar achter, er op los. De reden dat de rest niet mee doet, kan zijn dat het vrij zware kost is. De sludge is sloom, anders dan de rest van de bands deze avond en slecht te verteren voor de gemiddelde death-liefhebber.
Halverwege het optreden komt het bewijs dat de bandleden wel degelijk andere spieren kunnen bewegen halve die nodig zijn voor het spelen van een instrument. De dreads van gitarist Jan Trygg vliegen in het rond en drummer Timo Niskala slaat bijna door zijn vellen heen. Door het toepasselijke licht wordt een mysterieuze sfeer gecreëerd, zeker met de onheilspellende muziek. De gemiddelde horrorfilm-riedeltjes zijn er niets bij. De soms iets té hoge noten laten je oren piepen, en de zware dreunen liggen zwaar op de maag, maar met eindelijk wat meer melodie en een hoger tempo, eindigt de show veel te laat met een knallend einde.
Lord Dying
Een toename van het aantal riffjes en melodieën met factor vijftig. Vanaf het beginpunt doet Lord Dying alles al gelijk een stuk beter dan haar voorganger. Over het soort subgenre doet de stervende heer niet moeilijk: dit is speedmetal: snel, hard en boordevol energie. Het jammere aan deze band is dat de eindes vrij abrupt zijn. Net lekker aan het headbangen? Helaas, einde nummer.
Zanger Erik Olson blijft ook tussen de liedjes in zijn rol. Met een zware stem introduceert hij het volgende nummer en kijkt daarbij de voorste rij indringend aan. Hoewel (of misschien juist omdat) het een erg toegankelijke band is, kunnen sommigen ook dit niet handelen. Zij vertrekken richting beneden om een sigaretje te roken of een biertje te halen bij de bar. Als je een blik op Olson richt, lijkt het alsof hij zich op staat te blazen. Zo hard moet hij persen om de woorden eruit te krijgen. Het is een komisch gezicht. Met 'Darkness Remains', een nummer met een vrij standaard metalintro, eindigt de band om plaats te maken voor de volgende. En alsof ze het ingestudeerd hebben, doen ze allemaal tegelijk hun gitaar af en zwaaien nog een laatste keer naar de Jupiler Zaal.
Voivod
Ook aan theatraliteit geen gebrek bij Voivod. Na een lange intro komen de bandleden één voor één het podium op. Zanger Snake begroet enkele mensen uit het publiek met een zwaai of een handdruk. Getooid in leren jasje, lang haar en half over de microfoon hangen, laat Snake zich van een meer klassieke metal-look voorzien. Sterker nog: hij lijkt bijna een metalversie van Paul McCartney: dezelfde a-ritmische dansmoves, het zwaaien met de armen. Alles is aanwezig. Maar qua uiterlijk: nee totaal niet natuurlijk.
De progressive speedmetal maakt Voivod de meest toegankelijkste band van de avond, maar nog steeds weet het niet de 013 compleet te vullen. Of mensen komen pas binnen bij Entombed A.D. of het wordt gewoon niet drukker dan dit. Qua interactie en spelen met het publiek is er niets aan te merken op Voivod. De microfoonstandaard gaat meerdere malen richting de zaal, de band doet volop mee met de devil horns uit het publiek en na elke song is er tijd voor een praatje. Het cliché ‘handen de lucht in en zingen maar’ ontbreekt ook vanavond niet. Geschreeuw komt van alle kanten en een luid gejoel en applaus is hoorbaar. Tilburg is goed opgewarmd voor de hoofdact van de avond.
Entombed A.D.
Als er één band is die weet hoe je het publiek entertaint, is het Entombed A.D. wel. De Zweedse mannen zwaaien, gitaren gaan vaak de lucht in en zanger L-G Petrov pakt geregeld zijn biertje erbij om te proosten. Het merendeel van de setlist bestaat toch wel uit de oude Entombed nummers, op drie nummers na. Niemand lijkt zich hieraan te storen. De variatie in beats per minuut en diversiteit in stijlen zijn goed hoorbaar. Old school death metal, death ‘n roll, doom, en heavy metal wisselen elkaar moeiteloos af. Toch blijft de show een geheel en bovendien interessant. De grootste rol blijft toch wel voor L-G Petrov. Hij staat geen moment stil, probeert alle kanten van het podium meerdere keren gehad te hebben en lijkt soms bijna van de stage te kletteren. En de fans? Die vermaken zich prima. Bijna niemand staat stil, hoewel er niet echt een moshpit ontstaat en op de voorste rijen doet iedereen een poging om de aandacht van de band te trekken. Aan het eind van de show schudt de band nog een paar handjes en verlaat dan de Jupiler Zaal van 013. De fans hebben gekregen waarvoor zij gekomen zijn en tevreden loopt men de venue uit.