Christian Wallumrød Ensemble gunt Paradox blik naar buiten

Noors gezelschap betuigt liefde voor natuur en stilte

Wouter de Waal ,

Veelzijdig muziekland Noorwegen bleek weer eens goed gerepresenteerd in Tilburg, deze voorlaatste vrijdag van februari. Voordat de energieke jonge punkers van Honningbarna de achterzaal van Little Devil op z’n kop zetten (voorafgegaan door de splinternieuwe lokale formatie The Laura Palmer Effect), dompelde het Christian Wallumrød Ensemble het publiek in Paradox onder in meditatieve, maar daarom niet minder expressieve geluiden.

Manfred Eicher, de oprichter van platenlabel ECM Records, heeft nooit een geheim gemaakt van zijn fascinatie voor de stilte. Niet verwonderlijk dus dat ook ECM-artiest Christian Wallumrød en zijn groep deze passie blijken te delen. Nu kan harde en herrieachtige muziek natuurlijk ook een uitdrukking van stilte zijn (zie bijvoorbeeld Merzbow), maar Wallumrød en consorten opteren veeleer voor een zeer rustige, minimalistische aanpak, waarin iedere klank alle ruimte krijgt zich in alle helderheid te ontplooien. Om ongewenste geluidsdemping te voorkomen, zijn de gordijnen achter het podium zelfs opzijgeschoven, waardoor de bezoeker anders dan gewoonlijk voorbij de muzikanten naar buiten kan kijken.

Het blijkt in meer dan één opzicht toepasselijk, want niet alleen komen de vaak opvallend zachte klanken van dit akoestische combo zo beter tot hun recht, maar ook vormen de aldus vrijgekomen ramen een brug naar de buitenwereld die ergens goed harmonieert met het onconventionele spel van dit zestal. Hoewel dat zoals gezegd meestal heel ingetogen is, herinnert veel van de aparte muziek die door de blazers, strijkers, drummer/vibrafonist en bandleider/pianist/harmoniumspeler Wallumrød zelf wordt voortgebracht namelijk aan ‘buitengeluiden’, zoals het ritselen van kleine blaadjes en takjes in de wind, of het gestadige gerucht van beekjes. (Hoezeer deze groep verzot is op bijzondere akoestische klanken, blijkt bijvoorbeeld ook uit de samenstelling van het drumstel, waarin een minibekken is opgenomen dat eenmaal aangetikt uitzonderlijk lang doorrinkelt). Zelfs wanneer men tot het spelen van een gezamenlijke melodie komt, heeft deze meestal een sterk naar folk neigend karakter, dat vagelijk refereert aan bijeenkomsten in de open buitenlucht. Een optreden voor naar binnen gekeerde natuurmensen kortom, dat na twee sets passend besloten wordt met een summiere toegift waarin slechts enkele noten centraal staan, gevolgd door een daverend applaus van het publiek – of hoe men met minimale middelen een maximaal effect kan bereiken.