Malevolent Creation maakt summiere edoch succesvolle stop in Little Devil

Vervangend voorprogramma De Profundis hult achterzaal in duisternis

Wouter de Waal ,

Eenieder met een passie voor death metal had het in de eerste helft van de maand voor het uitkiezen in Tilburg: twee dagen nadat het Canadese The Agonist in Little Devil neerstreek en een kleine week na het optreden van Six Feet Under in 013, mocht Malevolent Creation zijn ouderwets brute interpretatie van het genre in deze stad komen vertolken. Het leverde een alleraardigst concertje op.

DE PROFUNDIS

Aanvankelijk zouden de Belgen van Resistance deze maandagavond het voorprogramma verzorgen, maar die moesten helaas verstek laten gaan. Over het invallende De Profundis hoeft echter niemand zich te beklagen, zo blijkt alras. De plechtige Latijnse naam van de band, verwijzend naar de beroemde aanhef van psalm 130, doet eigenlijk doom vermoeden, en inderdaad schijnen de Britten oorspronkelijk in deze hoek actief te zijn geweest. Daar hoor je vanavond echter nauwelijks meer iets van terug, hoewel het concert wel in onverwacht donkere sferen start, aangezien licht en geluid in de zaal prompt bij de eerste harde noot wegvallen (een euvel dat we op deze plek wel vaker zijn tegengekomen). Gelukkig is dat probleem snel verholpen, waarna de groep een fraaie set gevuld met melodieuze, technisch goed onderlegde death metal op de aanwezigen loslaat. De nummers zijn vaak kunstig in elkaar gestoken en vermijden opzichtige Gothenburgcliché's, waardoor een cover van het kennelijk populaire 'Crystal Mountain' van Death (ook al eens geïnterpreteerd door Decrepit Birth) prima op zijn plek is. Een relatief beschaafde, maar aangename start van dit metalen bal.

MALEVOLENT CREATION

Waar je ter hoogte van het vorige optreden nog de indruk kunt krijgen dat het publiek Little Devil vanavond slechts in zeer bescheiden kwantiteit heeft weten te vinden, blijkt de zaal bij aanvang van de performance van Malevolent Creation opeens wel aardig gevuld. Dat is natuurlijk prettig voor de Amerikanen, die tijdens dit festivalseizoen vanzelfsprekend op doortocht zijn, maar gelukkig nog geen ernstige symptomen van metaalmoeheid lijken te vertonen. Integendeel, de stemming zit er zowel bij band als publiek meteen goed in, weliswaar niet zodanig dat je kan spreken van een zwaar overdonderende show, maar toch genoeg om dit meer te laten zijn dan enkel een verplicht nummer. De vertrouwde grove waar, waarin dit ensemble (in wisselende samenstelling) alweer meer dan een kwart eeuw handelt, wordt strak en effectief richting de aanwezigen geslingerd en brengt daar het nodige enthousiasme teweeg. Subtiele titels als 'Multiple Stab Wounds' en 'To Die Is At Hand' wijzen er al op dat je bij deze heren niet hoeft aan te kloppen voor overmatige tekstuele en muzikale nuance, maar wat men doet, doet men zonder meer zeer gedegen. Helaas zijn de muzikanten wel al tamelijk snel door hun gerepeteerde materiaal heen, aangezien hun show duidelijk afgestemd is op de doorsnee speelduur bij festivals. Desalniettemin een feestelijk klepperend begin van de week.