De zondag van Mundial 2015 (blog)

Met o.a. Le Peuple de l'Herbe, Ernst Jansz, The Black Marble Selection en Pierce Brothers

Geneviève Smans, Jenny Janssens, Joost Peters en Renate Krabbendam ,

3voor12/Tilburg is op Mundial, het meest multiculturele festival van Tilburg en omgeving. Het hele weekend is de Spoorzone het domein van artiesten uit alle windstreken. Ook op Mundial werken we met een liveblog met altijd de laatste recensies en beelden, dat in de loop van de avond en daaropvolgende ochtend steeds verder wordt aangevuld. Blijf dit blog dus in de gaten houden voor het laatste nieuws.

The Black Marble Selection

"Speciaal voor de ouwe rotten die in hun midlifecrisis zitten en voor de jonge mensen die willen dansen" roept Joep Schmitz van Cairo Liberation Front als hij The Black Marble Selection aankondigt.

Zanger JP Lilipaly is als enige in de band afwijkend gekleed; de rest van de band heeft zwart met wit gestreepte T-shirts aan in combinatie met een witte broek. Vanaf het eerste akkoord gaat de foyer van Hall of Fame los op de sixties beat met rythm-&-bluesinvloeden. De bandleden herinneren zich nog goed dat ze drie jaar geleden ook op Mundial stonden en toen 'Take Me Away' speelden, dus om de traditie in ere te houden spelen ze dit nummer dit jaar weer. Het optreden van de Tilburgse mannen kent vele hoogtepunten, zo deelt frontman Lilipaly bier uit. Niet alleen voor the lucky few op de eerste rij; hij gooit ook een aantal sixpacks de zaal in. Daarnaast hebben ze een opblaasboot meegenomen, JP Lilipaly "surft" zingend over de enthousiaste menigte. Als klap op de vuurpijl slingert de charismatische zanger ook nog een aantal T-shirts en een LP van de band de zaal in. (GS)

La Sra. Tomasa

Na een verkeerd uitgesproken aankondiging ('Sra.' is toch echt een afkorting voor 'Señora') bestijgen de heren van La Sra. Tomasa het podium. De groep Spanjaarden haalt alles uit de kast om een feestje te bouwen op het VPRO parkpodium. Ze worden vergeleken met La Pegatina, dat later vandaag zal spelen, met invloeden van drum 'n bass en dubstep. Dit blijkt al tijdens het intro dat erg elektronisch klinkt. Het publiek staat op om te beginnen met dansen, maar komt niet los voor het derde nummer. Jammer is dat de beat ontbreekt in de samples die gebruikt worden en dit is goed te merken in de tamme sfeer. Gelukkig zorgen de bassist en percussionisten voor verandering en de energie van de frontman, die tevens fungeert als MC, werkt aanstekelijk; zelfs de achterste rijen gooien de heupen los. Een sterk contrast met de veelal luie sfeer die eerder deze dag heerste op het festivalterrein.

 Het publiek oefent salsapasjes en wanneer de beat gedropt wordt, barst het feest los. Halverwege de set verrast La Sra. Tomasa het publiek door hun gebruikelijke geluid te combineren met rock, wat goed in de smaak valt bij het publiek. Wanneer de heren de latinvibe weer oppakken, heeft het publiek moeite met de overgang. Uiteindelijk vindt iedereen het ritmegevoel terug en wordt het steeds drukker en gezelliger. Latijns aandoende heupbewegingen worden afgewisseld met papadansjes. Jong en oud doet mee, van meisjes op blote voeten die versierd zijn met teenringen tot typische studenten en ruige mannen met metalshirts. Vooraan ontstaat zelfs een moshpit. Het wordt lekker Hollands als de heren 'Bumaye' in de versie van Major Lazer draaien; er wordt geklapt en meegeneuried tot het eind. (RK)

Ernst Jansz

Op een festival vol wereldmuziek kunnen de afgevaardigden uit Nederland natuurlijk niet wegblijven. Muziekveteraan Ernst Jansz speelt samen met “de vleesgeworden multiculturele samenleving in een notendop” een intieme set in de Boemel. Dit mede door de grootte van de locatie, maar ook door de persoonlijke ervaringen die Ernst met zijn trouwe schare fans deelt. Vrijwel elk lied wordt voorafgegaan door een achtergrondverhaal, waardoor het geheel een extra dimensie krijgt. Met gesloten ogen zingt Ernst over zijn overleden vader, zijn Indonesische achtergrond, kinderliedjes, zijn vrouw en zijn dochter. Minder persoonlijk en iets harder waren de Nederlandse covers van Bob Dylan die geweldig vertaald en met respect uitgevoerd zijn.
 
Bij aankomst staat er een rij voor de deur die tot het podiumpje van de Smederijtuin reikt. De beveiliging wordt zelfs opgeroepen; niet iedereen mag naar binnen. Ironisch genoeg start Jansz het optreden met ‘Dit Huis’: terwijl de tekst "Er staat iemand aan de deur" klinkt, kijkt het overschot aan publiek door de ramen met afgunst toe hoe de lucky few binnen staan. Het publiek dat wel binnenstaat beantwoordt die blik met dezelfde emotie; het is tropisch warm in de slecht geventileerde ruimte. Enkele dames die in kleermakerszit vooraan zitten, wapperen met hun plattegrondjes op de maat van de muziek ter verkoeling.
 
De hitte past perfect bij de exotische instrumenten die de groep bespeelt en de liedjes over Indonesië. Hoewel de meeste toehoorders laaiend enthousiast zijn, wordt Jansz' muziek regelmatig verstoord door rumoer van achterin de zaal. De oorzaak is de bar, waar men met deze broeierige temperaturen regelmatig verkoeling zoekt. (RK)

Pierce Brothers

Als een tweemans Mumford & Sons trappen de Pierce Brothers - all the way from Down Under - af met het folky ‘It’s My Fault’. Niet alleen heeft het stemgeluid van de tweelingbroers bijzonder veel weg van dat van Marcus Mumford, ook de drumritmes en gitaartokkels zijn heel erg Mumford-like. Niet echt authentiek, maar het Mundial-publiek lust er wel pap van. Jack is overduidelijk de druktemaker van de twee broers; na ons enthousiast welkom te hebben geheten, haalt hij zijn digeridoo tevoorschijn (dit is overigens geen metafoor). In een waarlijke balanceer-act bespeelt hij met zijn ene hand de digeridoo, terwijl zijn andere hand dient als muziekstandaard voor de mondharmonica van zijn gitaarspelende broer. Later in de set bespeelt Jack met zijn drumstokken onder andere Patrick’s gitaar, de monitors en de barrier, waarschijnlijk omdat een drumstel te mainstream is.
 
De mannen kondigen aan nieuw materiaal op zak te hebben. Voor een nummer dat ze nog niet eens hebben opgenomen, wordt er een elektrische gitaar tevoorschijn gehaald. Vanaf de eerste akkoorden schudden de broers het bravige folk-imago van zich af. Hoewel het brave deel best goed in de smaak lijkt te vallen bij het Mundial-publiek, geeft dit rockende nummer de set wat meer pit. De boost die de set hiervan krijgt, is echter maar van korte duur; na dit nieuwe nummer wordt het folk-hitje ‘Overdose’ ingezet. Met deze meezinger hebben de Pierce Brothers wél het Mundial-anthem van de dag te pakken.
 
''Does anyone want a beach bal?'', roept Patrick Pierce vanuit het niets door de microfoon. Niet veel later wordt er vanaf het podium een flink aantal strandballen richting het publiek gegooid, die daarna door iedereen vakkundig in de lucht worden gehouden. Het ballenfestijn (ook geen metafoor) zorgt voor een mooi zomers tafereel. (JJ)
 

Metá Metá

‘Wat is dít?’ De (milde) paniek is zicht- en voelbaar bij sommige aanwezigen als de Brazilianen van Metá Metá hun middagshow in de Koepelhal aftrappen. We horen Sonic Youth-achtige noise, vermengd met Afrikaans aandoende zang en een incidentele sax-oprisping, en al snel wordt duidelijk dat deze woeste, experimentele mix van samba, funk, jazz en punk niet aan iedereen is besteed. 

Nadat de eerste bezoekers de hal in allerijl hebben verlaten en alleen de echte diehards overblijven, neemt de band gas terug. Wie blijft, wordt getrakteerd op op het eerste gehoor ondoordringbare geluidscollages, die naarmate het optreden vordert steeds meer van hun pracht prijsgeven. We horen een dwarsfluit opdoemen, de drummer gaat zich te buiten aan een (obligate) drumsolo, en zangeres Juçara Marçal heft de handen al klaagzingend ten hemel. Wereldmuziek in zijn meeste pure, rauwe vorm. (JP)

Aziza Brahim

Gehuld in een blauw-goud gewaad betreedt de goedlachse vocaliste Aziza Brahim uit de westelijke Sahara met haar band het Parkpodium, vastberaden om het Mundialpubliek langzaamaan uit hun festivalnacht te laten ontwaken. Het is dan misschien al wel middag, maar voor festivalbegrippen voelt het toch echt als ochtend. Langzaam maar zeker vult het grasveldje zich met groepjes chillende mensen op kleedjes.

Dansen zit er helaas nog niet in, terwijl de Arabische wereldmuziek als deze zijn kracht vindt in de catchy beats. Het komt allemaal nog niet echt los op het veldje, dat komt ook grotendeels doordat de set vrij vlak blijft. Het feit dat Brahim in het Arabisch zingt, draagt daaraan bij. De entertainmentwaarde is laag, op het podium gebeurt er niet zo veel. Het is alsof je naar een wereldmuziek-cd staat te luisteren die je bij je lokale koffiezaakje kunt kopen. Niet veel mis mee, maar ook niet heel spannend.

Toch is het optreden van Aziza Brahim een prima begin van je festivaldag om nog even de rest van het blokkenschema bij door te nemen. Maar dan kondigt Brahim het laatste nummer aan in haar gebrekkige Engels: ‘’This song is dedicaded to my homeland’’. Waar het eerst (letterlijk en figuurlijk) niet van de grond kwam, begint het publiek nu toch wakker te worden. Her en der waagt het publiek toch een dansje. Alsnog een waardig eind van de set, met als hoogtepuntje de bongosolo van Brahim’s percussionist. (JJ)