Sons Of Kemet maakt jazz voor een nieuwe generatie

Jonge Londenaren zetten onweerstaanbare groove neer

Maarten de Waal ,

Twee drumstellen, een sax en een tuba, dat is nu een bezetting die je niet elke dag tegenkomt. Sons Of Kemet, met de opvallende verschijning Seb Rochford (Polar Bear) in de gelederen, schrikt er niet voor terug, en daar moed beloond moet worden, zitten we op deze kille vrijdagavond verwachtingsvol in een half gevulde Paradox.

Iets na het aangekondigde aanvangstijdstip betreedt het kleurrijke gezelschap de bühne, om ons meteen een zeer dansbaar ritmisch patroon voor te schotelen dat kenmerkend blijkt voor deze band. In wezen doet het strak vervlochten geroffel sterk denken aan de het geluid van de marchingbands van weleer, maar invloeden van Afrikaanse en Caribische muziek (bandleider Shabaka Hutchings is opgegroeid in Barbados) en modernere stijlen als dub en zelfs een vleugje reggae doen een en ander zeer eigentijds klinken. De tuba speelt in deze opstelling grotendeels de rol van de bas, terwijl de ritmische frasen van Shabaka het stuwende karakter van de muziek op de spits drijven. De songs van dit viertal zijn duidelijk geschapen met het oog op een publiek dat de voetjes van de vloer wenst te nemen, maar vanavond staan de tafeltjes dat in de weg; de helft van de aanwezigen heeft bovendien al grijze haren en ziet er sowieso niet erg beweeglijk uit, maar ook de jongere bezoekers maken, een uitzondering daargelaten, weinig aanstalten van hun behaaglijke zetel op te staan. Dat wil echter niet zeggen dat de klanken van de enthousiaste jongelingen die zich op het podium in het zweet staan te werken, niet in de smaak vallen – integendeel, het gejoel tussen de nummers door doet de tent voller lijken dan ze is, en laat duidelijk uitkomen dat de mensen die zijn komen opdagen het gebodene zeer op prijs stellen.

Na een uur speeltijd volgt een korte pauze, waarna men herneemt met een tweede set die nog explosiever is dan de eerste. De meeste composities die we vanavond horen zijn nog niet op plaat verschenen, maar het eerste nummer na de intermissie staat wel degelijk op het lovend ontvangen debuutalbum 'Burn'. Het optreden eindigt met een echt finalenummer met een fijne freejazzfeel, die zelfs uw recensent wat op zijn krukje op en neer doen zwaaien. Het denderende applaus dat hierop volgt vraagt om een toegift, en de dankbaar en vrolijk ogende Hutchings en zijn kornuiten geven hier maar al te graag gehoor aan. Een van de meer levendige optredens die we in de afgelopen tijd hebben mogen bijwonen.