Incubate 2015: Het grote maandag-blog

Recensies van onder andere Alcest, The Soft Moon en Sun Kil Moon

Bas van Duren, Freek Verhulst, Joost Peters, Renate Krabbendam, Jenny Janssens en Mabel Zwaan ,

Nadat ZaZaZoZo en Rocky Marsiano het festival op kundige wijze tropisch openden bij het Natuurmuseum, kon het Incubate-geweld maandagavond dan eindelijk echt losbarsten. In deze blog staan alle recensies van de ouverture van Tilburgs meest diverse festival.

Italiaans Go!Zilla van catenaccio naar totaalvoetbal

Eén prijs heeft spitsafbijter Go!Zilla in de Stadskelder alvast te pakken: die van bandnaam-die-het-meest-klinkt-als-zo'n-jaren-'90-p2p-programma-waar-je-dikke-virussen-van-krijgt. En warempel: op de site van Incubate linkt het festival naar een Wikipedia-artikel van Go!Zilla, maar dat blijkt per abuis over een bestaande downloadmanager te gaan die, je raadt het nooit, erg dubieus was vanwege adware die het programma automatisch installeerde.

De enige vergelijking met dit Italiaans trio is dat er aardig wat jaren '90-invloeden zijn te herleiden uit de grungy gitaarpartijen en in de eerste paar nummers lijkt de basloze band last te hebben van een virus, want echt van de grond komen doet het pas na twee trage catenaccionummers. Hun derde song is een soort psychedelisch mini-punkepos waarin een puntig ritme naadloos overgaat in een deinende wals. Vanaf dat punt komt de 'Go!' in Go!Zilla los en wisselt het netjes af tussen spannende psychedelica en garagerock die normaliter na een half uur wel volstaat, maar door de afwisseling vliegt een klein uur voorbij. En dat terwijl er driekwartier was ingeruimd.

Jammer genoeg is de zang vaak bedolven onder het eigen gitaargeweld, maar laten we daar vast aan gaan wennen; het moet raar lopen gaan we dat niet vaker meemaken op Incubate. (BD)

Indian Jewelry doet donkere NWE Vorst duizelen

De groep heeft het podium amper betreden als het verzoek al klinkt om alle lichten in de zaal te dimmen: Indian Jewelry wil absolute duisternis. Met desolaat galmende vocalen over holle drumcomputerbeats en dronende, geëffecteerde gitaar- en bastonen, draagt het Texaanse kwartet echter ook zeker haar eigen steentje bij aan het donker. Invloeden uit Nine Inch Nails-achtige industrial zijn duidelijk hoorbaar, met hier en daar een vleugje noise. De zwaar vervormde zang van Erika Thrasher veroorzaakt in combinatie met de irritante, overuren draaiende stroboscopen die de Amerikanen zelf hebben meegenomen, een haast letterlijk duizelingwekkende sfeer in de grote zaal van de NWE Vorst. Zo lijkt Indian Jewelry haar doel een beetje voorbij te schieten, maar gelukkig neemt gitarist Tex Kerschen de microfoon richting het einde van de set vaker ter hand: zijn rauwe stem ligt wat meer 'in de muziek', waardoor het psychedelische totaalplaatje uiteindelijk toch nog in elkaar valt. (FV)

EF: post-rock uit het boekje

Spannende post-rock met spaarzame vocalen: de Zweden van EF maken er al vier albums lang furore mee. De vijfkoppige band uit Gothenburg neemt ons op deze eerste Incubate-avond mee op een spannende ontdekkingstocht door het weidse, ruige Zweedse landschap; lieflijke passages worden afgewisseld met door onheilspellend tromgeroffel ingeluide, allesverzengende geluidserupties. Hoe indrukwekkend die geluidsmuur ook is, de band is toch echt op zijn best tijdens de zachtere passages, als er zelfs een melodica opduikt in de geluidsmix en er, in combinatie met het kraakheldere geluid, de overweldigende lichtshow en de fraaie glas-in-lood-ramen, een welhaast sacrale sfeer ontstaat op de zolder boven Dudok. 
 
Het snel toegestroomde publiek lust er wel pap van: de gedurende de set snel volstromende zaal blijft tot het einde toe goed gevuld. Intens en met veel passie uitgevoerd, maar hier en daar ook een tikkeltje voorspelbaar: EF trakteert Incubate op post-rock uit het boekje. (JP)
 

Zeldzaam spannend optreden Mark Kozelek

Mark Kozelek die op zijn praatstoel zit en zijn publiek aan het einde zelfs bedánkt: de wonderen zijn de wereld nog niet uit, zo blijkt op deze eerste Incubate-avond. De Amerikaan heeft een reputatie als het gaat om het zoeken van ruzie met zijn publiek, en van tevoren heeft Incubate-directeur Vincent Koreman de Concertzaal nog goed geïnstrueerd: zet je telefoon uit, maak geen foto's, en blijf vooral ook tot het einde op je stoel zitten.
 
Het eerste halfuur van het optreden is de spanning voelbaar: de voorman van Sun Kil Moon klaagt over de lege stoelen op de eerste rij, de Concertzaal waarin hij eerder die dag verdwaalde ('This building is like the fucking Shining') en over het in zijn ogen te tamme (!) publiek. Langzaam maar zeker ontdooien echter zowel Kozelek als bezoekers: er wordt gegrapt, er wordt geïnformeerd naar andere Incubate-tips voor Kozeleks laatste avond in Nederland ('Going to Canada tomorrow, that's gonna suck'), er wordt gevraagd om verzoeknummers (een prachtig uitgevoerd Carissa), en richting het einde ontstaat een sfeer die zelfs licht 'jolig' genoemd kan worden.
 
Blijft over: de muziek. Die is vanavond dik in orde. Niemand die zo intens kan zingen over hoogst particuliere beslommeringen en jeugdherinneringen, en je als bezoeker tóch het gevoel kan geven dat het allemaal over jou gaat. Mark Kozelek pakt de Concertzaal in met een zeldzaam spannend optreden. (JP)
 

Umungus is best wel gigantisch

Als de eerste tonen van Umungus klinken, kijkt een groot deel van de gasten in de Cul de Sac verbaasd op. Dat is niet gek, aangezien Umungus bij het gratis programma hoort en er ongetwijfeld wat niet-Incubategangers rondloopt. Maar met de nodige speciaalbiertjes in de hand, schuifelt het grootste gedeelte zich richting podium. De Belgen hebben zich geanticipeerd op een langzame start, want het eerste nummer heeft een ongelooflijk lang, rustig intro. De kuil voor het podium staat bijna vol wanneer het kalme gitaarspel overgaat in meer pyschedelische rock dat wel een aardig tempo vol houdt.
 
Het publiek laat zich gewillig opzuigen door de ingetogen stukken in de vreemde wereld van Umungus. De Luikse mannen zorgen voor een Oosters sfeertje met percussie-instrumenten en excentrieke gitaarrifjes. Mochten ze het podium ooit gedag zeggen, dan kunnen de heren nog altijd aan de slag als slangenbezweerders.
 
De stiltes tussen de nummers duren soms net te lang, maar steeds als de aandacht van het publiek dreigt te verslappen, komen de heren weer met iets nieuws aanzetten. Van jazz tot psychedelische rock en van garage rock tot blues, allerlei genres passeren een voor een de revue in deze bijzondere eclectische mix. De vraag is hoe lang ze dit vol gaan houden. Het duurt niet lang voordat ik mijn antwoord krijg; na amper een half uur spelen kondigt Umungus dan ook het laatste nummer aan en even is het publiek net zo verward als aan het begin. De Cul ontwaakt langzaam uit zijn roes; “Is het nu al afgelopen? Hoe lang staan we hier al? Welk jaar is het?” en loopt terug naar de bar voor het volgende speciaalbiertje. (RK)

 

Niet mokken, maar lekker rocken met Solids

Het podium van de Cul de Sac puilt uit van de Canadezen en Solids produceert dan ook geluid dat tot ver voorbij de zijkanten reikt. De mannen zingen vol overgave, maar helaas komt dat niet helemaal uit de verf; de drums en lage gitaartonen overheersen. Vooral de bekkens zorgen voor een teveel aan ruis waar geen stemband tegenop kan boksen. De formatie kunnen we nog het beste bestempelen als een noiserockband, maar als er meer noise dan rock klinkt, gaat er toch iets mis.

Maar wat de band verliest in het geweld, wint het weer terug met enthousiasme. Jong en oud staat in de Cul mee te springen met de enthousiaste Canadezen al moet Solids het niet hebben van rustige stukken spanning; dan verliest het publiek gelijk haar aandacht. Het is duidelijk dat iedereen hier is om te rocken en niet om naar een lieflijke gitaarsolo te luisteren.
 
En dat ze kunnen rocken, dat staat buiten kijf bij deze heren uit Montréal. De nummers zijn gevarieerd en de show blijft boeiend, mede dankzij een enorme hoeveelheid energie die ervan af spat. Drummer Louis vindt dan ook dat het wel een tandje rustiger kan en vraagt om een typisch Nederlands, groen cadeautje. Geen zorgen, het is medicinaal: hij heeft last van zijn rug. (RK)

The Soft Moon beult MIDI af met agressieve postpunkset

Al vanaf de eerste klanken van opener 'Black' is duidelijk: Luis Vasquez uit Oakland, alias The Soft Moon, gooit de zweep erover vanavond. Na die beukende EBM-track is het echter vooral postpunk wat de klok slaat. Die krijgt door de jankende synths en de verbeten performance van Vasquez, vergezeld door een drummer en bassist, wel een erg fijn agressief rafeltje.

Voor de meeste bezoekers in het MIDI komt het op de Incubate-maandagavond wellicht wat te vroeg in de week, maar de enkeling die zich voor het podium overgeeft aan de dadendrang van The Soft Moon, wordt compleet afgebeuld. Curieus momentje; Vasquez breekt de set een kwartier voor het einde af, om een paar minuten later toch weer verder te gaan met wat waarschijnlijk door moet gaan voor een toegift. Nogal onnodig bij een set van een uurtje, te meer omdat Vasquez daarmee zelf voor de enige oneffenheid in de show zorgt. (FV)

Alcest blaast Dudok omver met aangename postrock

Bij aanvang loopt het in Dudok nog niet echt storm. Op een paar die hard fans vooraan na, staat de rest op een veilige afstand van het podium toe te kijken. Op de planken staat Alcest, een langharige mannenband bestaande uit vier Fransozen. Zoals het een goede Incubate-act betaamt, is Alcest niet in één bepaald genrehoekje te plaatsen. Vooral het eerdere werk van Alcest kent black metal invloeden, maar op het laatste album Shelter nemen de postrock en shoegaze de overhand. Dit laatste is ook voornamelijk waarmee de heren Dudok omver weten te blazen. De black metal invloeden schemeren gedurende de set nog wel door, maar eisen zeker niet de voorgrond op. Bulderende metal chords vloeien moeiteloos over in dromerige, bijna rustgevende riffs. En dat trekt de aandacht. De Fransozen winnen publiek, want langzaam maar zeker stroomt Dudok alsnog vol met tevreden gezichtjes die met gesloten ogen hun hoofden meedeinen op het aangename geluidsgeweld van Alcest. (JJ) 

Kiss The Anus Of A Black Cat onheilspellend als altijd

De adrenaline suist meteen door onze aderen als vaste Incubate gast Kiss The Anus Of A Black Cat dreunend, suizend, scheurend en voet masserend zijn intro inzet. Vorig jaar stond deze bebaarde, Gentse gast nog met slechts twee electromannetjes op het podium van het festival. Dit jaar is hij terug gekeerd met een drummer erbij en mogen wij K.T.A.O.A.B.C. (wat zijn wij muziekliefhebbers zonder hippe afkortingen?) met een gerust hart een band noemen.
 

K.T.A.O.A.B.C. is er echter niet gezelliger op geworden. De muziek die dit manneke ter gehoren brengt is nog net zo sinister, onheilspellend, duister, hard en vet als we van hem gewend zijn. Hij gaat op in zijn gitaarspel en lijkt bijna de duivel te willen oproepen om een poort naar de onderwereld te openen. Onder begeleiding van een veel te harde bas verliest menig obscure muziekliefhebber, Incubater of baardfetisjist een fractie van het gehoor. De opluchting is dan ook groot als deze zachter wordt geseind. Maar stiekem ook als het is afgelopen zodat wij weer van ons olijke, kleurrijke leven kunnen genieten. (MZ) 

Kevin Morby speelt serene set in De NWE Vorst

Na rond te hebben gedoold in het doolhof van De NWE Vorst beland je, met de geur van oud theater in de neus, achter een rood gordijntje in een oase van sereniteit. Daar staat Kevin Morby met z’n twee kameraden op de planken. Even lijkt het alsof we naar een artiest staan te kijken die nog keihard aan de weg timmert, met dank aan het donkere cafésfeertje en de lage opkomst. Mooi niet. Morby - uit het straatje Bob Dylan en Real Estate - is namelijk ook het brein achter The Babies en Woods.
 
Dit sfeertje valt echter perfect in het straatje van deze muziekgoeroe. Hij bezweert het minimale publiek met zijn timide, catchy nummers die de intimiteit benadrukken. Kalme muziek die voortkabbelt als de ‘Harlem River’ uit zijn populaire nummer. Muziek om voor in de stemming te zijn. Ben je dit niet? Dan kun je het wel schudden en is de gig genadeloos saai. Een show weggeven doet Kevin Morby namelijk niet aan, het draait puur en alleen om de prachtige muziek. (MZ)

Jasper Stadhouders International Improv Ensemble gepassioneerd, ingetogen en boeiend

De eerste dag van Incubate markeert meteen het begin van de zesdaagse marathon van gitarist Jasper Stadhouders met zijn uitgebreide International Improv Ensemble. De inzet van deze groep is ruwweg vergelijkbaar met het 'Free Jazz'-experiment van de onlangs overleden saxofoongrootheid Ornette Coleman: zet een aantal getalenteerde improvisatoren bij elkaar en kijk langs welke paden de muze hen leidt, met zo min mogelijk afspraken vooraf. Zelfs de bezetting van twee drummers, twee snarenplukkers en vier blazers herinnert aan Colemans dubbelkwartet, hoewel het ensemble van vandaag bovendien een pianist in de gelederen heeft.

Van doorslaggevend belang voor het welslagen van de vrije missie van dit gezelschap is natuurlijk dat de muzikanten elkaar onderling goed aanvoelen. Dat blijkt gelukkig zonder meer het geval: het resultaat is een vloeiende continue performance, die niet alleen wilde en extraverte, maar ook opvallend ingetogen momenten kent. Doordat er naast gezamenlijke (blaas)sessies ook regelmatig in kleinere bezetting gemusiceerd wordt, terwijl de andere deelnemers aandachtig meeluisteren, ontspint zich een geluidstapijt van voortdurend wisselende klankkleuren dat moeiteloos blijft boeien. Iedere speler benut de rijkdom van zijn of haar instrument ten volle, en sommigen bedienen zich zelfs van meerdere instrumenten. Zo wordt het hoofdconcert besloten door het geluid van vallende belletjes, welke de saxofoniste even daarvoor al lopende door de zaal liet weerklinken.

Uiteindelijk blijkt er nog tijd voor een korte lyrische toegift, maar dan is de koek voor vandaag echt op. Na afloop meldt Stadhouders ons dat de samenstelling van het ensemble de volgende keren telkens weer anders zal zijn, net als de muziek. Loop één dezer dagen vooral eens een keer Paradox binnen om een bijzonder gepassioneerde groep mensen aan het werk te zien. (WdW)

Merzbow baant met geluidswallen een weg naar verlichting

Herriemeester Merzbow is zonder twijfel één van de grootste namen op het Incubate-affiche dit jaar, maar zijn compromisloze aanpak kan uiteraard niet iedereen bekoren. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij vandaag in Dudok speelt voor een tamelijk selecte aanhang. Nochtans is het alleen al vanwege de vernietigende geluidswal die hij in een ruimte als deze weet op te werpen de moeite waard om hem live aan het werk te zien.

Met zijn eigenaardige elektronische instrumentarium schept hij alras een pulserend, blikkerend wit geheel van klanken dat voor ingewijden zeker de weg naar verlichting baant, zij het dat deze in het geval van de Japanner bezaaid is met oorverdovende doornen. Voor hen die hun portie onversneden Merzbow voor het einde van de set wel gehad hebben, licht trouwens hoe dan ook een ander fenomeen op: wanneer je de mede door enkele kaarsen verlichte trap van het voormalige religieuze gebouw afloopt en naar buiten gaat, blijkt deze soloperformance ook in de buitenlucht nog heel aardig te volgen.

Dat zal de komende dagen in Midi vast minder het geval zijn, maar daar krijg je wel interessante samenwerkingen met Balázs Pándi en Full Of Hell voor terug. Bepaald geen slecht idee voor hen die nog wel wat reiniging van het oor door 'stiltemuziek' kunnen gebruiken. (WdW)