Het is aan de mannen van de Tilburgse Cold Fuse om een geslaagde rockavond in te luiden. Gescheurde broek, openhangend spijkerjasje en een kralenketting; zanger Daan Werdmüller von Elgg weet zichzelf tot waardige blikvanger te maken door zijn rockimago een eigenzinnige draai te geven. Eigenlijk geldt dat voor de hele band, die begeeft zich qua act namelijk op het dunne lijntje tussen een redelijke rockband en een vertederende vertoning aan prettige poprockclichés. “Dit is er eentje uit de oude doos,” oppert frontman Daan. “Hebben wij die ook één, een oude doos?” voegt gitarist Guido Smits daar een beetje ongemakkelijk aan toe. Zulke grapjes (De punchline? Oh, dat was ‘m) worden vooral als zoete koek geslikt door een publiek dat uit lokale fans bestaat. Want jawel, de zaal ligt plat. Met een beetje grappen en grollen weet Cold Fuse dan ook tussen nummers door te vermaken. Toch heeft de vijfkoppige formatie geen humor nodig om zich achter te verschuilen. Het intieme en gewaardeerde momentje dat met ‘Legacy’ wordt weggegeven, is hetgeen ze geloofwaardig maakt. Geen gedwongen performance, maar een lied over rouw, hartzeer en rauwe emotie. Deze wordt dan ook door de zanger ingekleed met verassend zwoel klinkende vocalen, die tegelijkertijd jongensachtig aandoen en daarmee de sfeer opschroeven naar een melodramatisch deelmoment.
“Dit nummer is het volgende hoofdstuk van vrouwonvriendelijke nummers, sorry dames”, zegt Guido. Vrouwonvriendelijk? Een smalende ballad neemt het publiek vol sensatie mee naar een tijd waarin puntige popnummers over een gebroken hart en een long lost high-school girlfriend aan de orde van de dag waren. Maar die vrouwonvriendelijkheid is ver te zoeken. Het is dan ook de eigenaardige dramatiek die Cold Fuse zo duidelijk illustreert binnen de lijnen van de moderne poprock.