Death Alley laat Little Devil stomen bij presentatie debuutalbum

Need overwint technische probleempjes door ruime dosis energie

Maarten de Waal ,

Het eerste echte zomerweekend van het jaar begint voor de liefhebber van donker-psychedelische hardrockklanken meteen goed, want een van de grootste aanstormende talenten van vaderlandse bodem in deze niche, Death Alley, komt haar eerste plaat presenteren in Little Devil. In het voorprogramma vinden we de spiksplinternieuwe formatie Need, waarin zich ex-leden van Anaphylactic Shock, Bratpack en het helaas veel te vroeg heengegane Aux Raus heten op te houden. In de vooronderstelling dat het dan met de podiumvibes wel goed zal zitten, begeven we ons in ons meest kwalijk riekende tenue naar de stationsstraat.

NEED

En inderdaad, dit stelletje doorgestarte muziekveteranen blijkt zich op de planken tot een waar veelkoppig muziekmonster te ontpoppen. Vooral de frontman (nee, niet die van Aux Raus) blijkt een furieuze presentie, maar misschien (zeker weten doen we het niet, want onze kennis van de technische kant van het musiceren is werkelijk erbarmelijk) heeft de daaruit volgende bewegingsdrang als ongewenst bijeffect dat het optreden wordt geplaagd door microfoonproblemen. Het blonde beest laat zich daardoor echter niet temmen, maar spuwt zo mogelijk nog verontwaardigder zijn soms moeilijk verstaanbare teksten de zaal in. Tot genoegen van alle toeschouwers die het gespierde mannenlichaam een warm hart toedragen, noopt deze inspanning in combinatie met het snikhete zaaltje hem er uiteindelijk zelfs toe zijn T-shirt uit te trekken. Daaropvolgend wordt een nietsvermoedende, niet al te stevig ogende metalen stang misbruikt voor een tarzanesque slingermove. Zo'n ding is echter geen liaan en de Little Devil is, de hoge temperatuur ten spijt, geen jungle, waardoor de moedige poging tot herontdekking van de oermens ergens voor het podium in een knieval eindigt. Men kan echter niet zeggen dat deze man niet alles uit de kast trekt, en dat geldt overigens ook voor de rest van de band. “Maar alwetende recensieschrijver, wat voor muziek maakten deze lieden dan?”, vraagt u zich als nieuwsgierige en enigszins getergde lezer wellicht af. Nu kinders, wordt men ouder, dan wordt men veelal ook wijzer, laat de heersende muziektrends voor wat ze zijn en grijpt terug op de klassiek lederen (hardrock)geluiden van weleer. Deze band doet niet anders, en vormt daarmee een zeer goede opmaat voor het hoofdoptreden van Death Alley.

DEATH ALLEY

Ook de mannen van Death Alley hebben reeds een muzikaal verleden achter zich, en voor drie van de vier leden bestaat dat verleden in belangrijke mate uit Gewapend Beton. Misschien is het deze achtergrond die menig muziekschrijver in de verleiding brengt enige punkinvloeden in het bandgeluid te bespeuren, maar zelf zouden we die er zonder voorkennis niet uit halen. Nee, dit in spijkerjacken gehulde viertal laat zich bovenal inspireren door het voorafgaande tijdsgewricht, toen woest metalig motorgedruis het bloemenkinderengekweel langzaamaan begon te overstemmen. De productie van hun pas uitgebrachte langspeler, 'Black Magick Boogieland', heeft een zeldzame retrokwaliteit die weliswaar goed past bij de sfeer van de nummers, maar ons slechts matig voorbereidt op de overdonderende jamachtige sfeer van een liveoptreden. Het publiek heeft duidelijk zin in een feestje, dat helpt zeker mee, maar ook zonder dat voorafgaand enthousiasme is het bijna onmogelijk stil te staan bij de gedreven rockklanken van dit Amsterdamse gezelschap. Met name het gitaarwerk verdient hier een eervolle vermelding – de uitgesponnen solo in afsluiter 'Supernatural Predator' is ronduit huiveringwekkend, niet in de laatste plaats omdat de geest van de voorman van The Devil's Blood er bijna tastbaar in lijkt rond te waren. Toegift 'N.I.B.' vormt vervolgens een toepasselijk vertrouwd einde van dit licht nostalgische samenzijn.

Vrienden van het harde rauwe rockwerk mogen zich in hun handjes knijpen dat bands als Need en Death Alley in ons landje rondlopen.