Tingvall Trio rockt akoestisch in Paradox

Hedendaags pianotrio heeft veel crossover-potentie

Wouter de Waal ,

Er zijn van die avonden dat er bijna te veel tegelijk te doen is op concertgebied in Tilburg. Zo kon je afgelopen vrijdag op zijn minst kiezen tussen Incubated XL in 013 en Cul de Sac, Burgfest in Little Devil, Tio Gringo in de Hall of Fame en Tingvall Trio in Paradox. Heel andere werelden, zul je misschien denken, maar schijn bedriegt: zo zit er heel wat meer pit in dat laatste combo dan de naam ervan doet vermoeden.

Als de term 'pianotrio' opduikt, is het moeilijk om de associatie met muffe hotellounges en aanverwante ontspanningsruimtes te vermijden: rustig voortkabbelende muziek in een al even weinig opzienbarende omgeving. Dat dit niet helemaal terecht is, blijkt onder meer al uit het weliswaar introverte, maar toch allesbehalve matte oeuvre dat pianolegende Bill Evans in dat verband heeft nagelaten. In de decennia na zijn dood hebben de zaken echter nog een veel onverwachter wending genomen in het land der pianotrio's, want hoewel er nochtans geen elektrische gitaar of scheurende sax aan te pas komt, lijkt het wel of juist in dit type jazzensemble pop, rock, funk en wat dies meer zij steeds meer aan invloed winnen. Denk bijvoorbeeld aan (het prille) Medeski, Martin & Wood, aan E.S.T., aan The Bad Plus... en vanaf nu ook aan het Tingvall Trio.

Dat de Zweedse componist/pianist Martin Tingvall nou niet bepaald vies is van een potje enerverende pop/rock/jazz, blijkt al meteen uit het pakkende openingsstuk dat hij gesteund door Cubaans basplukker Omar Rodriguez Calvo en drummende oosterbuur Jürgen Spiegel op het publiek afvuurt. Sterker nog, zelfs als men er vervolgens af en toe voor kiest het energieniveau wat omlaag te schroeven door een ballade te spelen, heb je nog steeds niet echt het gevoel naar een traditioneel jazztrio te luisteren, maar eerder naar een rockgroep die toevallig graag veel improviseert. Getuige het in de loop van beide sets afhaken van een groepje ouderen is die aanpak niet aan iedereen besteed (waarschijnlijk vinden deze heren het gebodene wat te gemakkelijk klinken), maar zo erg als in Berlijnse jazzclub A-Trane, waar volgens de frontman ooit eens meer mensen op het podium stonden dan in de zaal, wordt het vanavond gelukkig niet. Integendeel, degenen die achterblijven, waaronder overigens opvallend veel (relatief) jongeren, zijn uiteindelijk dusdanig onder de indruk van het met veel enthousiasme uitgevoerde en ondanks alle drukte steevast toegankelijke werk, dat het drietal na de toegift met een staande ovatie beloond wordt. Geen slecht idee dus van de band om binnenkort een videoclip te gaan uitbrengen (bij het toepasselijk getitelde 'Movie', overigens één van de weinige nummers zonder Zweedse naam). De toekomst van dit trio ligt immers duidelijk niet in de eerste plaats bij doorgewinterde jazzfanaten, maar veeleer bij een jonger, meer op populaire muziekstromingen georiënteerd publiek. Gezien de kracht en overtuiging waarmee deze gasten spelen, zou het ons niet verbazen als ze in die hoek nog de nodige potten zouden gaan breken. Het zou hen in ieder geval van harte gegund zijn.