#RB15: Eerste dag Roadburn laat bezoekers de oermens in zichzelf ontdekken

Wovenhand imponeert met gedreven set; Eyehategod veroorzaakt dampende pit

Maarten & Wouter de Waal ,

Eindelijk is het dan zover: de jaarlijkse hoogmis voor de vereerders van alles wat duister, zwaar en geestverruimend is gaat deze donderdag weer van start. Het weer werkt bepaald mee – wanneer we aankomen koesteren de nodige in het zwart gehulde muziekliefhebbers zich al in een heerlijk lentezonnetje.

Een mooi begin van het festival, dat ons er echter niet van kan weerhouden ons tijdig in de grootste zwarte doos van 013 te begeven voor het optreden van Sólstafir. De twee centrale thema's van deze editie, namelijk Noor(d)se cultuur en mythologie enerzijds en film anderzijds, gaan bij dit concert een gelukkig huwelijk aan. De IJslandse band, die morgen ook nog een 'normale' set speelt, voert nu een integrale soundtrack uit bij de film 'Hrafninn Flýgur' (oftewel 'When The Raven Flies': de raaf wordt in de Germaanse mythologie in verband gebracht met oppergod Odin, en speelt een omineuze symbolische rol in dit verhaal). We hadden van tevoren reeds een stukje van de film gezien en konden toen het geduld niet opbrengen hem af te kijken, maar dankzij de bijzonder stemmige muzikale ondersteuning van de vier rockers worden we meegezogen in het verhaal en ontvouwt zich voor onze ogen een tragisch epos van wraak en bedrog, boetedoening en verzoening, een strijd tussen de in bloed gedrenkte krijgersmoraal van de Vikingen en de vreedzame schriftcultuur van het christendom. De band weet wanneer ze even in moet houden en bij belangrijke passages zwijgen de instrumenten soms zelfs geheel (wat ook bevorderlijk is voor het begrip van het verhaal), om dan bij strijdtonelen weer krachtig terug te keren. Een indrukwekkende ervaring.

Een van de nadelige kanten van het festivalleven is de voortdurende noodzaak tot het maken van lastige keuzes. Omdat we ons niet konden losrukken van de klanken van Sólstafir, komen we pas halverwege bij het optreden van SubRosa binnenvallen. Dat is jammer, want de door violen ondersteunde, zware doomfolk van dit gezelschap uit Utah weet ons meteen mee te slepen, niet in de laatste plaats door de angstaanjagende vrouwelijke vocalen. Gelukkig krijgen we de dynamische finale nog mee. Na een korte eetpauze keren we dan weer terug in Dudok/Het Patronaat voor de stuwende rock van Spidergawd, die perfect aansluit bij de zonnige dag. De ritmesectie van dit gezelschap is identiek met die van het onvolprezen Motorpsycho, maar waar die band vaak groots en progressief uitpakt (zoals ook te zien is in een documentaire over een uniek project van de groep met een klassiek koor, die in de kelder van V39 draait), beperkt deze formatie zich tot de energieke essentie van het genre. Aan degenen die behoefte hebben aan wat minder vrolijk vermaak is echter ook gedacht, want tezelfdertijd serveert Primitive Man in een uitpuilende Kleine Zaal een moddervette doomsludgeschotel die slechts door weinige artiesten geëvenaard zal worden. Ook zonder flauwe referenties naar de toepasselijke omvang van twee van de drie bandleden met recht een verpletterend optreden te noemen.

Dat men niet altijd filmbeelden nodig heeft om een cinematografische show te geven, bewijst het nimmer teleurstellende Russian Circles vervolgens op het hoofdpodium. Na al die mensenmassa's krijgen we onderhand wel behoefte aan een wat intiemere ondergrondse sfeer, dus begeven we ons naar de Cul de Sac voor de show van de lokale blackmetalhelden van Verbum Verus. De band liet eerder al een positieve indruk achter op de voornamelijk aan zwarte metalen gewijde vrijdag van het Incubatefestival in 2013, dus zijn we benieuwd of ze ons nog steeds weet te bekoren. Verwend door het goed verzorgde geluid in de professionele zalen die we eerder aandeden, moeten we in eerste instantie nogal wennen aan de meer primitieve omstandigheden waaronder deze mannen hun werk moeten doen, maar dankzij het krachtige liedmateriaal, waarmee men ook zonder eeuwig doorratelende blastbeats een krachtige occulte sfeer weet neer te zetten, komen we uiteindelijk toch in de juiste stemming. De overtuigende podiumpresentatie zal hier zeker ook een belangrijke rol in gespeeld hebben. Hulde.

Na dit korte intermezzo vinden we onszelf toch weer terug bij het hoofdpodium voor het van tevoren reeds veelbesproken optreden van Wovenhand. Het vehikel van sombere christen David Eugene Edwards was in 2011 al eens te gast op het festival en liet toen een ferme, maar ook behoorlijk vervreemdende indruk achter bij uitvoerende(n) en publiek – een zekere levensbeschouwelijke spanning was voelbaar en Edwards vertrok na afloop in gedrukte stemming naar de kleedkamer, maar dit liet onverlet dat de merch van de man de toonbank over vloog (zie hiervoor ook het artikel van 3voor12-collega Ingmar Griffioen). Al met al spraakmakend genoeg om de beste man nog een keer terug te vragen. Op muzikaal vlak is in de tussentijd wel één en ander gewijzigd – Edwards trekt nu met een andere band rond en op zijn laatste plaat 'Refractory Obdurate' is de ingetogen donkere folk van weleer uitgebreid met veel hard rockende passages. Deze verandering zien we ook terug in de ronduit enerverende set die de trots rechtopstaande 'Indiaanse cowboy' David Eugene (inclusief karakteristieke hoed met veren) over een enthousiast Roadburnpubliek uitstort, hoewel hij later in de set ook ruimte maakt voor rustiger materiaal. Anders dan de vorige keer verlaat hij nu met opgeheven hoofd, de hier en daar opgestoken duivelshoorntjes ten spijt, en een welgemeend “God Bless You” het podium.

Die laatste woorden zul je niet snel horen uit de mond van Mike Williams, de provocerende frontman van (what's in a name) Eyehategod, dat na Wovenhand de planken mag betreden. Mike is er bepaald niet vies van het publiek wat te stangen en andersom geldt hetzelfde, zodat iemand die herhaaldelijk de southernrockklassieker 'Freebird' van Lynyrd Skynyrd aanvraagt uiteindelijk verzocht wordt naar zijn hotelkamer terug te keren om daar te sterven. Er zijn echter vele manieren om een publiek in beweging te krijgen, en de aanpak van Williams past zonder meer uitstekend bij de zelfkantsludge uit het Diepe Zuiden van Eyehategod – het duurt dan ook niet lang voor er een behoorlijke pit ontstaat voor het podium, een fenomeen dat men op een festival als Roadburn slechts zelden meemaakt. Een wat serieuzer momentje ontstaat wanneer het overlijden van drummer van het eerste uur Joey LaCaze kort wordt gememoreerd, maar dat doet niets af aan het vileine karakter van het optreden. Om onze avond niet al te zwaar af te sluiten laten we de integrale uitvoering van Bongrippers laatste wapenfeit 'Miserable' daarop aan ons voorbij gaan, om het afsluitende concert van Mugstar in Dudok mee te pikken. Zowaar eens geen rijen voor de deur dit keer en ook binnen is er nog ruimte zat, maar wie denkt dat dit iets zegt over de kwaliteiten van deze vier Britten, heeft het bepaald bij het verkeerde eind. De op hoog volume door de speakers knallende krautpsychrock van de Britten met flitsende visuele ondersteuning weet integendeel veel aanwezigen zelfs op dit late uur nog aan het dansen te krijgen. Een hooggestemd einde van een heel geslaagde eerste Roadburndag.