Het is vandaag even wachten totdat de eerste WK-wedstrijd van de avond gespeeld is en wat technische zaakjes op het podium geregeld zijn, maar dan kunnen de Noren van Tombstones toch echt aan de slag. Hoewel men aanvankelijk nog wat te kampen heeft met geluidsproblemen, komt de woeste noordelijke drietaktmotor na deze prille haperingen opvallend goed op gang. Drummer, bassist en gitarist zijn duidelijk uitstekend op elkaar ingespeeld en slagen erin een meeslepende diepe groove neer te zetten. Stukken starten vaak in de eerste (of zelfs nulde) versnelling, maar op onregelmatige, edoch zeer adequaat geplande momenten schakelt men moeiteloos een aantal tandjes omhoog en vat het publiek aldus onverhoeds stevig bij de kraag. De zangpartijen worden gedeeld tussen de beide snarenplukkers, maar anders dan bij de navolgende band spelen deze welbeschouwd vooral een ondersteunende en sfeerbevorderende rol. De nadruk ligt op de instrumentale interactie, die naar het toeschijnt nummer na nummer hechter en stuwender wordt, uitmondend in een heel pakkende en energieke finale. Prima krachtvoer voor bewonderaars van elementaire doom kortom.
Witch Mountain charmeert select gezelschap in Little Devil
Tombstones staat garant voor heerlijk ronkende opening
Terwijl Richie Sambora de grote zaal van 013 bespeelde, kon een kleine kern van doomfanaten afgelopen dinsdag achterin Little Devil genieten van de dreunende klanken van het Noorse trio Tombstones, om vervolgens aangenaam verrast te worden door de gevarieerde vocalen en fraaie gitaarsolo's die Witch Mountain uit Portland, Oregon de donkere ruimte in slingerde.
TOMBSTONES
WITCH MOUNTAIN
Dat voorprogramma en hoofdprogramma het uitstekend met elkaar kunnen vinden, blijkt al uit een korte vocale gastbijdrage van de bassist van Witch Mountain bij het optreden van zijn voorgangers. Geografisch en muzikaal gaapt er echter een aanzienlijke kloof tussen de Noorse en Amerikaanse doomrepresentanten: waar je jezelf bij Tombstones ergens in een Scandinavische achterafschuur waant, komt Witch Mountain onmiskenbaar uit een mildere streek. Zo frontdame Uta Plotkin niet al een t-shirt met 'Portland, Oregon' erop gedragen had (en bovendien de afkomst van deze formatie nadrukkelijk vermeld had), je zou het bijna zelf kunnen raden, want hoezeer deze groep zich ook wenst te onderscheiden van de omvangrijke indierockscene in die alternatieve stad aan de westkust, iets van de pluizige theehuizensfeer sijpelt wel degelijk door in het bandgeluid. Aaibare doom dus, met een zeer voorname rol voor eerdergenoemde Plotkin, die haar hele vocale bereik van hoge kopstem tot diepe brul met succes benut. Naast haar zangprestaties maken ook de sprankelende gitaarexercities van Rob Wrong (die zijn instrument in klassieke Jimi Hendrix-stijl ondersteboven draagt voor linkshandig gebruik) behoorlijk indruk. Drums en bas hebben daarentegen enkel een dienende functie, en tijdens de veelvuldig in nummers voorkomende ingetogen passages lijken ze soms zelfs bijna helemaal weg te vallen. Waar bij het Noorse trio de groove centraal stond, draait het bij de Amerikanen namelijk duidelijk om het lied.
Tussen die liederen door vallen overigens regelmatig langere stiltes, terwijl de podiumpresentatie over de gehele linie tamelijk schuchter te noemen is – maar dat draagt eigenlijk alleen maar bij aan de charme van dit fijne kwartet. Charmant is ook dat de bassist van de eerste band zijn collega rap te hulp schiet als deze met een defecte kabel kampt. Het beschonken enthousiasme van de Noren, die na vanavond afscheid nemen van hun overzeese kompanen, zal trouwens sowieso gemist worden, wat echter niet wil zeggen dat de autochtone bevolking zich deze avond onbetuigd laat. Middels geroep en geklap laat het bescheiden, edoch zichtbaar overtuigde publiek zijn instemming blijken, zoals het ook geduldig luistert naar Plotkins uiteenzetting over een "bad-ass" schepseltje met "ashen hair", dat in haar waggie op zoek gaat naar haar vader en deze ergens diep in de aardkorst als demon aantreft. Een tof liedthema en een stemmige nachtgedachte natuurlijk, even later nog vergezeld door een vriendelijk "thanks for being so rad". Hetzelfde mag van deze band gezegd worden.