Popronde Tilburg 2014: kleurrijke muzikale opstoet van Sounds naar Weemoed

Een dwarsdoorsnede van de avond

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Het zal sommige stadsgenoten misschien ontgaan zijn, maar afgelopen vrijdag bruiste het in het centrum en naaste omgeving van de activiteit. De jaarlijkse Popronde hield weer flink huis op diverse locaties. Even divers was het muzikale aanbod dat van hot naar her ging. De redactie van 3voor12/Tilburg pikte er enkele interessante acts uit.

The Virgin Army

Als we even afzien van het voorafje in Beans & Bites, start de Popronde vanavond net als vorig jaar in platenzaak Sounds met een intiem singer/songwriter concert. Zagen we toen een breekbare Theo Sieben aan het werk, dit jaar is het een minstens even kwetsbare Teije Venema die onder de noemer ‘The Virgin Army’ de revistische drie-eenheid seks, God & de dood bezingt. Van het belang van die middelste grootheid in zijn leven getuigen het kruisje op zijn gitaar en om zijn hals, maar prekerig wordt Teije nergens; zoals elke goede vertegenwoordiger van het genre legt hij zijn ziel volledig bloot, met alle twijfels en worstelingen die daarbij horen. Tussen de nummers door geeft hij in zijn opmerkingen blijk van enige onnodige onzekerheid over de ‘vorm’ waarin hij verkeert, maar het feit dat het publiek zo muisstil blijft luisteren naar zijn gitaarspel en de bij vlagen wonderschone samenzang met de blonde deerne die hem vergezelt weerspreekt zijn eigen twijfels. Wat fijn om eens naar iemand te kunnen luisteren die nog de tijd neemt om een ouderwetse lange briefwisseling met een door alcohol, depressies en existentiële vragen geteisterde vriend (hadden we Reve al ergens genoemd?) te onderhouden, en die inderdaad, zoals blijkbaar zijn bedoeling is, zingt over de dingen die er werkelijk toe doen in het leven, nu evenzeer als in het verleden en de toekomst. Tijdloos en erg ontroerend. (MdW) 

Steye & The Bizonkid

"Je bent pas echt goed als je haar in de war zit!" roept de zanger van Steye & The Bizonkid. De band speelt voor een kleine 20 mensen in kapperszaak Kinki, schuin tegenover Sounds waar The Virgin Army de Popronde aftrapte.
De muziek die deze band maakt, laat zichzelf het beste omschrijven als groovy funk, maar komt live bij vlagen meer over als rock-'n'-roll. De bezoekers slaan het allemaal rustig gade, wanneer er allerlei danspasjes uitgevoerd worden in de open ruimte van het podium. De zanger gaat zowaar op de bar zitten, en gaat daar later zelfs op staan. Tot verwondering van de aanwezigen sluit de band de avond af met een Chinees liedje, dat de zanger geleerd heeft van een 'oersterke Chinese zeeman', zo vertelt hij. Geen onaardig begin van een fijne avond Popronde. (JvG)

Ape Not Mice

Het is druk in het kleine Café Babbus, druk maar wel gezellig. Het podium is ook niet groot en daardoor drukbezet door het, voor de gelegenheid, driekoppige Ape Not Mice. ‘’Normaal zijn we met zijn vijven’’, vertelt frontvrouw Diede Claesen, ‘’Dus vandaag zijn we een soort van unplugged’’. Het is al meteen een vrolijke bedoeling. De band heeft een heleboel bekenden in het publiek staan, wat bijdraagt aan de gezelligheidsfactor van dit Popronde-concert.
 
De vrolijke vibe blijft er de hele set in. Ieder nummer van Ape Not Mice doet aan als een catchy soundtrack van een feel-good film, en tegelijkertijd heeft het allemaal iets speels en eigens. Het enthousiasme en de fleurigheid van frontvrouw Diede Claesen wordt weerspiegeld in de muziek. Alle nummers brengen een vrolijke boodschap met vaak herkenbare thema’s. ‘’Gaat het goed?’’, vraagt Claesen out of the blue. Volmondig wordt er ‘’ja!’’ geroepen vanuit het publiek. ‘’Iedereen zegt wel altijd dat het goed gaat, maar als je je kut voelt mag je dat ook gewoon eens zeggen, hoor!’’ Een wijze les die in het volgende liedje wordt bezongen. Het is een kloppend plaatje: de fijne sfeer, catchy muziek en ook de outfit van Claesen (een blauwe vintage broekpak en grote bloemen in haar haren) maken het tot een fleurig geheel. (JJ)

APRIL

De Popronde heeft ons in de loop der jaren al op veel onverwachte plekken gebracht, maar in Theaters Tilburg zijn we voor zover wij ons kunnen heugen nog niet eerder beland. Het optreden van het Utrechtse APRIL in de foyer van de schouwburg blijkt echter tevens te fungeren als een soort van afterparty bij een eigentijdse dansvoorstelling, hetgeen deze aparte locatie allicht verklaart. Vanwege de ruime en comfortabele zitgelegenheid rond het podium voltrekt dit concert zich in een tamelijk loungeachtige sfeer, waarbij het stijlvolle voorkomen van de band heel aardig aansluit (3voor12-collega Connor merkt terecht op dat zelfs over het opvallend harmoniërende schoeisel van de bandleden lijkt te zijn nagedacht). De synthetische pop van dit viertal, waarin eigen materiaal vloeiend gecombineerd wordt met covers van Kensington en Robin S.’ jaren negentig hit ‘Show Me Love’, is echter ook bedoeld om op te dansen – iets wat in deze omgeving eigenlijk nauwelijks uit de verf kan komen. Desondanks brengt de groep haar werk doeltreffend en met veel enthousiasme over het voetlicht, onder gedeelde leiding van een aansprekende zangeres en bassist/vocalist, die gedurende het laatste nummer met een theatrale geste gezamenlijk de zaal verlaten. Mooi gedaan. (WdW) 

CUT_

Al eerder deze maand stond dit briljante tweetal in 013 als sterk voorprogramma van Oscar & the Wolf. Dit muzikale product van het Conservatorium in Amsterdam bestaat uit Sebastiaan en Belle. CUT_, uit te spreken als ‘cut underscore’ staat deze Popronde te spelen voor een goedgevulde ‘Culkuil’. Dit jonge indie-elektropoptweetal maakt dansbare muziek met hoorbare invloeden van onder andere Massive Attack, Mount Kimbie en James Blake. Dat is dansen geblazen.

Zangeres Belle werkt met een loop station haar stem uit tot een harmonisch achtergrondkoortje. Zo helder en beheerst Belle staat te zingen, zo intensief en energiek staat Sebastiaan dansbare beats te produceren waar je u tegen zegt. Op sommige momenten is het helaas iets te rumoerig in de Cul. Eén nummer begint met een mythische tekst die Belle op een verhalende wijze ten gehore brengt. Zonde, want het pratende publiek doet het nummer geen eer aan. De aandacht wordt pas weer volledig getrokken bij de geniale cover van Stromae’s ‘Papaoutai’ waarvan je dit duo zou kunnen kennen. De tekst hebben ze deels in het Engels vertaald, en door het fijne stemgeluid van Belle doet het nummer opeens een stuk zwoeler aan dan het origineel. Bijzonder aan dit optreden zijn ook de visuals die verschijnen op de muzikanten en het doek achter hen. Visuals variërend van geometrische vormen naar kleurrijke galaxy’s: alles wat een hipsterhart begeert. (JJ)

FAKE O’S

Met het fijne optreden van Off! afgelopen zondag in 013 nog vers in ons geheugen, konden we deze Groningse jongens, die zich zeggen te laten inspireren door de begindagen van de hardcore/punk, natuurlijk niet overslaan. De furieuze herrie die ons bij binnenkomst in Hall of Fame tegemoet waait, doet ons hartje al wat sneller kloppen en inderdaad is dit precies zo’n fijn gezelschap van ranzige, ongewassen enthousiastelingen als het geluid reeds deed vermoeden. De nummers zijn even fel als kort, en de bezeten peenharige frontman doet er alles aan om de explosiviteit van de liederen goed op de aanwezigen over te brengen. Een blik om ons heen leert dat er daarvan ongeveer een stuk of twintig zijn, maar hoewel de muziek er erg toe uitnodigt, weet vrijwel niemand zijn pleinvrees te overwinnen en de lege plek voor het podium ten volle te benutten voor wat fysieke uitspattingen. Misschien wat jammer, maar het gebrul in de korte stiltes tijdens de set en vooral aan het einde, doen vermoeden dat de meesten het net zo naar hun zin hebben gehad als uw verslaggever. (MdW) 

PAUW

Iets na de klok van elf mogen de gevederde vrienden van PAUW aantreden in Extase: hoewel, die fraaie veren moet je er misschien zelf een beetje bij bedenken… Maar kleurrijk is het in psychedelica gedrenkte muziekmengsel van dit drietal in ieder geval zeker wel. Aanvankelijk heeft het uit drummer, bassist/organist en gitarist/vocalist opgebouwde ensemble wat te kampen met onverwacht opdoemende drones die zwaar versterkt door de zaal waaien, maar dat geluidseuvel wordt in de loop van de set verholpen, waardoor het dynamische bandgeluid, waarin regelmatig een aangenaam sfeerbevorderende rol is weggelegd voor een twaalfsnarige gitaar, in al zijn glorie in de oren van de aanwezigen kan dringen. De oude hoogtijdagen van de geestverruimende muziek klinken begrijpelijkerwijs sterk door in de nummers van dit trio, maar dankzij de jeugdigheid van de muzikanten zijn deze uitvoeringen toch bijzonder fris en allesbehalve nostalgisch. Met een episch opgezette finale, die ons bij aanvang vanwege het ritme prettig herinnert aan ‘Tomorrow Never Knows’, maar die vervolgens al snel uitgroeit tot iets heel eigens, komt deze performance tot een uiterst bevredigende conclusie. (WdW) 

Einfach Kurt

Achter deze bescheiden naam blijkt een begenadigd songschrijver schuil te gaan die voor ons de ideale afsluiting van de avond verzorgde. Wanneer we een propvolle Weemoed binnenstappen, krijgen we de indruk dat we te maken hebben met een man alleen die zijn vertellingen slechts met wat toetsenwerk begeleidt, maar na dat nummer blijkt hij ook nog een bassist en een drummer bij zich te hebben en verderop in het optreden verruilt hij bovendien de toetsen geregeld voor een gitaar. De donkere rootsy klanken van de Gelderlander sluiten naadloos aan bij het karakter van deze gezelligste kleine bruine kroeg van Tilburg, waar veel al dan niet wat in het leven teleurgestelde paradijsvogels zich verzamelen, en eigenlijk mag het dan ook niet verbazen dat de spaarzame ruimte het gehele optreden door maximaal bezet blijft. Zoals het in een dergelijk etablissement gaat, is niet iedere aanwezige evenveel bezig met de muzikale verrichtingen van de band, maar de afwisselende en goed uitgedachte songs weten toch het grootste deel van de bezoekers te boeien, en aan het eind wordt er volop gedanst en gejoeld om een toegift. Een prachtig einde van een verrassend sterke Popronde. (MdW)