Dÿse Rockt met een grote R in Hall of Fame

Menig bezoeker werkt zich in het zweet bij gezellig noiserockpunkfeestje

Maarten de Waal ,

Kent u dat? Dat u ineens, schijnbaar zonder aanleiding, moet denken aan een band waar u al in jaren niets meer van gehoord hebt, en u dan afvraagt hoe het ze is vergaan, en of ze nog wel bestaan? Iets dergelijks overkwam ons enkele maanden geleden met het vrolijke en energieke mafrockduo Dÿse, en alsof het zo moest zijn, vernamen we vlak daarop dat ze op het punt stonden een nieuwe plaat uit te brengen en de vijfde juni in Hall of Fame zouden concerteren. Die datum markeerden we dik in onze virtuele agenda, en uiteraard zijn we deze donderdagavond aanwezig bij het optreden van één van de sympathiekste rockduo´s van Europa.

YOUNG & DAMAGED

 Voor het grote moment daar is, krijgen we eerst nog twee voorprogramma´s voor onze kiezen: Het niet te versmaden Nijmeegse Mannheim, en het ons nog niet bekende Young & Damaged. Achter deze aangrijpende naam blijken twee jongelingen schuil te gaan, die zich net als het hoofdprogramma bedienen van gitaar en drums om hun zieleroerselen in muziek om te zetten. Deze zijn, zoals u natuurlijk reeds verwachtte, niet zozeer speels en komisch, maar eerder somber en gekweld van aard. Doen we, zoals blijkbaar van recensenten verwacht wordt, een poging om het gebodene te omschrijven, dan komen we uit bij zoiets als onverbiddelijke & onheilspellende doomy ratelpunk met een metalen noiserandje. Thematisch put men uit het alledaagse leven voor inspiratie, wat liederen over treinen, claustrofobie en nazi´s oplevert. Duistere maar opzwepende klanken, herkenbare onderwerpen en, wat we nog niet noemden, een ondanks een zekere schuchterheid zeer gedreven podiumpresentatie: Alle ingrediënten voor uitbundige publieksparticipatie lijken aanwezig, maar de avond blijkt hiervoor nog te jong, daar kunnen zelfs een spurtrondje van de drummer (met bekken) door de zaal en een zinderende finale waarbij beide bandleden als waren ze stervende over het podium kronkelen niets aan veranderen. Niettemin een geslaagd optreden waar vele jonge en beschadigde zielen zich in zullen hebben herkend.

MANNHEIM

Het volgende gezelschap is voor de regelmatige concertganger zeker geen onbekende meer: Al vele malen hebben we ze de afgelopen tijd op het podium in de weer gezien, en dat deze werklust loont, blijkt wel uit de drukte en beweeglijkheid in de zaal. Het viertal speelt naast oud werk ook enkele nieuwe nummers, en lezer, misschien ligt het aan ons, maar bij dit optreden vallen ons zekere postrockinvloeden op die we eerder nog niet zo bespeurd hadden (of, wat waarschijnlijker is, niet in ons geheugen hadden opgeslagen). Enkele meer hoekige mathrockcomposities herkennen we echter direct, en ook het publiek reageert energiek op deze weerbarstige klanken, waarbij natuurlijk vooral het diepe en zwoele baritonsaxgeluid van toeteraar Otto vele mensen in extase brengt en hier en daar een vrouw doet flauwvallen. Een behoorlijk kolkende bedoening, maar zou het nog enthousiaster kunnen?

DŸSE

Welzeker, maar dat valt Mannheim niet aan te rekenen. De Duitse tweemansmachine voor intelligent vermaak die zichzelf Dÿse noemt, is nu eenmaal bijna niet te overtreffen waar het aankomt op het creëren van een uitgelaten rockpartijtje. Het geheim van de band ligt waarschijnlijk voor een groot deel hierin, dat men zich, ondanks de onmiskenbaar aanwezige spelkwaliteiten, niet verliest in eindeloos technisch gefreak, maar moeilijker te doorgronden, absurd-komisch aandoende passages goed weet af te wisselen of misschien beter, vervlechten met meer herkenbare hooks die onweerstaanbaar uitnodigen tot armgezwaai en hoofdgeschud. Dat gebeurt dan ook veelvuldig, en na afloop van het festijn kan men op de vloer menig zweetdruppel aantreffen. Een uitermate plezierig weerzien met een van de weinige bands die erin slaagt zowel snoeihard als dolkomisch te zijn.