MDC bruist van energie in Little Devil

Milkman zorgt voor vertrouwd startschot

Wouter de Waal ,

Men mag dan al zo'n drieënhalf decennium over de globe rondwaren om zijn radicale politieke boodschap te verspreiden, bij d'n Devil was MDC toch een aantal jaartjes niet meer te gast geweest. Tot afgelopen vrijdag, toen de Amerikaanse hardcore/punkband rond illustere frontman Dave Dictor daar voor een prima gevulde zaal liet horen nog niets aan kracht en passie ingeboet te hebben.

MILKMAN

Prijkt de drieletterige naam van een berucht razend combo (zoals D.R.I. of M.O.D.) op een plaatselijk affiche, dan kunnen de lokale helden van Milkman vanzelfsprekend niet ontbreken. Natuurlijk verzorgen deze veteranen dus ook vanavond het voorprogramma, waarbij ze zich met hun kenmerkende no-nonsense aanpak in een slordig half uur door een bescheiden uitsnede van hun even zware als rappe repertoire heen raggen. Subtiliteit en finesse worden als altijd zorgvuldig vermeden in een set die als een op hol geslagen pletwals over de talrijke aanwezigen heen dendert, sporadisch onderbroken door wat snedig commentaar van frontman Meeri. Uiteindelijk kondigt deze aan dat er nog vier nummers te gaan zijn, waarna het optreden binnen enkele minuutjes ten einde is. Haastige spoed is zelden goed, maar in het geval van dit vrolijke viertal valt er toch veel voor te zeggen. Aldus kan eenieder zich met een fris en opgeruimd gemoed opmaken voor de performance van MDC.

MDC

Al vanaf het begin van de avond is de hoofdact prominent aanwezig op het podium met een groot 'Multi-Death Corporations'-spandoek dat tegen de achterwand bevestigd is. Het maakt een fervente indruk, die natuurlijk uitstekend bij de uitstraling van de band past. Hamvraag is echter of het vuur dat ervoor zorgde dat deze band rond 1980 ontstond, zovele jaren na dato nog steeds brandende is. Het antwoord blijkt gelukkig al snel een ondubbelzinnig 'ja': Dictor staat vanavond vol overtuiging op de planken en leidt bijna elk nummer in met een kort betoog, dat anders dan doorgaans het geval is bij concerten allerminst de vaart uit het optreden haalt, maar integendeel sfeerverhogend werkt. De toon is rabiaat, maar zeker ook komisch: niet lang nadat het befaamde 'Millions Of Dead Cops' de revue gepasseerd is, meldt hij dat Ian MacKaye van Minor Threat en Fugazi hem ooit eens aanspoorde om positievere nummers te schrijven, waarna we op het toekomstvisioen 'No More Cops' getrakteerd worden. Dat de sterke arm van de wet nog altijd een grote inspiratiebron vormt, blijkt overigens wel uit nieuweling 'Don't Open The Door': een dringend advies om de deur op de knip te houden als er een representant van het gezag voor staat.

Daarnaast komen echter nog talloze andere zaken aan bod, van antikapitalisme (zie spandoek) tot dierenleed ('Corporate Deathburger'), van ervaringen als werknemer bij het grote voedselbedrijf Domino's ('I Hate Work') tot satirische reflecties op staat van herkomst Texas en Amerika en de Amerikanen in het algemeen – waarbij de fijne eerste hitsingle 'John Wayne Was A Nazi' allerminst vergeten wordt. Niet alleen het bandhoofd, maar ook de instrumentalisten krijgen trouwens ampel gelegenheid te schitteren tijdens deze kernachtige muzikale observaties, met een opvallende sterrol voor de bassist. Doorslaggevend voor het succes van deze performance is echter niet de techniek, die in dit genre sowieso slechts een bescheiden rol speelt, maar het grote enthousiasme waarmee de band het aansprekende materiaal over het voetlicht brengt. Dat slaat al snel over op het publiek en zorgt voor een energieke respons, tot het eigenzinnige slot van de set aan toe: een verrassende 'a capella'-versie van Otis Reddings '(Sittin' On) The Dock Of The Bay'. Een gemoedelijk einde van een memorabel bezoek van deze hardcore/punk-pioniers.