Skatecafé blijkt perfecte locatie voor februari-editie Incubated

Duistere bands komen in industriële setting optimaal tot hun recht

Maarten de Waal ,

Sneeuw of geen sneeuw, februari blijft de meest verschrikkelijke maand van het jaar. Op dit gegeven, dat wellicht bij sommigen nog versterkt wordt door een post-valentijnsdepressie, speelt Incubated handig in, met een line-up van drie bands die de meer onbelichte hoeken van de menselijke ziel verkennen. Plaats van handeling is het Hall of Fame-complex, maar dan nu eens niet de zaal achter de foyer, edoch het café achter het skatepark. Een ietwat onconventionele plek, die echter geknipt blijkt voor deze bijeenkomst: De ruimte is precies groot genoeg om met het vijftigtal bezoekers vol te ogen; daarbij geven het in blik geserveerde bier en de nog duidelijk voelbare oude functie van de hal, die met wat eerlijke huisnijverheid is opgefleurd, het juiste undergroundsfeertje voor een heerlijk avondje vol donkere genoegens.

ALABASTER

Het Lyonese Alabaster, dat bij ons binnentreden net begint te spelen, wordt op het web links en rechts vergeleken met Unsane, en dat is zeker niet slecht getroffen: Wat we horen is intelligente (post)hardcore voor de eenzaam denkende mens met een venijnig misantropisch randje (een songtitel als ´Truth Lies In Doubt´ vat een en ander treffend samen). Opmerkelijk is dat de gitaarriffs hier en daar een duidelijk zwartmetalen invloed verraden, wat je in deze scene toch niet heel regelmatig tegenkomt. Qua individualistische wereldvijandigheid doet de band ons in de verte ook wat denken aan Kickback (wat je doet afvragen, of deze houding nu typisch is voor Franse hardcore-acts), maar waar die band geen middel, zelfs al is het gewelddadig, onbenut laat om het publiek aan het bewegen te krijgen, is de podiumpresentatie van dit gezelschap ronduit ingetogen, bijna schuw te noemen, en lijkt men blij überhaupt voor zoveel mensen te mogen spelen. Dankbaarheid en bescheidenheid zijn natuurlijk mooie eigenschappen, maar ze helpen niet om beweging te krijgen in de behoorlijk inerte bierklokkende massa in de zaal. Dat volkje is voor het grootste deel overigens ook al behoorlijk op leeftijd (25+), en daarom waarschijnlijk eerder geneigd de show af te zetten tegen de vele soortgelijke optredens die ze in hun concertgaande leven bijgewoond hebben, dan hard & reserveloos los te gaan op de toch niet onknappe muzikale prestatie van deze gekwelde maar sympathieke Fransozen. De avond is echter nog jong...

NEIGE MORTE

De opvallende blackmetalinvloed bij de vorige band wordt een stuk minder mysterieus, wanneer we constateren dat het zwartmetalen Neige Morte door dezelfde persoon wordt gefronteerd. Daarmee houdt de overeenkomst overigens niet op: Ook hier vinden we een geest van muzikaal avontuur, waarbij met name het inventieve en afwisselende drumwerk de aandacht weet te trekken. De sfeer van postmoderne complexiteit & verwarring die de set uitwasemt, past goed bij ons tijdsgewricht, en verheldert eens te meer waarom juist de Fransen (het postmoderne volk bij uitstek, immers) de laatste jaren zo´n grote bijdrage aan de zwarthemdenscene leveren. Op plaat schijnt Neige Morte bij vlagen ook behoorlijk rustig uit de hoek te kunnen komen, maar voor dit liveoptreden heeft men overwegend gekozen voor het meer harde & energieke werk. Dat dit geen slechte keuze is, blijkt wel uit de luide bijval tussen de nummers, maar bewogen wordt er nog steeds nauwelijks. Zal Pop. 1280 daar verandering in kunnen brengen?

POP. 1280

Het aantal invloeden dat het uit Brooklyn, New York afkomstige Pop. 1280 op de Hall-site wordt toegeschreven is duizelingwekkend, maar als u het ons, een leek op het gebied van cyberpunk, tribal en wat dies meer zij vraagt, kun je de klanken van Pop. 1280 best omschrijven als een 21ste-eeuwse versie van no wave, het antwoord van artistiekerige ´fringe´ popkringen in The Big Apple op de opkomst van new wave en (post)punk: Muzikaal en tekstueel uitdagend, rauw, recht-voor-z´n-raap en compromisloos, maar tegelijkertijd enorm swingend, wanneer u daaronder verstaat ¨uitnodigend tot enige lichamelijke oefening¨. Voor sommige muziekstromingen heeft men nu eenmaal een zwak, en dit soort ´nowavebandjes´ kunnen bij uw recensent eigenlijk niet kapot. Na enige tijd bemerkt hij bij zichzelf dan ook de aandrang tot wat onconventionele bewegingen van hoofd, armen & benen, een impuls waar enkele personen vlak voor het podium al voor gezwicht blijken te zijn. Achter ons blijft het wat statisch, maar het geloei dat de spaarzame momenten van stilte vult, doet vermoeden dat zich ook hier van velen een zeker enthousiasme heeft meester gemaakt. En zo werd het toch nog echt gezellig, deze kille februari-avond.