Incubate 2015: Het grote dinsdag-blog

Met recensies van onder andere Girl Band, Useless Eaters en Rats On Rafts

Joost Peters, Freek Verhulst, Carlijn Kösters, Wouter de Waal en Jenny Janssens ,

Op de tweede dag van Incubate was vooral veel plek voor gitaarbands. We zagen de punkers van Useless Eaters, de psychrock van Tamarin Desert en dan mocht het Rotterdamse Rats On Rafts ook nog eens een eigen avond in Dudok programmeren. In deze blog alle recensies van de Incubate-dinsdag.

Tamarin Desert laat Woodstock-geest neerdalen over Cul de Sac

De vloeistofdia's ontbreken, maar verder wanen we ons volledig op een in LSD gedrenkt sleutelfeestje tijdens het optreden van Tamarin Desert in Cul de Sac. De Eindhovenaren grossieren in psychedelische sixtiesrock, inclusief dubbelloopse reverbsolo's en moddervette riffs waarin een band als Led Zeppelin nadrukkelijk resoneert. 
 
Aan de oproep om tijdens het laatste nummer "helemaal los te gaan" wordt enthousiast gehoor gegeven door vier wild dansende heren in de Cul-kuil. Als na een iets te druistige dansmove een der monitoren van het podium dondert, wordt deze - geheel in de geest van Incubate - gezamenlijk weer de verhoging opgetild. Vietnam, hippies, dope: de geest van Woodstock daalt vanavond neer over ons allen. (JP)
 

Grungy 'mess rock' van Sleep Kit kan nog treetje hoger

"Det geit moeilijker den ich dach." De gitarist van Sleep Kit uit Maastricht/Aken heeft na twee nummers even wat moeite om zijn ruitjesshirt uit te trekken. Dat de temperatuur snel oploopt in een op de vroege avond redelijk gevuld Extase wekt geen verbazing: vanaf het eerste nummer gaan de Limburgers los met melodieuze, grungy punkrock in het straatje van Jawbreaker en Dinosaur Jr.  

Die klinkt op zich lekker, en de energie van de heren zet hoofden en voeten in beweging. Strafpunten krijgen de Maastrichtenaren echter voor de bij tijd en wijlen naar vals neigende zang van afwisselend de bassist en de gitarist. Ben je aanvankelijk geneigd te denken 'who cares?' (bij deze muziek draait het toch vooral om de energie en de DIY-attitude), uiteindelijk gaan de wat hulpeloze, schreeuwerige vocalen toch tegenstaan. Tip van de dag: investeer in een zanger die de mess rock live naar een nog net iets hoger niveau kan tillen. (JP)
 

The Vickers laten piepkleine Stadskelder opstijgen

Het is een vreemde gewaarwording in de piepkleine Stadskelder: vier Italianen, waaronder een boomlange zanger met duistere oogopslag die met zijn zwarte haardos bijna het systeemplafond aait. Vóór de band uit Florence staat een indrukwekkende hoeveelheid effectpedalen uitgestald. 
 
"I don't know what it is", zingt Andrea Mastropietro in het gelijknamige nummer. Wij weten het na een paar nummers ook nog steeds niet helemaal. De psychedelische spacerock van de Italianen doet denken aan Kula Shaker, roept herinneringen op aan de Indiase periode van The Beatles ten tijde van Sgt. Pepper, en groovet bij tijd en wijlen ongenadig lekker. Maar verder creëren de vier Italianen toch vooral hun eigen galmende universum. Als dan aan het einde de reverbpedalen vol open gaan, stijgt het Vickers-ruimteschip bijna op. Arm plafonnetje. (JP)
 

Girl Band valt niet te beteugelen

Zien we dat nu goed? Jazeker, Girl Band-frontman Dara Kiely zit in een rolstoel voorop het podium. De anders zo rondstuiterende aanvoerder van de Ierse noisepunkers heeft zijn enkelbanden gescheurd bij een struikelpartij over een stoeprand, en zal het vanavond in Dudok blijkbaar wat rustiger aan moeten doen.

Dat lukt Kiely echter van geen kant. Als een dolle waakhond die aan de ketting is gelegd en lijkt los te willen breken, gooit hij zijn hele lichaam in de strijd, nerveus heen en weer schuivend in zijn stoel, af en toe half opspringend. Zelfs gebonden aan een stoel is Kiely veruit het wildste lid van de groep. De laatste single 'Pears For Lunch' vergt nog niet zoveel van hem, maar bij nummers als het ruim zes minuten durende herrie-epos 'Lawman' is het soms spannend of de rolstoel het houdt.

Zoveel energie kan niet anders dan overslaan op het publiek. Aanvankelijk lijkt Girl Band baat te hebben bij een wat kleinere en donkerdere zaal, maar halverwege de set is Dudok toch goed gevuld met publiek dat haar trommelvliezen graag op de proef stelt. Het absolute hoogtepunt van de set is een zinderende uitvoering van Blawan's 'Why They Hide Their Bodies Under My Garage'. Girl Band kan het ook met handicap, zoveel is duidelijk. (FV)

Nouveau Vélo heelt Dudok met hun Helmondse pop-klanken

‘Healing pop’: zo schijnt het genre te heten waar de heren onder bekend zijn gaan staan. Zwierende gitaarklanken en een diepe kopstem, gecombineerd met een aanwezig en kenmerkend up-tempo ritme. Ze beloven één van de meest veelbelovende indiebands van Nederland te worden, wat het publiek van de mooie Dudok-zaal langzaam begint te ontdekken.

De jonge heren uit Helmond laten zich van hun beste kant zien, maar voor een band die ruim vijf jaar bestaat, staan ze toch wat licht onwennig in hun spijkerjasjes het publiek te vermaken met hun bijzondere pop-tunes, wat beantwoord wordt met ritmisch geknik door de zaal. Los komt het verder niet helemaal, afgezien van de voorste rij, wiens bloedvaten al goed gevuld zijn met alcohol.

Toch siert het rustige publiek de sfeer rondom de psychedelische klanken wel. De jongens zijn zichtbaar in hun element en het publiek is dat ook. Een prachtige zaal, een prima (doch een beetje eentonige) setlist en een mooi publiek, allemaal hartverwarmende Incubate: Nouveau Vélo heeft niks te klagen. (CK)

Geen woorden, maar daden: Rats On Rafts wint van het geluid en zet vlijmscherpe set neer

Een eigen avond mogen cureren op Incubate is niet elke band gegeven, maar de shoegazers van Rats On Rafts mogen zich er deze dinsdag aan wagen. Niet erg verwonderlijk, want Incubate houdt van Rats On Rafts en die liefde lijkt wederzijds: het kwartet beleefde in 2011 haar doorbraak tijdens het festival. Kees de Koning kwam bij de groep terecht via de lyrische verhalen over hun show in Buitenbeentje en niet veel later tekende hij ze bij zijn label TopNotch, dat het debuutalbum 'The Moon Is Big' releasete.

Terug naar de dinsdagavond van Incubate 2015, waar de Rotterdammers zichzelf tussen Nouveau Vélo en Girl Band hebben gepositioneerd. De set kent een valse start met een kapotte gitaarversterker, maar Rats On Rafts (met sinds kort een nieuwe bassiste in de gelederen) zet onverstoorbaar door. Wanneer dat geluidseuvel is verholpen, schakelt de band gelijk een paar versnellingen hoger en raast de groep met steeds spannendere postpunksongs naar het einde. Dat vuur slaat over op de halfvolle zaal, waar voor het podium zelfs een voorzichtig vriendenclubpitje ontstaat. Rats On Rafts blijft in Dudok vooral zichzelf: geen woorden, maar daden. Maar toch; zo'n scherpe, energieke set zagen we zelden eerder van ze. (FV)

Tearist: losgeslagen psycho frontvrouw steelt de show

Met een verwarde blik loopt frontvrouw Yasmin Kittles van tweemansband Tearist zenuwachtig ijsberend over de planken van Extase. ‘’Gaat het wel goed met haar?’’, hoor je het publiek denken. Geen paniek, want het is allemaal part of the act. Niet veel later zit Kittles op de grond twee langwerpige metalen voorwerpen tegen elkaar te rammen als een losgeslagen holbewoonster. Een warm welkom, zullen we maar zeggen.
 

Het is een opvallende verschijning om naar te kijken: bij opkomst is Kittles gehuld in een vest dat eruit ziet als een vaal struikgewas, maar dat vest gaat halverwege uit. Dan blijft er enkel een weinig verhullend jurkje over waar haar lingerie guitig onder vandaan prijkt. Door alle rare fratsen vergeet je bijna te letten op de muziek. Door het vocale geweld van Kittles en haar opvallende stageperformance trekken de catchy beats en donkere riffs die de Tearist-wederhelft William Stangeland Menchaca ten gehore brengt niet direct de aandacht, maar ze zijn er zeker wel. Het duo speelt een intense set en gunt zichzelf weinig rust tussen de nummers door. Toch is het de performance van Kittles die de show tekent: het ene moment huppelt ze schattig rond met een ietwat psycho grijns op haar gezicht, om vervolgens een angstaanjagende scream uit haar strot te persen, terwijl ze op haar looppedaal ramt alsof haar leven ervan afhangt. (JJ) 

Andrew Hung mag door naar het volgende level

We kennen Andrew Hung als de helft van melodicnoiseduo Fuck Buttons, maar Hung kwam in maart met een bijzonder solodebuut: zijn EP 'Rave Cave' (ondertitel: 'Level 1') werd volledig gecomponeerd met een GameBoy. In de kleine zaal van de NWE Vorst voert Hung werk (in stijl) van die EP uit.

Nu is 8bit geen nieuw genre voor Incubate: In 2013 werd er zelfs een hele avond aan gewijd. Toen was er daadwerkelijk sprake van een soort 'rave', in de oude batcave, maar van raven komt het ondanks Hungs veelbelovende EP-titel vandaag niet, wellicht mede door het opmerkelijk beschaafde volume dat hij hanteert. Prettig voor de oren is dat zeker, maar het maakt wel dat deze set meer als een luistersessie voelt. Hungs overkomen draagt daar extra aan bij; kalm en geconcentreerd staat hij over zijn apparatuur gebogen, een beetje alsof hij echt een gameboyspelletje aan het spelen is. De muziek en de Matisse-esque visuals moeten de rest maar doen. Niets mis mee, want de enkeling die zich funky en nerdy genoeg voelt gaat toch wel ongestoord los, maar het doet wel smachten naar het volgende level. Hung lijmt namelijk verrassend soepel verschillende dancestijlen aan elkaar en waar 8bit toch vaak na een tijdje als een gimmick gaat aanvoelen, is daar hier geen sprake van. Ruim een kwartier voor het geplande einde van zijn set wordt het donker en stil. Zwijgend zwaait Hung bescheiden naar zijn publiek en stapt van het podium. Uitgespeeld. (FV)

Met Giöbia terug naar de tijd van cult-sci-fi-films

Dat oude mensen, begoocheld door de illusies die hun eigen selectieve geheugen hen voorspiegelt, vaak nostalgische gevoelens koesteren voor de tijd van hun jeugd, mag als een welbekend feit gelden. Intrigerender is het, wanneer mensen die zelf nog jeugdig zijn haken naar de periode waarin hun oma's hun gloriedagen beleefden. Waar dit curieuze sentiment zijn grond in vindt, zal wel voor altijd een raadsel blijven, maar het is zeker dat veel hedendaagse popmuziek erdoor gedragen wordt.

De Italiaanse band Giöbia, die zichzelf heeft vernoemd naar een oud feest uit het noorden van hun land, maakt spacerock alsof het nog steeds 1969 is. Neem wat kleurig in elkaar vloeiende lichtprojecties, besnorde langharige mannen, een vrouw die druk in de weer is met tamboerijnen en sambaballen, schier eindeloos uitgesponnen fuzzy klanken die een goede soundtrack zouden vormen bij een cult-sci-fipareltje uit de jaren dat de special effects nog in de kinderschoenen stonden en om het af te maken hier en daar een wat Indisch aandoend intermezzo – en zie, uw ruimtereis naar de wereld van een halve eeuw geleden is compleet.

Een heel aangename verpozing voor eenieder die zich graag even in zo'n tijdcapsule opsluit, en het moet gezegd, de nauwe ruimte van de Stadskelder leent zich goed voor een dergelijke vlucht uit het huidige tijdsgewricht, maar zelf gaven we na een poosje toch de voorkeur aan de meer eigenzinnige en persoonlijke, Arabisch getinte avant-gardistische folkcomposities van Osman Arabi in de Extase. Ieder het zijne. (MdW)

Aanstekelijk Useless Eaters vreet punk met sixties

In voorgaande jaren gold de Cul de Sac op een doordeweekse Incubatedag als the place to be voor alle nachtbrakers die zich ook na twaalven niet van het feestgedruis konden of wilden losrukken. Dit jaar lijkt die rol iets minder geprononceerd, al was het maar omdat op de meeste dagen een aantal andere acts minstens even lang doorspeelt als de afsluitende band in de Cul.

Deze dinsdag is in dit opzicht echter traditioneel, en het is het Amerikaanse Useless Eaters dat in de welbekende Culkuil het finale muzikale salvo van de dag mag verzorgen. Zo'n laatste optreden vormt dé kans voor iedereen die nog wat energie over heeft of stoom af moet blazen van de veelbewogen dag om het lichaam op een wat minder gebruikelijke maar daarom niet onplezierige wijze te benutten, en de even brutale als energieke liederen van dit gezelschap met de komisch-herkenbare bandnaam lenen zich daar uitstekend voor.

Zoals die naam al doet vermoeden, ligt de basis van het groepsgeluid in de punk, maar de nummers kennen ook een sterke invloed van die sixties-garagesound waar de kids van tegenwoordig zo dol op lijken te zijn. Voor ons is het iets te laat om het optreden geheel tot het einde af te zien, maar wanneer we voor vertrek onze hals in het goedgevulde café iets rekken, zien we dat de aanstekelijke klanken vooral voor de linkerzijde van het podium de gewenste vruchten afwerpen en menig toeschouwer aanzetten tot het plegen van enige onvermoede danspasjes. Een ongecompliceerd vrolijk rockend slotakkoord van een dag die ook voor de liefhebber van meer uitdagende muziek veel mooie momenten kende. (MdW)

YAST brengt een beetje zomer terug vanuit het Noorden

Zomerse gitaarriffjes klinken door Cul de Sac nadat de onwennige Zweedse frontman iets over het vijftal de zaal in galmt. Het café zit lekker vol, mede door de gratis entree voor Incubate-liefhebbers zonder bandje. Frisse, Scandinavische poprock verlicht zo de sfeer van de donkere, Tilburgse kroeg.
Een frontman wiens lange, blonde lokken weggemoffeld zitten onder een slordig, zwart petje, weinig licht, slechts één lid met kort haar en een nogal onwennige eerste indruk: het begin van het optreden voelt een beetje als een eerste date. Het gespannen sfeertje wordt echter al snel weggespeeld zodra de Zweden hun gitaarkunsten inzetten. De resterende hoeveelheid zomer die we eigenlijk nog tegoed hadden, krijgen we op de donkere septemberdagen alsnog van onze Noordelijke vrienden toegespeeld.
Strak tempo en sterke riffjes, gecombineerd met synthesizer en een diepe stem. Met invloeden van The Cure en verder indiepop in de geest van andere Scandinavische bandjes in dat genre als Ginger Ninja en Satellite Stories, vormt YAST een fris geheel. (CK)