Het jaar 2014 van Joep Schmitz

“2014 was echt een gekkenhuis”

Freek Verhulst ,

Als springerige MC van Cairo Liberation Front de wereld rondtoeren van Groningen tot Moskou en ondertussen als drummer van stonerband Yama op je favoriete festival (Roadburn) mogen spelen alvorens je debuutalbum uit te brengen; Wie nuchter opsomt wat Tilburger Joep Schmitz het afgelopen jaar heeft meegemaakt, leest praktisch alle ingrediënten voor een jongensboek. Of twee. Zelf is hij eigenlijk te bescheiden om die conclusie te trekken (“ik hou helemaal niet van borstklopperij”), maar als hij in zijn hoofd het lijstje nog eens afgaat, kan ook hij niet anders. “Ik heb het afgelopen jaar zo veel meegemaakt. Het was echt een gekkenhuis.”

Op het moment van het gesprek zit Schmitz midden in een bijzondere week. ‘s Zondags stond hij nog met Cairo Liberation Front op het podium in Moskou, maandagochtend zat hij voor het eerst sinds een tijd weer in de schoolbanken in Utrecht, bij zijn studie muziekmanagement. En dan wacht zondag nog de releaseparty van ‘Ananta’, het debuutalbum van Yama. Zeven dagen die exemplarisch zijn voor het 2014 van Joep Schmitz.

“Het was wel even een contrast ja. Zondagavond in Moskou, maandag weer naar school. Op tour word je als een god behandeld; er wordt een hotel geregeld, je krijgt te eten en te drinken, maar op maandag moest ik gewoon weer op Station Tilburg op de sprinter naar Utrecht staan wachten. Maar dat is ook goed, even terugkeren in de realiteit. Ik heb een fantastisch jaar gehad met vier grote hoogtepunten. Met Cairo Liberation Front heb ik op Dour gespeeld en ben ik bij Peter Jenner (voormalig manager van oa. Pink Floyd en The Clash) op de koffie geweest. En met Yama heb ik op mijn favoriete festival Roadburn gespeeld en hebben we ons debuutalbum uitgebracht.”

Drummer in een stonerband en MC van een electrochaabicollectief; dat lijkt op het eerste oog een aparte combinatie.
“Het heeft zeker wel overeenkomsten. Bij zowel Yama als Cairo Liberation Front draait het om de energie en intensiteit. Het zijn allebei dingen die dichtbij mij staan. In Yama kan ik als drummer mijn ei kwijt. Ik drum al sinds mijn vijfde, toen ik nog niet eens bij de pedalen kon. Maar mijn eerste bandje, De Kling, dat was punk. En dat is Cairo Liberation Front in zekere zin ook. Na een CLF-show voel ik precies dezelfde adrenalineboost als na een Yama-show. Dat is verslavend.”

Toch had waarschijnlijk niemand die je van De Kling kent zien aankomen dat je een paar jaar later in een ‘jurk’ op het podium zou staan springen op electro-chaabibeats. Hoe ben je daar eigenlijk precies bij terechtgekomen?
“Toen Joost (Heijthuijsen) en Yannick (Verhoeven) hun eerste show als CLF op Kindergarten Indoor  draaiden begin vorig jaar, hadden ze mij gevraagd om ook te komen, verkleed als rebel. Toen heb ik min of meer die megafoon opgeëist en zo is het eigenlijk vanzelf gegroeid.”
 
Dat jaar stonden jullie onder andere op Best Kept Secret en Mundial, met Joost als kolonel met een supersoaker vol wodka. Dit jaar zagen we dat aspect van de act verdwijnen. Na een grootse show in die stijl op Kindergarten kwamen jullie zonder pakken naar Incubate. Waarom?
“Het werd tijd voor nieuwe dingen. Je moet het voor zijn dat mensen klaar met je zijn. We denken nu veel meer na over wat we willen doen op het podium en blijven constant onze show verbeteren, ook om jezelf scherp te houden en niet in een sleur terecht te komen. Op Eurosonic gaan we bijvoorbeeld samenwerken met VJ Veemee, die visuals voor ons gaat doen.”
 
Pakken of geen pakken, Cairo Liberation Front reeg de festivals aaneen in 2014, jullie stonden op Dour voor een volle tent. Hoe kwam je daar terecht?
“Dat is eigenlijk heel raar gegaan. We zouden een reeks shows doen als support van Skip&Die, waarvan één in België. De pauze-dj daar bleek de programmeur van Dour te zijn en die was heel enthousiast over ons. Later is hij ons met het team van Dour komen checken op Noorderslag en was hij overtuigd. En dat terwijl we naar aanleiding van diezelfde show in België door Skip&Die uit de tour zijn gezet omdat ze ons aanstootgevend en racistisch vonden.”
 

Racistisch?
“Ja, terwijl we juist het tegenovergestelde zijn! Racisme is het uitsluiten van mensen, wij proberen juist culturen te verbinden. En mensen gaan in Moskou net zo los als in een Arabische wijk in Parijs. Iedereen moet dansen en een goede tijd hebben, we laten ze the sunny side of the arab world zien."

Dan Yama, een heel ander verhaal. Dit jaar verscheen jullie debuutalbum pas, terwijl jullie al een tijd bezig zijn.
“Ja, we hebben vier jaar op één demo van drie nummers getoerd. We wilden het album overigens eerder dit jaar uitbrengen, tijdens Roadburn, maar Walter (Hoeijmakers, Mister Roadburn, red.) raadde ons dat af vanwege de enorme concurrentie die je dan hebt. In de zomer kun je ook beter geen album uitbrengen, dus werd het december.”

Hoe is ‘Ananta’ ontvangen voor jouw gevoel?
“We hebben tot op heden alleen maar enorm positieve reviews gehad in bladen en op (internationale) blogs en staan zelfs in verschillende jaarlijsten van recensenten. Dat betekent veel goeds voor de boekingen van zomerfestivals in 2015. Ook de verkoop van de plaat loopt erg goed. Ons label, Lighttown Fidelity, heeft al exemplaren verstuurd naar landen als India, Australië, de VS, Duitsland en Polen. Sowieso is de stonerscene een hele liefdevolle scene, een echte ‘community’.”

Waren er eigenlijk wel dieptepunten dit jaar?
“Twee. Dat ik meer met Yannick in bed heb gelegen dan met m’n vriendin, en dat mijn knie naar de klote is gegaan.”

Die knie is een apart verhaal. ’s Middags sta je nog wild springend op het podium op Kindergarten, ’s avonds lig je in een Belgisch ziekenhuis. Wat gebeurde er?
“Het was op de preparty van Dour, in Luik, waar we zouden afsluiten. Ik wil op een speaker gaan staan en stap mis. Ineens zit mijn knieschijf ineens aan de andere kant van mijn been. Toen heb ik gelijk door de microfoon naar Yannick geroepen: ‘Fuck, gast stop man, ik heb m ’n knie gebroken!’
 
Wat volgt is een totale chaos, vertelt Schmitz. “Ik kon niet bewegen, dus ik lag daar maar in m’n jurk op het podium, als een geblesseerde voetballer.” Terwijl het publiek blijft staan om foto’s te maken, wordt hij door acht man van de ambulance omsingeld en aan het infuus gelegd, maar dat is nog niet alles. “Yannick kwam me een flesje water geven, maar daar bleek wodka die nog over was van Kindergarten in te zitten.” Maar ook dat is nog niet het eind van de anekdote. “De man die mijn röntgenfoto’s maakte, bleek ook fan van Arabische muziek. In het ziekenhuis in Tilburg keken ze vervolgens wel raar op toen er allemaal muziek op de cd met m’n röntgenfoto’s bleek te staan.”
 

Tot slot: wat moeten we in 2015 van je verwachten?
“Veel! Dit jaar zijn veel jongensdromen van mij werkelijkheid geworden, maar dat betekent ook dat het vanaf hier nog groter en beter moet. Ik kan nu niet stil blijven zitten. Met Cairo Liberation Front gaan we waarschijnlijk een eerste eigen release uitbrengen en krijgt ook Eurabia, onze Incubate-avond, een vervolg. Met Yama gaan we vooral veel spelen, zo zijn we bezig met een Oost-Europese tour voor mei.

En persoonlijk ga ik drumlessen nemen bij Mario Goossens van Triggerfinger, daar heb ik heel veel zin in. Niks is mooier dan leren van de meester en hij is de koning van de groove, hij heeft zo’n goede stylo. Verder komt er ook een nieuw project van mij met William van der Voort (frontman GGU:LL, red.) onder de naam Eegah, waarmee we puntige doom over holbewoners, jagen, vuur en vrouwen gaan maken. Heb ik daar tijd voor? Nee, maar daar maak ik wel tijd voor.”