Paaspop 2016: de zondag (blog)

Recensies van o.a. Kenny B, Tourist LeMC, Larry Gus en nog heel veel meer

Carlijn Kösters, Freek Verhulst, Jenny Janssens, Geneviève Smans, Elysa van der Ven, Tom Stienen, Conner Clerx en Jessy de Cooker ,

Paaspop met zomertijd: altijd even lastig, maar op het tandvlees zetten de redacties van 3voor12/Tilburg, Breda en Eindhoven stug door om ook van de laatste dag een mooi overzicht te maken met recensies. Een dwarsdoorsnede van Paaspop's zondag.

Tourist LeMC voelt zich net op tijd thuis

Johannes Faes, alias Tourist LeMC, start in de Roxy bijna zo schuchter als zijn voorkomen. De Antwerpse hip hop-troubadour – gekleed in een donkere spijkerbroek, grijs ruitjesoverhemd en net-uit-bed-kapsel – komt vooral op opener ‘En Route’ amper boven zijn band uit, en dat ligt niet aan de afstemming van het geluid. Als een supportersgroepje van Royal Antwerp FC na een paar nummers met hun kreet “Wij zijn geen ratten. Wij komen terug” niet het nodige olie op het vuur had gegooid, was Tourist LeMC de teleurstelling van deze zondag kunnen zijn.

Faes glimlacht meteen bij het horen van dit herkenningspunt aan zijn stad Antwerpen. Thuis is ineens niet meer zo ver weg hier in Schijndel. Voor Tourist is dit het teken om de schroom van zich af te gooien en zijn eigen optreden te redden.

Gelukkig! Heeft Tourist verder nog trucjes in zijn mouw?
De Antwerpenaar heeft misschien niet de looks, maar wel de urgente songteksten als in ‘Koning Liefde’, ‘De Troubadours’ en ‘Horizon’.

Urgent zeg je. Dan heeft hij het als Vlaming vast over de aanslagen in zijn land?
Niet specifiek. Na ‘Liefde, Liefde’ staat Faes even stil bij de gebeurtenissen in Brussel van vorige week. “Wij gaan niet aan de kant. We zullen verrijzen als een feniks uit de as,” houdt de troubadour ons voor. Om dat in ‘Koning Liefde’ nog maar eens te verduidelijken. Wij vertegenwoordigen de liefde. En we mogen dan opportunisten zijn, we gaan niet opzij.

Is dat het enige? Beetje slapjes.  
Die soberheid is de kracht van Tourist LeMC. Faes legt zijn wil om de wereld te verbeteren er niet te dik op met nodeloos gepraat tussen nummers door. Hij laat liever zijn songteksten spreken. Zoals dit refrein in ‘Koning Liefde’:

Dialectalert:      Kan alleen moar geven
                       
Wa'k te bieden hem
                       
Kan alleen moar zeggen
                       
‘t Weinige da'k weet
                       
Ik heb zitten marchanderen
                       
Opportunist
                       
Moar met de liefde
                       
Onderhandelde ni                                              (JdC)

Kenny B op misPlaatstpop

‘’Ik weet nu al wat er gaat gebeuren; al die jonge mensen vooraan gaan zo weg omdat ik Parijs heb gespeeld’’, voorspelt Kenneth Bron, alias Kenny B in de loop van zijn optreden al. Geen foute inschatting, want de toch al matig gevulde Apollo bestaat voornamelijk uit mensen die simpelweg ‘even Nederlands’ met Kenny willen zingen.

Zoomen we wat verder uit, dan zien we een optreden dat staat als a oso. Geen vierkante meter van het podium in de Apollo wordt niet benut door de sterk getalenteerde liveband. De muzikale passie stroomt vanaf de vloer, zo rechtstreeks de versterkers in. Helaas werkt het maar bij een select gezelschap, bestaande uit wat jonkies vooraan bij het podium. Voor de rest klinkt Kenny met liveband te braaf. Te vrolijk. We zijn hier tenslotte om MDMA-avonturen te delen tussen de stallen.

Aan wat reggae is toch niks misplaatst, tussen het blowgedrag van de Paaspoppers?
Helaas, zij liggen hoogstvermoedelijk nog op één oor. In de tent is enkel publiek te vinden dat ofwel kinderbijslag ontvangt, of hier de aanleiding toe is.

Volgende keer maar weer gewoon Tina-dag, dan?
Goed plan. Hebben de vaders ook weer wat gezelligs te zien, met Kenny´s bevallige achtergrondzangeressen.

Zijn we wel nog naar de Champs-Élysées, de Notre-Dame en de Seine geweest?
Uiteraard. Zelfs nog op La Tour Eiffel. Niet die. Deze. (CK)

LAKSHMI mist wat pit

Eind 2014 stond Lakshmi Swami Persaud in de finale van de Grote Prijs van Nederland, een jaar later deed ze, zonder succes, mee aan De Beste Singer-Songwriter van Nederland. Vandaag aan LAKSHMI de taak om de derde dag van Paaspop te openen in de Jack Daniel’s tent. De band speelt donkere, elektronische songs met een stevige opbouw. Toch komt het niet helemaal over zo vroeg op de dag. De iele stem van de sexy geklede Persaud komt in de hardere stukken amper boven het dramatische, elektronische geweld uit. In single ‘Champagne’ komt de hoge, breekbare stem van de zangeres echter wel mooi tot zijn recht.

Maar het kwam niet echt over dus?

Muzikaal gezien misschien niet, maar de performance van de band en dan met name van frontvrouw Persaud zelf zeker wel. Ze staat zelfverzekerd voor op het podium en is niet bang om het publiek, dat zo vroeg al naar de Jack Daniel’s tent is gekomen, recht in de ogen te kijken en erbij te betrekken. 

Was de band groter dan normaal?

Voor dit optreden op Paaspop is de originele bandsetting van vier uitgebreid met celliste Susanne en violiste Pauline.

Wat was er aan de hand met de tourbus?

Ja, die zat vast in de modderbende op de parkeerplaats. Daar moest een traktor aan te pas komen en die maakte vervolgens een wheelie. De bus is weer terecht, gelukkig. (GS)

Larry Gus doet gewoon wat hij doet (wat dat ook moge zijn)

Er staan een paar verdwaalde hipsters ietwat ongemakkelijk te dansen in de Roxy. Terwijl het hele Paaspoppubliek naar Typhoon in de Apollo is, is deze tent het domein van de aandoenlijke Griekse elektroproducer Larry Gus. Ah, Larry Gus, waar ken ik die naam ook alweer van? Nou, leuk dat je het vraagt. Larry Gus stond in de Best Kept Secret 2014 top 20 met stip bovenaan.

De set is een aaneenschakeling dansbare nummers met een trippy vibe. Als een bezetene danst Larry in zijn eentje heen en weer op het podium, terwijl hij al loopend onverstaanbaar in zijn microfoon brabbelt. De spastische handgebaren die hij daarbij maakt, maken de boodschap ook niet echt duidelijker. Het lijkt hem geen donder uit te maken hoe vol of leeg de Roxy is. Hij doet gewoon lekker zijn eigen ding, wat dat ook moge zijn, in zijn eigen wereld. En dat doet ie goed. Zo nu en dan ramt ie in de maat van zijn muziek z’n microfoon tegen zijn voorhoofd, tot bloedens toe. 'Toewijding', noemen we dat.

BLOED?!

Ja ja, geen paniek, het stroomt niet uit z’n hoofd of zo. De beste man heeft het zelf niet eens door, dus het valt allemaal wel mee.

Oh, heftig optreden dus?

Ja en nee. Op het podium was van alles gaande. Zelfs twee cameramannen konden Larry maar lastig bijhouden (waarom stonden die daar überhaupt het hele optreden?). In het publiek ging het er minder heftig aan toe. Maar een enkeling durfde het aan om te dansen om Larry’s gekke vibes.

Herkansing?

Ja! Vanavond staat Larry Gus ook nog in de Thunderbolt! Gaat dat zien. Daar zijn hopelijk meer dronken mensen die met Larry awkward durven te dansen. (JJ)

Stoïcijns The Jacques scoren geen sympathie

Wie de jonge gasten van The Jacques op Eurosonic heeft gezien weet wat te verwachten. Britrock direct geïnspireerd op de jaren negentig gespeeld met stoïcijnse gezichten van ongeïnteresseerd ogende tieners die zoveel mogelijk blikjes kantelen in de drie kwartier die ze hebben. Als je op zo’n jonge leeftijd in het voorprogramma staat van idool The Libertines in Hyde Park, en ook getekend staat onder het contract van de drummer van die band, is deze stijl wel te begrijpen. Helaas is het grootste gedeelte van het publiek op Paaspop nog onbekend met The Jacques. De verwaandheid bevalt mensen hier maar niets. Het is rustig, en de meeste mensen die komen luisteren zijn na een paar nummers weer weg. Als je zegt dat de rookmachine stinkt naar dode varkens, scoor je in Schijndel geen sympathie.

De laatste noot klinkt, de gitaar gaat op de grond, de blikjes drank worden opgeraapt en de jongens zijn weg van het podium. The Jacques zijn klaar.

Was er wel applaus?

Ja, er was wel een beetje applaus na ieder nummer.

Dus spelen in het voorprogramma van the Libertines, maar op Paaspop niet veel klaarspelen?

Precies, er is simpelweg nul inzet om het publiek op Paaspop in de tent te houden. Je kan zeggen dat dit de stijl is van The Jacques, maar hier werkt die stijl niet. Deze band kan je beter voor de derde keer op London Calling zetten.

Derde keer?!

Ja, de muziek is echt niet slecht. Daarnaast maken ze de perfecte sound voor het festival in de randstad. Daar zijn ze sowieso wat meer gewend aan verwaandheid dan in Brabant. (TS)

St. Tropez speelt voorganger definitief het bos in

Eerst de kortste geschiedeniscursus voor degenen die de afgelopen maanden onder een steen hebben geleefd. De roem van de Electric-buzz en optredens op alle grote podia van ons land ging Go Back To The Zoo vervelen. Zo simpel als het lijkt was St Tropez geboren. Zanger Cas Hieltjes liet de zang aan bassist Lars Kroon en catchy poprock werd garagerock. En de rest is geschiedenis.

Op Noorderslag gaf St. Tropez zijn visitekaartje al af, maar hier op Paaspop volgt moeiteloos een vervolg. St. Tropez is alles wat Go Back To The Zoo niet was. De garagerock is hard en ze hebben podiummaniertjes gekregen. Het houdt ergens het midden tussen attitude en oprechte coolheid. Want wat zijn die leren jassen van Hieltjes en Kroon lang en kijken ze allemaal stoïcijns het publiek in. Zolang je het maar kunt combineren met kwaliteit is alles geoorloofd.

Stoer?
Ja, op Noorderslag en ook tijdens de Popronde werkte deze quasi-verveeldheid aanstekelijk en werd het een hossend feestje.

Daar was het publiek in de Jack Daniel’s wel voor in toch?
Nou ja, buiten een klein vriendenclubje vooraan staat het aardig stil. Pas wanneer Kroon tijdens ‘Fake It’ met basgitaar deze halve pit in springt komt het een beetje los. Misschien waren er te veel GBTTZ-fans.

Zo, en die willen nu waarschijnlijk niks meer met deze bak herrie te maken hebben? Als je knallers als ‘Cut Me Loose’, ‘I Don’t Wanna Fall In Love’ en ‘Just Wanna Live’ in huis hebt en die ook nog eens op een wijze speelt waardoor ze sterker staan dan Fort Knox hoef je je niet druk te maken om fans uit een vorig (muziek)leven. Het is al vaker gezegd, maar na de opener van het seizoen ook definitief: Go Back To The Zoo is dood. Leve St. Tropez! (JdC)

Hollywood Undead doet met gangstermetal een beroep op de tienerhormonen

Neem smerig gitaarwerk, gouden kettingen, petjes en getatoëerde spierbulken, voeg daar nu-metal met een hoop gevloek aan toe en je hebt Hollywood Undead. Met maar liefst vier vocalisten bouwt de act een meerstemmig geheel dat tussen verschillende genres door glibbert. Wellicht dat dat ze populair maakt; droge raps worden afgewisseld met clichématige refreinen en de nodige gitaarsolo’s. Metal met rap combineren doet het nu eenmaal goed. Aan performance ontbreekt het de uit de kluiten gewassen jongens van Hollywood Undead in ieder geval niet: het podium is hun VIP-feestje and you damn well know it. Leadzanger J-Dog vindt dat ze de vetste, hardste act van vandaag zijn, hij is dan ook dronken en volgens de aanwezige fotografen bezig met een mislukte playbackshow.

Deze band is duidelijk in een gecompliceerde genre-oorlog met zichzelf: die tienerjaren willen maar niet eindigen - terwijl ze allemaal de dertig zijn gepasseerd - en zijn bijna pijnlijk voelbaar in een bal platitudes als middelvingers, seksistische teksten en een onterechte grootheidswaanzin. Jammer, want performen gaat ze prima af.

Hollywood Undead, what’s in a name?
Als je dan toch besluit rapmetal te maken, kun je het net zo goed een eigen naam geven. What you see is what you get en ook echt niets meer dan dat.

Ah, dit is zo’n Limp Bizkit bandje?
Geen verkeerde vergelijking. Toch zijn de teksten iets minder sterk en de muzikanten iets meer gelikt.

Niks gemist dus?
Tenzij je van hormonale tienermetal houdt met een fuck-de-maatschappij sausje; nee. (EvdV)

Meatbodies zet aan, stopt en vertrekt

Op het podium staat niets meer dan wat kleine effectpedalen, een stapeltje versterkers en vier jongens met ieder één instrument. De twee gitaristen en tevens zangers zijn opgesteld aan de linker- en rechterkant van het podium. De ene is Chad Ubovich, misschien bij je bekend van Ty Segall-project Fuzz. Hij vecht met harde slagbewegingen van achter een gordijn van lang bruin zijn gitaar omhoog en omlaag. De andere is kortgeschoren en draait regelmatig rondjes terwijl zijn ogen bijna uit zijn oogkassen rollen. Met hoge stemmen waarin punk en psychedelische invloeden duidelijk terug te horen zijn zingen de twee vrij onvestaanbaar door het geluidenoerwoud heen. Deze vorm van noisey garagerock danst voor eventjes lekker, maar weet door de ietwat magere input niet te blijven boeien. Wanneer het eigenzinnige viertal na een half uur spelen eindelijk flink lijkt aan te zetten blijkt dat dit de laatste slagen waren, en is Meatbodies uitgespeeld.

Huh? Na een half uur al het einde, staan ze niet ingepland om drie kwartier te spelen?

Ja inderdaad, maar ieder bandlid begint direct met het opruimen van alles wat er op het podium staat. Laat dit nou zoals eerder beschreven, niet zoveel zijn, waardoor de leegte extra hard binnenkomt.

Patsboemweg?

Ja precies dat. Het publiek én de geluidsman weten in eerste instantie niet of ze verbouwen voor het laatste kwartier, of dat het over is. De stilte voert uiteindelijk de boventoon. Waarschijnlijk moeten ze haasten naar London waar morgen een optreden staat gepland.

Wel een tip, niet een top, dus een flop?

Nou, slecht was het niet, maar spannend was het ook niet. Net wanneer het dat leek te worden was het over. Het publiek blijft achter, maar is ook zonder enig verdriet zo weer het terrein op. Het half uurtje Meatbodies was niet vervelend. (TS)

Mr. Oizo neemt Paaspop mee door zijn dance-encyclopaedie

Met Mr. Oizo heeft Paaspop dit jaar een bijzondere act geboekt. De Franse dj en producer, getekend bij het prestigeuze Ed Banger label, stond aan de grond van de Franse electro, waar ook kopstukken als Justice en SebastiAn groot zijn geworden. Oizo, echte naam Quentin Dupieux, is vooral bekend van zijn hit Flat Beat uit 1999. Het nummer werd, mede dankzij de video met het gele poppetje Flat Eric, een grote hit in Europa. Flat Eric heeft Dupieux thuisgelaten, de bebaarde Fransman doet in de Stardust maar één ding. Snoei-, maar dan ook snoeihard draaien. Oizo draait ontzettend eclectisch. Electro, breakbeat, old school house, zelfs hier en daar een vleugje bubbling passeert de revue. Alles voorzien van een medogenloze bas die gesponsord lijkt door het lokale filiaal van Beter Horen. Wie gekomen is om Flat Beat te horen komt bedrogen uit, Dupieux draait zondagavond bijna niets herkenbaars. Van nieuwe single ‘Hand In The Fire’ met Charlie XCX komt welgeteld één zinnetje voorbij tijdens een overgang tussen twee platen. Dat hij zijn research over Paaspop heeft gedaan, blijkt in het laatste kwartier van de veelzijdige set. Een groot deel van de Stardust kan de twee stevige hardstyle platen tegen het eind van de set goed waarderen. De venijnige versie van SOPHIE – ‘Lemonade’ die Oizo er tegenaan gooit kan rekenen op de grootste respons. De Fransman sluit af met eigen nummer ‘Cut Dick’ en laat zijn publiek murwgebeukt, een tikkeltje doof en vooral content achter.

Viel er ook nog iets te zien?
Voor een man die zijn tijd verdeelt tussen muziek en film maken (Dupieux is ook regisseur), kiest Mr. Oizo toch echt volledig voor dat eerste. Dus geen vj-taferelen, enkel het scherm met simpele visuals.

Maar geen 'Flat Beat' dus?
Nee. Ergens is dat jammer, maar binnen de set is het eigenlijk niet voor te stellen hoe dat erin had gepast. Aan de andere kant: als het iemand wel was gelukt, dan was het Mr. Oizo.

En hoe spreken we het nou uit?
'Monsieur wazó'. Dat je het weet.

(CC)

Monster Magnet is meester in massieve metal

Als de Amerikanen van Monster Magnet beginnen te spelen, ontstaat er gelijk een klik met het publiek. Fan of niet, de gemiddelde rockliefhebber is bruut ingepakt. Vanachter het rookgordijn vloeit de heavy metal de zaal in en een moshpit wordt direct ingestard, al is frontman Dave Wyndorf nog lang niet tevreden over het relgehalte: “Smile motherfucker!” schreeuwt hij ’t  publiek toe. “Wake the fuck up!”

En wakker worden zullen ze. Monster Magnet staat als bekwaamde hardrock-act stevig in z’n schoenen en dat blijkt uit alles: complex gitaarwerk, stofdroge stoner rock en vinnige vocalen kneden de gelaagde muziek tot een geloofwaardig spektakel. De band is dan ook lang niet van gisteren en is in z’n begintijd geïnspireerd door grote namen als Black Sabbath en Deep Purple. Die invloeden zijn terug te horen, wel met een geheel eigen draai die midden houdt tussen relaxte hardrock en ijzersterke, haast traditionele metal. Voeg daar wat psychedelische invloeden aan toe en je hebt een optreden dat werkelijk niets te wensen over laat. Gecompliceerd maar behapbaar, relaxt maar ook stimulerend.

Monster Magnet, is dat inmiddels geen cynische ouwelullenmetal?
Cynisch: nee. Oud: ja. Juist daarom galmt de vlammende space rock door de Phoenix alsof er geen tijd verstreken is.

Stonermetal, gemaakt voor en door stoners. Toch?
Niet meer. Dave Wyndorf was langere tijd verslaafd aan alles wat door God was verboden, maar na weer een tijdje clean te zijn, bewijst hij met Monster Magnet dat het aloude cliché dat cleane rockers niet kunnen rocken is berust op complete onzin.

Terug van weggeweest dus?
Jazeker. Monster Magnet boezemt beestachtig respect in en zet een gehaaide set neer waar menig hardrockbandje van kan leren. (EvdV)

Chef’Special is even terug in Nederland, en hoe

“Wat een warm bad zijn jullie, Paaspop!” roept frontman Joshua Nolet de bomvolle Apollo in. Vers uit Amerika zijn de mannen na één jaar afwezigheid terug op Paaspop. Het is de eerste show in Nederland sinds de zomer, in die tussentijd zijn de mannen namelijk druk bezig Amerika te veroveren. Een groot verschil met de show van twee jaar geleden is dat Chef’Special echt gegroeid is van een ‘leuke’ band naar een band die de Apollo uit haar voegen kan laten barsten - en dat blijkt na Typhoon vanmiddag toch best moeilijk. Ondanks de in-ears die niet lijken te werken, blijft frontman Joshua Nolet vocaal erg steady en waar hij eerst een rapper was die erbij zong, kan er nu worden gezegd dat hij voldoende stembeheersing heeft om ook echt als zanger door te gaan.

Vroeg in de set krijgt gitarist Guido Joseph zijn moment of shine. Bij ‘Still Don’t Know’ geeft hij een boeiende bluesy solo die eindigt in een gave climax. Ook toetsenist Wouter Heeren heeft zijn hoogtepunt tijdens ‘Birds’. Alleen staat Heeren's keyboard in de mix iets te hard, waardoor de hoge noten wat snerpend overkomen. Bij hitjes als ‘Biggest Monkey’, ‘On Shoulders’, ‘Peculiar’ en uiteraard ‘In Your Arms’ zingt Apollo luidkeels mee.

Het gaat dus goed met ze in Amerika. Zijn de ego’s gegroeid?

Nee, Nolet benadrukt meerdere malen hoe dankbaar ze zijn voor de respons van het publiek. Hij geeft ook toe dat het extra spannend is om hier terug te komen omdat ze in Amerika vanaf nul beginnen en niks te verliezen hebben. De band is zichtbaar geraakt en dat siert Chef’Special.

Wanneer komt het nieuwe album?

Dat weten we nog niet. De mannen spelen wel één nieuw nummer: 'Money’, een uptempo, funky nummer met een dijk van een hook. Het Paaspoppubliek weet er wel raad mee en danst zich een slag in de rondte. Zeker een song met hitpotentie.

Hoeveel trommelvliezen zijn kapot gegaan?

Waarschijnlijk veel. Tot aan 'Carnivore’ is het volumeniveau nog acceptabel, maar dan blaast het geluid echt ieder vel aan gort. Daardoor lijkt het nummer bijna op een EDM-hitje. Maar dan wel met een Chef'Special sausje. (GS)

Paaspop voor De Jeugd Van Tegenwoordig mosterd na de paasbrunch

Twee keer een uitverkochte HMH, een 10-jarig bestaan én een nieuw album. De Jeugd Van Tegenwoordig heeft een fenomenaal muziekjaar achter de rug, terwijl het festivalseizoen nog moet beginnen. Of dat spektakel van mijlpalen echt tot zijn recht komt tussen de weilanden, is echter een licht retorische vraag. Het publiek heeft de tijd van hun minderjarige leven, terwijl de ene na de andere tiener tussen de hitjes door het podium op klimt om zijn snapchatverhaal bij te werken. Toch voelt Paaspop een beetje als een tussendoortje. Mosterd na de maaltijd, op de paasbrunch.

Dat De Jeugd verhalen voor in de annalen des Nederlandsche pophistorie creëert, maakten ze ook vóór de release van ‘Manon’ al duidelijk, maar daar staat Paaspop simpelweg niet tussen. Al is in Schijndel alles mogelijk; het kan niet altijd feest zijn. En dat is niet gek, na zo’n jaar.

Waren ze dan niet gewoon een beetje moe?
Aan gebrek aan energie lag het in ieder geval zeker niet bij de heren. Ze springen gewoon weer het publiek in, op, af en onder, maar het zou ook gek zijn wanneer ze dat niet doen.

Is dat erg?
Eigenlijk: nee. Het publiek heeft feest en danst de zolen van hun airmax, dus waar hebben we het nog over.

Hoeveel oogletsel is er verder opgelopen door selfiesticks, in de Apollo?
Laten we het erop houden dat de tent goed vol was. En de snapchatverhalen aan het einde ook. (CK)

Beans & Fatback vormt hoogwaardige afsluiter met sensuele soul

Beans & Fatback gaat van start met onheilspellende kerkklanken, maar is uiteindelijk juist het tegenovergestelde. Met relaxte soulklanken die stevig balanceren op de nodige countryrock brengen de jongemannen een charismatisch en intiem einde aan Paaspop 2016. De act waait als een zuchtig zwoel briesje door de uitgebluste zaal en streelt ’t publiek met warme lounge rock. De vocalen zijn gedoopt in rauwe emotie en klinken bijna als een smeekbede: “You got me down on my knees”. In het gelaagde samenspel laten de muzikanten geen enkele keer een steek vallen: de riedelende gitaarakkoorden vullen elkaar stevig aan en snijden dwars door de doordachte lovesongs.

Uiteindelijk is het Beans & Fatback zelf die hun netjes vastgeschroefde soul losgooien met grootse zorgvuldigheid. Het is precies de zachtaardige afsluiter die het Paaspop publiek behoeft en tegelijkertijd nog hard genoeg om dansbaar te zijn en het publiek nog een laatste kans te geven om te rocken.

Wacht even, was Beans & Fatback niet gewoon een eenmalig dingetje?
Klopt. In 2008 opgericht door Onno Smit, was het aanvankelijke idee om een soloplaat op te nemen met een aantal sessiemuzikanten.

Hoe staan ze er nu dan voor?
Het moge duidelijk zijn: Beans & Fatback is niet langer een jammend muziekprojectje maar een bevattelijke live-band met een flinke dosis muzikale kennis. De ultieme festival sluiter? Voor degenen die van rustige maar opzwepende soul houden na dagen zuipen, dansen en headbangen: jazeker. (EvdV)