De zondag van Mundial 2016 (blog)

Met recensies van onder andere Typhoon, Lil' Kleine, To The Max en meer

Freek Verhulst, Jessy de Cooker, Inge Gruijters, Joost Peters & Bas van Duren ,

Een flinke regenbui 's ochtends en Mundial kon weer door. Onder een stralend zonnetje kwam de tweede dag van het Tilburgse festival qua sfeer wat beter uit de verf, maar waren de acts nogal wisselvallig. Welke wel en welke niet? Je leest het allemaal hier in onze zondagblog.

Harrison Stafford & The Professor Crew: Alle reggae-stereotypes verzamelûh!

“Music for the spirit of oneness, music for all!”, zo kondigt Harrison Stafford zijn muziek aan. Hij gaat al een tijdje mee in de reggaewereld… De Joodse frontman richtte in 1998 al de reggaeband Groundation op. Hij heeft een hoger doel. ‘Spread the word’, moet hij gedacht hebben toen hij eind jaren ‘90 zelfs een zelfontwikkelde cursus ‘Geschiedenis van Reggaemuziek’ ging geven op een Californische universiteit (vandaar ook ‘The Professor Crew’).

Het blijft niet bij lesgeven. Dit jaar komt de documentaire ‘Holding on to Jah’ uit, waar Harrison Stafford jarenlang aan werkte en waar hij bovendien zijn tourkompanen mee leert kennen. Dat de beste man bevlogen is moge duidelijk zijn, dat is ook duidelijk te zien op het podium. Alles voor de reggae, want “More joy is more celebration”. Deze docu én het nieuwe album ‘One Dance’ zijn de aanleiding voor een wereldtour. Next stop: Tilburg.

En… Verrassend?
Neuh.

Hoezo niet?
Rood-geel-groene kleding op het podium? Check.
Rasta-kapsels onder grote petten gepropt? Zeker.
Jamaicaanse drummer? Aanwezig.
Langgerekte lettergrepen en felle  kreten? Oeh-yeah-eah-eah, ook check.
Gezapige ‘Peace, Love and Happiness’-quotes tussen de nummers door? In veelvoud.
Hippies met dreadlocks op blote voeten in de zaal? Gezien.
Overdreven hipsters met knotjes die aanstellerig rondspringen? Mijn God, ja.
Wietlucht? Zelfs die checken we af.
Kortom: Harrison Stafford voldoet aan alle reggae-stereotypes die je je maar kunt bedenken.

Wel vermakelijk?
Zeker. Bij de Koepelhal is geen rij, zoals bij Club Smederij, waar volop gedrongen wordt om een glimp van Ronnie Flex op te kunnen vangen. Het is nog vroeg, het festivalterrein is pas net open en bij de relaxte vibe van Staffords’ reggaemuziek is er genoeg plek om goedkeurend mee te bouncen op de beat en lekker rustig wakker te worden met een broodje kaas van thuis en een bakkie koffie. Of een jointje, waarom ook niet…? (IG)

Het allermooiste kinderfeestje van Ronnie Flex

"Die vinger op de klitter! Vinger op de klitter!" Ronnie Flex is - zij het twintig minuten te laat - begonnen aan zijn set, en opent gelijk met Polska-knaller 'Ravotten'. Maar dan merkt de rapper/zanger op wat voor publiek er voor zijn neus staat en breekt hij het nummer af: "Sorry, ik heb een inschattingsfout gemaakt. Dit is een gezellige woonkamersfeer, dus we gaan het iets rustiger aan doen. Ik ben Ronnie Flex, en ik ben 24 jaar. Doe je best op school."

Tja, de gemiddelde leeftijd op de eerste rijen in Club Smederij vraagt inderdaad om een ander kaliber songs. Al een halfuur voor de geplande aanvangstijd wordt Ronnie's naam gescandeerd door een groep meisjes van een jaar of 10. Zo om 14:00u 's middags lijkt de Smederij de ballenbak van Mundial: ouders dumpen hun kinderen vooraan en gaan zelf aan de zijkant of achterin staan bijkletsen met een biertje in de hand. Niet dat het Nederlands meest gestreamde artiest van 2015 veel uitmaakt; nadat de knop omgaat, maakt hij van zijn 'Allermooiste Feestje' gewoon een kinderfeestje, waarbij hij veel aandacht heeft voor zijn fanatiekste fans, maar ook weer niet te veel compromissen hoeft te doen. De New Wave-classics en Lil'Kleine-collabs worden natuurlijk het best meegezongen, maar ook de hits van "voor jullie tijd" (dixit Ronnie Flex) komen gewoon voorbij, en er wordt volop op gedanst. Dit publiek maakt het niet uit dat het geluid ruk is en de zang zwaar overstuurd: de liefdesverklaringen vliegen Ronnie om de oren, en de liefde is zichtbaar wederzijds; prachtig om te zien hoe Ronnie oprecht levelt met zijn jongste fans. De enige beteuderde gezichten in de buurt, zijn die van de mensen die niet meer binnen konden.

Ja, duh. Vorige week stond Ronnie Flex nog in een uitverkocht Ahoy. Waarom zet je hem in hemelsnaam in een zaaltje voor max 300 man neer?
Ik heb werkelijk geen idee. Zouden ze op het Mundial HQ wel Spotify hebben? YouTube? Instagram? Internet, überhaupt?

Ach ja, in zo'n zaaltje wordt het vast een zweterige chaos.
Ja, maar niet per se op de goede manier. Zweterig is het vooral door de drukte en het gebrek aan ventilatie, maar de tamelijk vreemde verdeling van het publiek (vooraan kleine kids, achteraan hun ouders) is lituatiegewijs totaal niet constructief. Ronnie Flex kan nog wel zo vaak roepen dat we "nu echt turn up" gaan; de enigen die dat begrijpen zijn zestienplussers. En zo ongeveer de enige twintigers in de zaal zijn na anderhalf nummer alweer weg omdat "Adele tenminste wél precies op tijd begint."

Ja, hoe zat dat nou met die vertraging?
Dat wordt niet duidelijk. Maar wat zou het ook; hij speelt gewoon het geplande halfuur, plus nog een klein kwartier extra. En sloopt de boel volledig, nog op een kindvriendelijke manier ook. (FV)

Eigenaardige mix van culturen en stijlen bij Hanggai

In het Mongolisch betekent Hanggai het ideale landschap, waar grassen rustig wuiven in de wind en de lucht blauw is. Al ontbreekt die serene rust vanaf het begin bij het Mongolische zestal van Hanggai. We zien zanger Ilchi vanaf het begin rock’n’rollhoorntjes maken en horen hem ‘fuck yeah’ schreeuwen bij de eerste gitaarsolo. Dat verwacht je niet bij de serene rust van de originele Hanggai. Ondanks dat je niets van de teksten begrijpt, is het optreden een interessant schouwspel door de mix van eigentijdse en traditionele kledij van de bandleden en sturende combinatie tussen rockmuziek en traditionele volksmuziek die op enkele momenten de euforie weet aan te tikken.

Ilchi geeft wel een showtje weg hè?
Met zijn zonnebril en Aziatische gewaad en het feit dat hij niet bepaald het type is dat stilstaat, is Ilchi terecht het middelpunt van Hanggai. Ieder nummer heeft hij wel een ander instrument in zijn hand waar hij mee zwaait of dat hij bespeelt.

Is dit dan een gevalletje waarbij de act sterker is dan de muziek?
Daar blijft het een beetje bij in het midden. Het recept is simpel: een stuwende ritmesectie, een fijn rockriffje en die onbegrijpelijke zang dus. Het wordt daardoor nooit echt overtuigend. Maar door alle nieuwe instrumenten die je leert kennen zoals de Morin Khuur, ofwel paardenviool. Wat dat is? Een Mongools strijkinstrument dat symbool staat voor de Mongoolse natie.

Zou je het kunnen vergelijken met iets Europees?
Nou, de Aziatische Dropkick Murphy’s zou je ze best kunnen noemen. Zeker bij de nieuwe single ‘The Transistor Radio of Shanghai Brand’ spelen en het gaspedaal ingedrukt wordt. Een dans- en euforiemomentje inclusief Mongools keelzangen a.k.a. Mongools grunten volgt. Hoogtepuntje van het optreden. (JdC)

Liefde is de baas. Ook – of misschien juist – op Festival Mundial een perfecte moraal.

Er is al veel over Glenn de Randamie, beter bekend als Typhoon, geschreven. Want waar speelde hij de afgelopen tijd nog niet? Zijn plaat ‘Lobi da Basi’ werd door allerlei media verkozen tot één van de beste albums van 2014 en daarna lag Nederland aan zijn voeten. Best Kept Secret, Pinkpop, je kunt het zo gek niet bedenken of Typhoon bouwde er al een feestje. Maar op Mundial zagen we hem niet eerder, tot vanavond…

En?
Typhoon is sympathiek, zijn teksten poëtisch, zijn band muzikaal en zijn nummers divers. Het is hiphop, maar ook rock en soul. Bovendien swingt het als een tiet. Typhoon steekt zijn set slim in elkaar en hij bouwt moeiteloos een feestje, hoe groot de zaal of weide ook is. Ook in de Koepelhal. Het Mundial-publiek weet dat, of heeft het haarfijn aangevoeld. Al ruim een halfuur van tevoren is de verplaatsende mensenmassa op de laan parallel aan het spoor merkbaar, de Koepelhal stroomt in rap tempo vol om de kunsten van Typhoon te aanschouwen.

Wie is het publiek?
Iedereen. Zwart en wit, dik en dun, jong en oud… Kinderen klimmen zelfs  in de pilaren rondom de bar om het optreden beter te kunnen zien. Typhoon is een allemansvriend. En iedereen voelt zich koningen of koninginnen, daar wordt vakkundig voor gezorgd.

Niets op aan te merken?
Mwah, niet echt. Vooral als dit je eerste aanraking is met Typhoon, moet dit indruk maken. Maar ook de fans weten precies wat er van ze wordt verwacht. “Ty?” klinkt vanaf het podium… “Phoon, Umbajee!” schreeuwt het publiek uit volle borst. Indrukwekkend, het hoefde niet eens voorgedaan te worden. Dat geeft ook aan dat het niet origineel is wat we te zien krijgen. Vlak voordat de superswingende ‘megahit’ Zandloper wordt ingezet roept frontman Glenn  “Ik weet dat we over de tijd zitten, maar ik wil dat iedereen een arm om zijn buurman of buurvrouw slaat, of je die nou kent of niet…”. Vrijwel exact dezelfde woorden als op – ik noem maar wat – Best Kept Secret 2015. Maar och, Typhoon maakt zijn mooie moraal duidelijk: we zijn allemaal één. Laten we de verschillen vieren. Lobi Da Basi, liefde is de baas. Festival Mundial is toch dé perfecte plek om een dergelijke moraal te verkondigen? (IG)

Trad. Attack verdrijft de regen met fraaie folk

Trad. Attack is een sympathiek foltrio uit Estland, dat bezig is aan een korte Europese tour die de band eerder naar Duitsland en Tsjechië voerde. Eerder dit jaar stonden de Esten op Eurosonic Noorderslag in Groningen. Vandaag voert de band ons ook op Mundial mee naar de weidse Estse wouden en vlaktes, met strak uitgevoerde folksongs waarin af en toe ook een doedelzak voorbijkomt.

Een doedelzak? Ik dacht dat deze band uit Estland kwam?
Klopt. Het is ook geen Schotse doedelzak, maar een Estse: een bruine blaasbalg met wat lange luchtpijpen. (Wat het exacte verschil is zoeken we bij gelegenheid nog een keer op.) Maar naast de meer traditionele basis van drums, (twaalfsnarige) gitaar en de occasional fluit, bedient de band zich van meer onconventionele instrumenten.

Zoals?
We kunnen het van een afstand (schuilend onder een boom) niet helemáál goed zien, maar zangeres Sandra Sillamaa bespeelt in een aantal uptempo nummers een soortement van kazoo. Het zijn deze uptempo nummers die het langzaam toestromende publiek in beweging krijgen, maar het sterkst is de band uiteindelijk toch vooral in de wat rustiger nummers, zoals het lieflijke Estse slaapliedje dat het trio ergens halverwege het optreden ten gehore brengt.

Een Ests slaapliedje, hoe klinkt dat?
Alsof je ligt te pitten in een mooie, witte stapelwolk. De warme fluitklanken, de zacht gezongen fantasielyrics, de zorgvuldig opgebouwde spanningsboog: heel even vergeten we de regen die het optreden teistert. (JP)

Lil' Kleine laat puberharten sneller kloppen

Zondagmiddag, 16.37 uur. Verwachtingsvolle koppies. Tientallen kids in de late basisschoolleeftijd en iets daarboven hebben zich verzameld bij het Soepel-podium; sommigen van hen zijn eerder vanmiddag geschminkt. Zelfs tegen de spoorhelling staat het, ondanks de dreigende regen, al op tijd vol met tientallen zenuwachtige youngsters en hun ouders. Turende blikken naar het podium, de spanning is zicht- en voelbaar... Waar blijft-ie nou toch?

Uh, wie precies?
Lil' Kleine natuurlijk!

Huh? Die trad toch al eerder op de middag op? In Club Smederij?
Nou, dat was dus inderdaad de bedoeling. Maar toen Club Smederij om twee uur al uit zijn voegen barstte tijdens het optreden van Lil' Kleines brother in arms Ronnie Flex, werd het optreden van eerstgenoemde snel verplaatst naar later op de middag, op het Soepel-podium.  Daar maakt onze Amsterdamse vriend om exact 17.15 uur zijn entree...

Om de meute helemaal plat te spelen?
Jazeker! Een zee van smartphoneschermpjes begeleidt Lil' Kleine als-ie het piepkleine podium betreedt en een luidkeels meegerapt '1, 2, 3' inzet. Meisjes gillen en willen Lil' Kleine aanraken, jongetjes klimmen op schouders en willen Lil' Kleine zijn. Ouders kijken ondertussen niet helemaal begrijpend, maar vertederd toe. Het is, ook voor deze dertigplusser, niet moeilijk om te zien waarin de aantrekkingskracht van Lil' Kleine schuilt: hij heeft de looks, de attitude, en - het moet gezegd - de nummers. Die gaan er, ondanks (of misschien wel dankzij) de 'volwassen' thematiek van drank, drugs en seks, in als een zacht geworden Fruitella op een verregend schoolreisje. Tussen de nummers door roept de rapper - hoe schetig - op tot verdraagzaamheid en liefde, en als ik een dertienjarig meisje was geweest, had ik het ook wel geweten. Dat het optreden vervolgens na exact 21 minuten alweer is afgelopen, lijkt eigenlijk niemand echt te deren. Hoeveel ontluikende pubers zouden zondagavond onrustig in hun bedje hebben liggen woelen? (JP)

STEEV en Kringili & Alex Megas zijn te goed voor de zeepkist

Tijd voor een blokje 'support your locals': Op weg naar de Koepelhal vind je aan de linkerkant, tegen het loading dock van de Hall Of Fame, een klein podium met daarnaast wat draaitafels en een flinke soundsystem. Het is het domein van To The Max - in korte tijd uitgegroeid tot hét platform voor talentvolle rappers en producers in Tilburg en omgeving - dat op de zondagmiddag een blockparty houdt. Sfeervol natuurlijk, maar door het wisselende weer en doordat het podium een beetje verdekt langs de looproute staat, wel een lastige plek om je als aanstormende rapper te laten gelden.

Maar wie gezellig blijft hangen, wordt op genoeg leuks getrakteerd. Noëmar bijvoorbeeld, die met veel gevoel het verhaal van zijn jeugd in "de hood" van Almelo vertelt. Of Bosschenaar LenBulls, die elke druppel testosteron uit zijn tenen perst en weigert te stoppen voordat iedereen aan het springen is. Toch zien we ook twee acts die we volgend jaar echt niet meer op deze zeepkist terug willen zien.

Waarom niet?
Dat niveau zijn ze nu echt wel ontstegen. (Hoewel we natuurlijk dachten dat dat inmiddels ook voor Lil' Kleine gold, die verderop zijn eigen blockparty staat te bouwen bij de Soepel Stage.)

Vertel op: wie?
Allereerst STEEV, een Bredanaar met hart voor Tilburg, die vorige maand zijn debuutplaat Zweet & Zonde uitbracht. Hij boft een beetje dat de zon net doorbreekt als hij het podium beklimt, maar geluk dwing je af. Hij is geen brede brag-'n-boaster, maar zijn bescheiden introspectieve raps worden ook zeker nergens kwijlerig. Bovendien toont hij zich een intelligente en talige rapper die alleen al met zijn razendsnelle binnenrijm een publiek kan boeien. Is een vergelijking op dat vlak met Sticks teveel eer? Misschien, maar hou 'm in de gaten.

En die andere?
Tilburgs eigen Kringili & Alex Megas. Hun vorig jaar uitgekomen EP bevatte met 'Stuur De Stad' en 'Nabeschouwing' al een paar ongehoorde hits, maar op de volgende maand te releasen 'Juice EP' - waar de twee veel primeurs van laten horen - laat het duo schijnbaar alweer ontwikkeling horen. Bovendien heeft Kringili, de 21-jarige Gillian Landbrug, een van de beste podiumpersoonlijkheden van de stad. Klimt er een peutertje op het podium, dan mag 'ie vrolijk aan het handje meespringen, zonder dat Landbrug aan swagger inboet. Geef die man een volle zaal. (FV)

Rockend bekeerd bij Michelle David

“Alles wat je weet over gospelmuziek moet je nu uit het raam gooien,” vertelt Michelle David vlak voor ze begint aan de Mundialkerkdienst met haar Gospel Sessions. Niet dat er veel verwachtingen zijn voorafgaand. Gospel is swingend halleluja en amen zingen met vrolijke koortjes toch? Toch? Tweemaal nee. Michelle David toont dat je het geloof op vele verschillende manieren kunt verspreiden en dat hoeft allesbehalve met amens of weesgegroetjes. David en haar uitstekende band gooien het over een hele andere boeg. De rockende, bijna opwindende manier die je doet dansen. Take that krapzittende Nederlandse kerkbankjes.

Moet ze dat alleen doen?
David heeft een fijne band achter zich met de uitstekend spelende gitaristen Onno Smit en Paul Willemsen. Maar David is de diva van de show. De 49-jarige Amerikaanse maakt het geloof sexy met haar flinke dosis aantrekkingskracht en een dijk van een stem.

Dat was wel te horen.
Ze trok voor haar theatercarrière naar Amsterdam en biedt daardoor meer dan de gemiddelde zangeres. De ene noot na de andere is raak voor onze gospelkoningin. Ze imiteert zelfs feilloos een mannenstem, wanneer ze Mundial meeneemt op een denkbeeldige reis naar New York en Louisiana.

Heeft ze veel zieltjes gewonnen?
Muzikale zieltjes zeker, dankzij de scherpe bluesrandjes van nummers als ‘My Praise’. Er klimt zelfs een jongen het podium op om met David te dansen en zich door de zangeres te laten zegenen. Michelle David heeft onze perceptie van gospel definitief veranderd. Geloof kan wel degelijk sexy klinken. Amen.  (JdC)

Pierce Brothers bouwen wat al te vertrouwd folkpopfeestje

Men neme: twee enthousiaste Australische broers. Een digeridoo en een mondharmonica. Vrolijk stemmende liedjes in de stijl van Mumford & Sons. Een (eindelijk) zonovergoten Smederijtuin. Et voilà: de Pierce Brothers. De broers Patrick en Jack uit Melbourne laten de zon nog nét wat uitbundiger schijnen.

Klinkt goed, toch?
Er is inderdaad weinig mis met de aanstekelijke folkpop van de twee broers. Muziek, setting (een zonovergoten tuin) en publiek (honderden enthousiaste Mundial-bezoekers)  vallen op deze vroege zondagavond volledig samen. En dat levert een op zich aardig optreden op.

Toch proef ik lichte twijfel.
Nou ja, weet je wat het is: vorig jaar stonden de broers ook al op Mundial, en die recensie hadden we één op één kunnen copy-pasten. Jack bespeelt de didgeridoo terwijl hij ondertussen de door zijn gitaarspelende broer bespeelde mondharmonica vasthoudt. Met de drumstokken worden allerlei zaken bespeeld die stiekem geen drums zijn. En tussen de nummers door wordt er (vooral door Jack) druk gecommuniceerd met het publiek. Als Maya, een van de singer-songwriters uit de stal van Giel Beelen, halverwege het optreden ten tonele verschijnt voor een kort gastoptreden, wordt het opgewekte folkpopidioom even doorbroken. Maar daarna stoomt de hippietrein alweer snel in het oude vertrouwde stampritme door richting einde.

Dat klinkt toch een beetje zuur.
Ja, misschien een beetje. Maar hey, 50,000,000 Elvis Fans Can't Be Wrong, en honderden enthousiaste Mundial-bezoekers vast ook niet. (JP)

Tinariwen is veel te eentonig

Ze komen helemaal uit de woestijn van Mali, maar de heren van Tinariwen lijken eerst langs de lokale coffeeshop te zijn gestopt. Zo rood zijn de ogen van bassist Eyadou Ag Leche, wanneer hij het publiek bedankt. “Thank you, Auf Wiedersehen,” roept hij enthousiast om vervolgens weer terug te keren achter zijn veilige zonnebril en een funky basloopje eruit te gooien. En dat terwijl het optreden op het Parkpodium pas net een paar nummers oud is. Er straalt een algehele loomheid van Tinariwen. De loopjes zijn funky, maar ook sloom en de gitaarriffs roepen niet echt energie op. We vergeven Ag Leche en hadden gehoopt op een joint. Al is dat niet bepaald nodig.

Oh?
De pyschedelische blues van Tinariwen is zo relaxt dat meerdere jointjes op worden gestoken. Je zou zo high worden van je omgeving. Maar muzikaal is het niet heel boeiend wat er op het podium gebeurd.

En we werden vorige week nog zo opgewarmd.
Ja, op Best Kept Secret deed streekgenoot Bombino het een stuk strakker. Het was daar meer funky, dansbaarder en er waren heerlijke solo’s.

Tinariwen kon het dus niet?
Alleen als je in de vibe zat. Tinariwen heeft echte kunstwerkjes van nummers, alleen viel het een beetje dood door de eentonigheid. (JdC)

De Nachtdienst moet niet in daglicht spelen

De zondag beginnen met De Nachtdienst? Ook dát is Mundial. De vroege vogels zijn erop uitgetrokken om de achtkoppige band uit Amsterdam te aanschouwen in een redelijk gevulde foyer van de Hall of Fame. Dat hoort een bont gezelschap met de standaard bandformatie plus zanger, rapper, trompettist en een tenorsaxofonist die met zo'n zwaar instrument en onder de felle lampen zijn voorhoofd al snel van pareltjes voorziet. Muzikaal is het gewoon oké en vinkt het verschillende hokjes aan van 'rock met funk', 'rock met reggae', 'rock met jazz' en ga zo maar door. De raps van frontman Claudius Ritfeld zijn helaas in het sonische geweld amper te verstaan, dus geen idee waar het over zou moeten gaan, of het is een zeker nummer dat gaat over alle kleuren van de regenboog kunnen zien. Toepasselijk genoeg voorzien van een vleugje psychedelische rock. Behoorlijk vermakelijk allemaal, maar het werkt beter in een dampend hol zoals De Smederij.

Is het zo slecht dat iedereen halverwege het laat afweten?
Nee, want De Nachtdienst heeft de pech dat het voor een gedeelte tegelijk is geprogrammeerd met Ronnie Flex. Die overigens veel te laat begint, dus niemand mist iets van meneer Plasschaert.

Waar moeten bands mee ophouden?
Het letterlijk uitbeelden met z'n allen waarover wordt gerapt. Dat het over selfies maken gaat en iedereen denkbeeldig een selfie neemt. Nee, gewoon nee.

Maar moeten we het gaan zien?
Als je liefhebber bent van bijvoorbeeld een Chef'Special of Jungle By Night, ga dan zeker De Nachtdienst checken. (BvD)

Chico Correa goede dj met een verkeerde timing

De Braziliaanse dj Chico Correa (knipoog naar toetsenist Chick Corea?) staat al ruim tien minuten op het podium van Club Smederij zonder dat er een noot is gevallen. Een silent disco waar wij niets van weten? Nee, toch weer iets met geluid, want waar eerder het optreden van Checkpoint Guanabara op dezelfde vloer door geluidsproblemen volledig in de soep liep, hoopt Correa hetzelfde lot te besparen. En dat lukt; we zijn een ruime tien minuten na aanvangstijd als zonder waarschuwing de tonen zich aandienen. Spannende tribal house wisselt zich af met Braziliaanse klanken en bij tijd en wijle trippy, haast lounge-achtige nummers. Stuk voor stuk fijne tracks, daar niet van, maar het is de laatste show in de Smederij van het hele weekend en iets met meer energie is zeer welkom. Pas op het laatst als de stagemanager influistert dat Correa zich wel aan de eindtijd dient te houden, gaat voor vijf minuten het gas vol open en vraag je je af waarom de Braziliaan niet de hele tijd dit had kunnen doen.

Gevolg?
Een hoeveelheid aanwezigen dat nog minder is dan dat ene kinderfeestje bij Jeroen toen in groep 6.

Welk gevoel bekruipt je dan?
Dat het gemiddelde Mundial-publiek weinig affiniteit heeft met wereldmuziek. Bij My Baby (bluesrock) en Michelle David (soul) dat tegelijkertijd staat is het wél druk, bij grote afsluiter Bostich and Fussible (Mexicaanse folktronica) in de Koepelhal staat ook slechts een handjevol mensen.

Zonde.
Zeg dat wel. (BvD)