Fumaça Preta verslaat Songfestival op alle fronten

Kleurrijk internationaal gezelschap geeft muzikale traktatie aan enkele geluksvogels

Maarten de Waal ,

Het is een broeierig warme dinsdagavond, binnenshuis is het bijna niet meer uit te houden, maar toch installeert heel muziekminnend Nederland, van Gerard Joling tot Leo Blokhuis, zich op een warme bank voor de buis, om maar niets te missen van het festijn waarin 'onze' Douwe Bob zo'n hoge ogen gooit. Hoewel, heel muziekminnend Nederland? Neen, door het hele land bieden enkele muziekliefhebbers moedig weerstand aan de massahysterie, om de verrichtingen van wellicht wat minder gehypte, maar daarom niet minder interessante acts gade te slaan. Zo ook in Tilburg, waar in Extase het in Amsterdam gestationeerde Fumaça Preta klaarstaat om haar kunsten met het publiek te delen. De opkomst mag (zeker vergeleken met de donderdag van het afgelopen Incubatefestival, waar ze naar verluidt in een dampende Cul de Sac optraden) wat mager heten, het spelplezier en de muzikale impact zijn er niet minder om. Zoals zo vaak, blijken aan het einde van de avond de weinigen het gelijk aan hun zijde te hebben.

Fumaça Preta (Portugees voor 'zwarte rook') serveert een soort voodooeske mix die bestaat uit zulke gevarieerde ingrediënten als “Braziliaanse tropicalia, psychedelische rock, fuzz funk, musique concrète, acid house en afro beat” – aldus de website van Extase, die we, hoe graag we zelf ook nieuwe muzikale hokjes bedenken, nu graag deemoedig citeren. Het komt eigenlijk neer op een zeer gelukkig huwelijk van overwegend op niet-westerse tradities geënt percussiewerk (mede gestalte gegeven door bandleider/-initiator Alex Figueira) met de intelligente psychedelische funkrock van Stuart Carter (gitaar/toetsen/vocalen) en James Porch (bas/vocalen) van de Engelse band The Grits. Wat begon als een vrijblijvende jamsessie heeft uiteindelijk geresulteerd in enkele EP's en twee langspelers, 'Fumaça Preta' en het pas uitgebrachte 'Impuros Fanáticos', waarvan vanavond uiteraard de nodige nummers voorbijkomen. Hun werk kent een grote diversiteit qua opbouw, structuur en instrumentatie, maar wordt bijeengehouden door een gedrevenheid en urgentie die zelfs in een slechts langzaam tot een climax opbouwend, dreigend 'doomy' nummer als 'A Serpente' voortdurend voelbaar blijft. Dansbaar is dit optreden zeker ook, maar helaas beschikken de meeste Tilburgers over weinig soepele heupen; niet erg, want ook de geest wordt door de complexe composities zeer gestimuleerd. Ongemerkt bewegen we ons gedurende het optreden, al knikkend met het hoofdje en rollend met de ogen, steeds verder naar voren, en wanneer uiteindelijk de laatste klanken van lijfnummer 'Fumaça Preta' wegsterven, vinden we het oprecht jammer dat de koek al op is.

Concluderend: Muziek is, wat een bepaald televisiefestival ons ook wil aanpraten, geen wedstrijd, maar zou dat wel zo zijn, dan zou Fumaça Preta, zelfs nog los van de prachtige kostuums (variërend van een lang wit gewaad tot een diep uitgesneden wetsuit), veel punten scoren. Een bepaalde Amsterdamse voetbalclub heeft onlangs in de ogen van haar aanhang nogal teleurstellend gepresteerd, maar dit hoofdstedelijke gezelschap kan met de overwinning naar huis, uiteraard vooral dankzij de buitenlandse sterspelers. Zonder meer één van de leukste clubconcerten van dit jaar.