Gold en The Lumes verspreiden hun duistere schittering in Cul de Sac

Rotterdamse nihilisten laven het rechtgeaarde misantropenhart

Maarten de Waal ,

“From Childhood's Hour I Have Not Been/As Others Were; I Have Not Seen/As Others Saw; I Could Not Bring/My Passions From A Common Spring”, zo begon Edgar Allan Poe zijn gedicht 'Alone', en gaf daarmee paradoxaal genoeg lucht aan een sentiment dat alle buitenbeentjes der aarde meteen kunnen plaatsen. Onder hen waarschijnlijk ook de toeschouwers en bandleden die zich deze donderdagavond in Cul de Sac hebben verzameld voor een van de laatste optredens alhier voor de zomerstop, een avond vol obscuur genot voor de mens die de wereld met een nachtelijke blik bekijkt.

THE LUMES

Met deze gozers hadden we nog niet eerder kennis gemaakt, al leert een vluchtige blik op het web dat zij een maand geleden ook al in Tilburg waren in het kader van Incubate. Toen stonden ze in de Stadskelder, een ondergrondse setting die goed past bij hun eenzaam galmende waveklanken, die een melancholieke neiging tot introspectie overtuigend verpakken in expressieve geluidserupties. Dit is hun laatste show voor ze weer enkele maanden van het toneel verdwijnen, en het toeval wil dat ook de bosrijke clip bij de hymne 'Nervous' van hun debuut-EP 'Lust' vandaag de wijde wereld in werd geslingerd. Zowel het (helaas nog korte) optreden als die video zijn een verademing voor iedereen met een meditatieve en mensvliedende inslag. Hopelijk weten ze deze sfeer vast te houden, zodat ze de aankomende herfst met een even sterke, nog uitgebreidere set op de proppen kunnen komen.

GOLD

Een half uur later is het dringen geblazen op het kleine Culpodium, wanneer het veelkoppige gezelschap met de krachtige frontdame Gold op de planken staat. De band komt evenals The Lumes uit de naburige werkstad, maar draait al wat langer mee en kan daarom een set samenstellen uit het materiaal van twee langspelers. Ook dit combo heeft pas een nieuwe video uit, die het nummer 'Old Habits' (over bepaalde diepgewortelde neigingen die het menselijk ras maar moeilijk achter zich lijkt te kunnen laten) van enkele treffende gewelddadige taferelen voorziet. Uiteraard komt die monotoon beukende kraker met bezwerende trancezang al vroeg in de set voorbij, net als de 'ode' aan het ongebreidelde consumentisme 'And I Know Now'. Gold verstaat de kunst de luisteraar mee te slepen in haar even overweldigende als huiveringwekkend uitzichtloze universum, waarin de mens genadeloos onderworpen blijkt aan zijn blinde driftleven, zoals afsluiter 'Servant' nog maar eens onderstreept. Een band met een visie.