Zo wordt deze vrijdag op de Main Stage geopend door niemand minder dan Diamanda Galás, maar voor het zover is nemen we nog even een kijkje bij het inmiddels zeer vertrouwde Hexvessel dat met de landgenoten van Arktau Eos in Patronaat het nieuwe etmaal inwijdt met meditatieve folkklanken die de Roadburner rustig de gelegenheid geven even wakker te worden. Na drie kwartier spoeden we ons echter al naar het hoofdpodium waar la Galás, zoals misschien wel te verwachten was, nog even op zich laat wachten, zodat we ruim de tijd hebben om de grote vleugel en de voorafgaande onheilspellende sfeerklanken op ons in te laten werken. Dit festival is misschien niet de meest voor de hand liggende plek om deze Amerikaanse met Griekse roots, die onder andere heeft samengewerkt met John Zorn en Iannis Xenakis, aan het werk te zien, maar anderzijds vertoont de donkere thematiek van haar werk zeker verwantschap met die van vele andere Roadburnartiesten. Wanneer ze uiteindelijk op het podium verschijnt blijkt het leeuwendeel van haar set te bestaan uit haar typische vocaal en instrumentaal ontsporende interpretaties en mashups van een aantal Amerikaanse klassiekers zoals 'See That My Grave Is Kept Clean' of een stuk dat, zoals ze het zelf omschrijft, Johnny Cash en Albert Ayler eindelijk samenbrengt, maar ook een aantal Franstalige nummers komt voorbij. Het is altijd afwachten hoe zoiets valt bij een publiek dat in deze hoek wellicht niet zo thuis is, maar het optreden blijkt wonderwel te werken, met een over het algemeen bijzonder stil publiek (Diamanda complimenteert de aanwezigen nog met hun aandachtsspanne) dat voor een groot deel het hele optreden aanwezig blijft, en bij toegift 'Gloomy Sunday' bij de eerste akkoorden al tekenen van enthousiasme vertoont. Eens te meer blijkt de Roadburnganger een wezen dat ruim van opvattingen is.
Roadburn 2016: Úlfsmessa luidt Roadburnvrijdag uit met oorverdovend slotakkoord
Oude heren en dame kleuren tweede festivaldag verder in
Evenals voorgaande jaren maken we ons met waterige ogen en vermoeide benen vroeg in de middag op voor de tweede Roadburnetappe, de dag waarop Lee Dorrian het grootste stempel heeft gedrukt. Deze man mogen we ondertussen gerust een veteraan in het internationale ondergrondse horrormuziekcircuit noemen, en ergens is het dan ook geen verrassing dat hij in het kader van zijn 'Rituals For The Blind Dead' met een aantal opvallende keuzes op de proppen komt.
Na deze bijzondere performance lopen we door naar de Green Room voor een iets meer 'gebruikelijke' Roadburnact, het Portugese Sinistro, aangevoerd door een eveneens zwartharige dame, die echter enkele decennia later geboren is. Haar vocale bereik komt uiteraard niet in de buurt van Diamanda, maar daar staat tegenover dat ze de duister pompende muziek met claustrofobische zwart-witvisuals voorziet van een zeer eigen type bewegingen: zo maakt ze op een gegeven moment een soort dramatische schokken met het hele lijf, als een pop die tot leven wordt gewekt. Na afloop zien we dat voor de Cul een hele rij staat voor het optreden van Alkerdeel & Gnaw Their Tongues, dus na even voor de inwendige mens te hebben gezorgd gaan we maar meteen door naar het optreden van Lee Dorrians With The Dead. Dorrians muziek, daar hoeven we geen doekjes om te winden, blinkt niet uit in subtiel compositorisch vernuft of bijzondere wendingen, maar zijn rechttoe-rechtaan-benadering van het doomgenre is wel bijzonder effectief, en kent vaak een eigenaardige groove die haar meteen herkenbaar maakt. De set weet ons dan ook eenvoudig de volle speelduur te boeien, waarna we het loodzware doomdal verruilen voor de psychedelische hoogvlakten van het Zweedse Hills. Hun eindeloos meanderende jams passen naadloos in een jarenlange traditie van dromerige Roadburnacts in de Green Room,maar voor we helemaal wegzweven in een lumineus paddestoelenuniversum, weten we nog net op tijd de zaal te verlaten om ons weer bij de Main Stage te vervoegen voor het optreden van onbetwist de grootste cultnaam op het affiche dit jaar, G.I.S.M. Deze compromisloze experimentele Japanse hardcoreband, die een chaotisch punkhart verenigt met wilde metalige gitaarpartijen, was al sinds 1981 actief, maar hun carrière, die hen nog nooit buiten Japan had gebracht, leek na de tragische dood van gitarist Randy Uchida aan het begin van dit millennium definitief ten einde. Het is dus een klein wonder dat Lee Dorrian zanger en frontman Sakevi Yokoyama voor deze Roadburneditie zo ver heeft weten te krijgen de band weer nieuw leven in te blazen. De man loopt vandaag een tikje stram maar duidelijk vol vuur over het podium, omringd door enthousiaste bandgenoten wier spel even kleurrijk en opvallend is als hun geverfde haardossen. Over elkaar buitelende maffe beelden met de voor de Japanse cultuur zo typerende expliciete seksuele referenties maken het spektakel compleet, en het feit dat dit combo delen van het meestal erg relaxte Roadburnpubliek zowaar tot moshen weet te bewegen, zegt eigenlijk alles over hun gedrevenheid. Zeker één der hoogtepunten van deze dag.
Sakevi is niet de enige opvallende frontman op leeftijd die de Main Stage vandaag aandoet, want na G.I.S.M. maakt doommetaldinosaurus Pentagram hier zijn opwachting, de band rond de iconische verschijning Bobby Liebling. Ons aller favoriete doomopa (vanavond gestoken in een strakke roze broek, die hem goed staat) blijkt zijn clowneske streekjes nog altijd niet verleerd te zijn, getuige zijn extravagante podiumpresentatie waarin het gebied tussen heupen en benen een bijzondere plaats inneemt. De stoere breedgeschouderde mannen die de even zwierig als fragiel ogende ranke presentie ondersteunen trachten geregeld de toeschouwers met handgebaren tot meer participatie op te zwepen, maar het is vooral Bobby zelf die het publiek na al die jaren nog moeiteloos uit zijn hand weet te laten eten. Zijn show is dermate onweerstaanbaar dat we bijna zouden vergeten even een kijkje te nemen bij het ons nog van een show in Little Devil van een tweetal jaren geleden bekende Finse Dark Buddha Rising, dat wederom een ijzersterke indruk achterlaat met zijn experimentele, met elektronica gelardeerde black metal, om vervolgens nog even aan te gaan bij het uit Trondheim afkomstige Black Moon Circle, dat ondersteund door alweer een vitale grijsaard, de Deense Dr. Space, en niet merkbaar gehinderd door wat onvaste vocalen een uitgelaten einde breit aan een lang uitgesponnen geestverruimende set in een gemoedelijke Extase. Daarna kunnen we ons na een korte drinkpauze en een intermezzo met een vrolijke dronken Fin die ons verbazingwekkend genoeg nog blijkt te herkennen van bovengenoemde Devilshow alweer opmaken voor het het grootse einde van deze dag, een anderhalf uur durende Úlfsmessa (Wolvenmis) in het Patronaat, waaraan alle aanwezige IJslandse acts rond spilband Misþyrming een bijdrage leveren. Van die band komt overigens ook nog wat werk voorbij in wat in eerste instantie nog aandoet als een vrij conventioneel optreden van een in donkere zwarte kappen gehulde gelegenheidscombinatie, maar gaandeweg steeds verder in intensiteit toeneemt, uitmondend in een tientallen minuten durende kolkende brei van ratelende drums, razende gitaren en woest geschreeuw, met direct aansluitend een soort gebedsritueel voor het podium, waarbij bekende misattributen als kelken en schalen niet ontbreken. Een indrukwekkend einde van een dag die toch al niet arm was aan unieke momenten.