Bill Frisell laat Paradox alle hoeken van de globe zien

Beautiful Dreamers waar feest voor onorthodoxe fijnproever

Wouter de Waal ,

Achttien jaar geleden stond hij getuige de webstek van Paradox ook al eens hier op het podium, afgelopen woensdag keerde de Amerikaanse meestergitarist Bill Frisell terug, ditmaal met zijn Beautiful Dreamers. Zelden werd met zoveel schijnbaar gemak meer stilistische grond betreden op één compacte avond dan door dit veelkleurige trio tijdens deze memorabele bijeenkomst.

Het aparte ensemble waarmee Frisell de uitstekend gevulde zaal vandaag tegemoet treedt, lijkt al wel bijna samengesteld om zijn alomvattende muzikale ambities ook visueel te illustreren: met een Aziatisch ogende altviolist, een zwarte drummer en natuurlijk de blanke gitarist zelf zou je het een beetje melig als een 'Driekoningencombo' kunnen bestempelen. Koningen zijn het sowieso waar het hun spel aangaat, dat moeiteloos van het ene naar het andere idioom schakelt. Denk je bij aanvang misschien nog even dat deze prachtige dromers vooral oosters getinte fantasieën hebben, al gauw wordt duidelijk dat deze instrumentalisten hun hand niet omdraaien voor willekeurig welk genre: verdeeld over twee sets speelt men verstilde klanken, rappe vrije jazz rond een bizarre melodie, leeft men zich een tijdje uit in de blues en vervolgens weer in Afrikaans getinte muziek. Regelmatig verandert de stijl zelfs spontaan in één en hetzelfde stuk, zoals wanneer een meeslepende moderne compositie uitmondt in Billy Strayhorns befaamde standard 'Lush Life' (citaten uit of bewerkingen van 'klassieke' nummers worden sowieso bepaald niet geschuwd door deze groep).

Je zou misschien kunnen denken dat je een lange avond nodig hebt om zoveel terrein overtuigend te kunnen bestrijken, maar kenmerkend voor dit drietal is dat alles zo geconcentreerd mogelijk wordt uitgevoerd. Dat geldt in het bijzonder voor het spel van Frisell, dat zeer divers is (in tegenstelling tot traditionele jazzgitaristen ziet hij bijvoorbeeld niet neer op het incidenteel stevig vervormen van zijn gitaargeluid), maar ook tot het uiterste gecomprimeerd. Altviolist en drummer doen echter qua subtiliteit en veelzijdigheid nauwelijks voor hem onder. Een fraaie proeve van deze gezamenlijke esthetiek biedt ook de toegift, een interpretatie van de nummers waarmee Gershwins 'Porgy And Bess' in de tijdloze herbewerking van Miles Davis en Gil Evans besluit: 'I Loves You, Porgy' en 'There's A Boat That's Leaving Soon For New York'. Men balt het hele werk als het ware in die twee stukjes samen, zoals in dromen ook talloze ervaringen worden samengebald, zonder acht te slaan op afstanden in tijd en ruimte. De resultaten van dit procédé zijn steevast intrigerend en soms zelfs betoverend, de naam van dit virtuoze gezelschap waardig.