De main-stage in 013 staat er slicker dan slick bij. Die staat van zijn geldt voor de hele set, zal later blijken. We nemen plaats op een stoel - blijkbaar maakt Hooverphonic er vanavond een oerhollands zitfeestje van.
Het is een band zonder frontman, en Callier - de bassist - loodst ons door de avond heen. Met wat ongedwongen verjaardagspraat zet de Vlaming het publiek moeiteloos naar zijn hand - ook al moeten wij Lagelandiërs wel goed luisteren om hem te verstaan.
Jubilerend Hooverphonic bloeit laat op in 013
Brandschone Belgische band blinkt uit in keurigheid
Hooverphonic maakt al vanaf 1995 filmachtige triphopmuziek, met als muzikale spil bassist Alex Callier en gitarist Raymond Geerts. Sindsdien is de uit Sint-Niklaas afkomstige band zesmaal hervormd; Callier en Geerts zijn als harde kern overgebleven in 'Hooverphonic 6.0'. Vrijdagavond heffen zij in 013 het glas op hun 20-jarig bestaan, samen met een tienkoppig strijkersensemble en de stemmen van gastzangers Pieter Peirsman, Kimberly Dhont en Nina Sampermans.
Rood pluche
Als de eerste klanken van het recente nummer ''Wonderland'' precies op tijd de zaal in sluipen, krijg je wat je kunt verwachten: een keurige rondgang langs het in 20 jaar opgebouwde Hooverphonic-reportoire. We horen veel soundtrack-achtige, rustige popsongs - die zijn door het strijkorkest net iets voller van afdronk. Veel glamourklanken van weleer, voor liefhebbers van duursmakende wijn, James-Bondfilms en opiumwalmen uit de speakers. De stijlvolle arrangementen doen onze plastic 013-stoeltjes aanvoelen als rood pluche.
Potpourri
Dat lijkt allemaal moeiteloos geproduceerd, maar tot in de puntjes verzorgd, haast achteloos uit de mouw geschud door een formatie die al jaren aan de top van de Belgische muziekscene staat. Daardoor voelt het hier en daar wat routineus. De belofte hangt in de lucht, maar overal waar het spannend zou moeten worden, gaat het van een leien dakje. Ook de jeugdige, als nachtegaaltjes zingende gastvocalisten grossieren in keurig het bekende verhaaltje voordragen, herhalen, inkleuren, voorspiegelen, achterstevoren oplezen en uitleggen. Dat gebeurt weliswaar in stijl, maar Hooverphonic levert in op spanning en sensatie. Luisterpopliedjes als ''Anger Never Dies'' en ''Badaboum'' moeten ons tijdloos in de oren klinken, maar de som der delen is een wat halfzachte potpourri; het voorspelbare groep-met-zangeres-en-strijkersorkest-idee.
Theedrinksessie
Vol sfeer is echter het enigmatische, in nevel gehulde ''Stranger'', en klapperpistool-cowboylijflied ''Jackie Cane'', dat helaas wordt afgewisseld met het afdraaien van plaatjes uit de categorie 'overslaan'. Zo bekruipt je tijdens het montere meeklaplied 'Boomerang' een gezapig AVROTROS-gevoel. Wanneer het publiek 'na-na-na' mee moet zingen met het snel vergeetbare ''Hiding in a Song'' blijven we halverwege de avond even hangen in een theedrinksessie met een hoog truttigheidsgehalte.
Op de betere momenten trilt de zaal van de larger-than-life grandeur; op de slechtere draait Hooverphonic een nietszeggend plaatje af. Do-re-mi-fa-sol, weer een liedje vol. Noch vlees, noch vis.
Liefdesverdriet in 013
Pas op het allerlaatste moment kruipt Hooverphonic met een spookachtig-bombastische uitvoering van het zwaarmoedige ''You Love me to Death'' echt over de drempel. Het is niet voor niets de afsluiter van de avond: Callier schreef het lied jaren geleden, na een gebroken relatie met een Tilburgse die hij nota bene hier in 013 ontmoette. Met een verbeten glimlach vertelt hij dat-ie vanavond met een dubbelzinnig gevoel op het podium staat. 'Na zo'n relatie zoek ik de liefde gewoon thuis in België. Het was echt heel verdrietig.' Daar kunnen we alleen maar blij om zijn, want liefdesleed leent zich uitstekend voor veelbelovende tragiek; met uitgerekend dit nummer vindt Hooverphonic haar hartstocht weer terug, om die vol overgave op ons over te brengen. Met een slotnummer dat druipt van de zielepijn stijgt Hooverphonic na anderhalf uur uit boven haar eigen keurigheid, om te laten zien wat ze (nog steeds) waard is als triphopformatie.
Avondvullend programma
Het was voor iedereen in 013 ongetwijfeld een aangenaam verpozen met het Belgische fenomeen die op zich heel aardige, zij soms wat lauwe, eclectische cinemamuziek voor ons in petto had. Hoewel het geheel minder spannend en intens was dan gehoopt, is het Hooverphonic gelukt een avondvullend programma neer te zetten waar de bezoeker zich vanaf het allereerste moment niet meer van los kon maken, met een doorslaggevend einde. Dat is ook wat waard.