De bijeenkomst lijkt rustig te beginnen met het weliswaar tamelijk dissonante, maar ook vagelijk folkloristische en allerminst luide gitaarwerk van eenmansact Spoelstra. De schijn bedriegt echter, want na deze ingetogen introductie wendt onze muzikant zich al snel tot de voor hem uitgestalde elektronica om een stevige pot weldadige herrie te produceren. Qua voorkomen mag meneer Spoelstra dan voor Gifgrondbegrippen (en in vergelijking met de collega's die na hem verschijnen) behoorlijk net en conventioneel zijn, hij maakt er niet minder amok om – vaak vliegen zijn vingers wild over fret- of toetsenbord, terwijl hij ondertussen nog tijd vindt om rappe digitale klapritmes te creëren. 'Dankjewel', klinkt het op zwaar versterkte en komisch verwrongen toon door de speakers wanneer deze gast het uiteindelijk voor gezien houdt. Een enerverende start van de avond.
Fijne elektronische maskerade op negenendertigste editie Gifgrond
Attic Ted verkent vrouwelijke kant, Puh Quh en Spoelstra brengen de herrie
Op dezelfde zaterdagavond dat de ritualistisch getinte, elektro-akoestische concertreeks Magic People, Voodoo People werd afgetrapt in Club Smederij, konden liefhebbers van meer lo-fi geproduceerde 'voodoo' als vanouds terecht in het Gifgrondatelier, waar Nederlanders Spoelstra en Puh Quh plus Texaan Attic Ted (en zijn vrouwelijke incarnatie Virginia) hun bizarre ding deden.
SPOELSTRA
PUH QUH
Opvolger Puh Quh, ook wel bekend onder het meer uitgebreide alias Peter Quistgard, behoort tot die opmerkelijke categorie van Gifgrondartiesten die de muzikale merites ontdekt hebben van oud speelgoed, en dan met name van nostalgische game-apparatuur. De grote verlichtingservaring van Puh Quh deed zich naar verluidt voor in de straten van Amsterdam, alwaar hij in een vuilhoop een afgedankte Atari aantrof en liefdevol opnam. Sindsdien waart hij in fraaie kleurrijke gewaden door stad en land, om al wie het horen wil deelgenoot te maken van het feest dat hij met behulp van deze en soortgelijke artikelen voor het oor bereidt. Talloze bliepjes en blapjes in allerhande frequenties komen tot klinken, die vaak in een ritmische, zeg maar gerust behoorlijk dansbare ordening op de aanwezigen worden losgelaten. Van dansen komt overigens desondanks niet zoveel, maar met zijn bijzondere performance weet deze jongeman de aandacht toch heel aardig vast te houden.
ATTIC TED
Voor slotact Attic Ted reizen we denkbeeldig naar het verre Texas, schijnbaar een magisch gebied waar, als we de artiest mogen geloven, ergens een Bron Van Eeuwige Jeugd te vinden moet zijn. Afgaande op Teds masker hangt er ook iets voodooachtigs in de lucht: zoals deze met veel nadruk opmerkt, wekt dit object sterk de indruk direct in de ziel van de toeschouwer te staren. Bepaald in tegenstelling tot de voorgaande acts ontpopt Attic Ted zich met deze en andere anekdotes tot een redenaar, die zowaar bij ongeveer ieder nummer een maffe beschrijving van het thema wenst te geven. Zo maken we onder meer kennis met een hopeloos verliefde Batman, die zijn missie om de wereld voor onheil te behoeden compleet verwaarloost, terwijl we even later gewezen worden op de onovertroffen veiligheid en efficiëntie van internetseks. Dat laatste wordt ons overigens verteld door Virginia, Teds vrouwelijke alter ego dat af en toe spontaan opduikt – soms zelfs middenin een stuk. Benevens deze voortdurende maskerade leeft Ted zich tijdens zijn eigenzinnige liedjes vol overgave uit op onder meer gitaar, toetsen, klarinet en elektronica, met een rusteloos enthousiasme dat de bezoekers weliswaar niet echt fysiek, maar toch zeker wel mentaal in beweging krijgt. Vervolgens is het aan DJ Ibrahim Kazoo om het publiek met aangename deuntjes uitgeleide te doen bij deze toffe negenendertigste Gifgrondeditie. Op naar nummer 40!