Gisteren kregen we al een staartje mee van het optreden van deze Amerikaanse heersers van de rockunderground, en die energieke apotheose deed ons verwachtingsvol uitzien naar de show van vandaag. De cultformatie rond Buzz Osborne, die vorig jaar nog solo op dit festival te bewonderen was, krijgt vanavond maar liefst anderhalf uur de tijd om ons een indruk te geven van enkele decennia zwaar rockmateriaal, dus het mag geen verbazing wekken dat men de tijd neemt om de set op te bouwen.
Na een intromuziekje van Black Sabbath dat geknipt is om alvast wat in de stemming te komen, mogen de twee trommelaars die de nu vierkoppige band rijk is de aftrap verzorgen, en dat doen ze met een knap staaltje synchroondrummen dat een goede indicatie blijkt te vormen voor de rest van de set, waarin beide drummers elkaar exact blijven volgen – bepaald geen geringe prestatie, gezien het soms in ritmisch opzicht nogal uitdagende materiaal. “De muziek van de Melvins is drukkend zwaar en traag, maar dan zonder dwaze mystieke teksten of eindeloze gitaarsolo's; het is gewoon een massieve, sijpelende hoop donker slijm”, zo kopieert het programmaboekje (in onze wel erg vrije Nederlandse vertaling) de woorden van allmusic-godfather Stephen Thomas Erlewine – en als om dit vermeende gebrek aan mystiek van een ironisch commentaar te voorzien, heeft Buzz zich in een soort hogepriestergewaad gehesen, terwijl het hoofd van de bassist wordt opgesierd door een mooie tulband.
Bij de Melvins, die zich in die zin een echte indieband betonen, gaat alles gepaard met een knipoog, maar feit is dat de eindeloos voortroffelende drums en de bezwerende zang het optreden een seance-achtige kwaliteit meegeven. Die sfeer wordt ook niet doorbroken door informeel geklets met het publiek tussen de nummers door, hoewel de bassist zeker niet bang is voor wat fysiek contact met zijn toeschouwers, en aan het einde van het optreden zelfs een soort plechtige afscheidsronde door de zaal maakt. De ingenieus in elkaar geweven drumpatronen vormen de basis van een anderhalf uur lange trip met enkele felle gitaaruithalen van Buzz, die naast eigen materiaal ook een incidentele cover (van Wipers, aldus onze buurman in de zaal) niet schuwt. De Melvins nemen de tijd om hun set te besluiten, en verdwijnen ook na de uitgebreide knuffelsessies van de bassist pas na enige tijd volledig van het podium, om het publiek op de tonen van een repetitieve drone bij herhaling toe te voegen “You Are Free To Go, You Are Free To Go Now”. Een passend vervreemdend en enigszins pesterig einde van het optreden van een band die in haar lange carrière nooit een crowdpleasing attitude heeft aangenomen. (MdW)