Het samenzijn begint echter meer gebruikelijk met een werk van de hand van de nog redelijk jonge Ierse componist Donnacha Dennehy. De man uit Dublin tapt in dit stuk voor piano, viool en cello duidelijk uit een minimalistisch vaatje, maar anders dan veel werk uit dit genre kent deze compositie een meer klassiek dramatische spanningsopbouw, die culmineert in een bloedstollende finale. Vervolgens horen we enkele instrumentale uitvoeringen van vier gedeeltes van het oorspronkelijk zuiver elektronische werk 'data.plex' van de in Parijs woonachtige Japanner Ryoji Ikeda. Dit soort vertalingen vormt een specialiteit van de groep rond Marinissen, en ook vandaag weet men weer op inventieve wijze de elektronicaklanken naar een meer 'klassiek' instrumentarium te transponeren – een vertaalslag die wat ons betreft niet alleen knap is maar ook een komisch effect heeft, alsof men de elektronica zogezegd tot leven wil wekken (echt een project in de geest van het in de grond nog altijd behoorlijk animistische Japan). Het laatst uitgevoerde deeltje, 'data.vortex', heeft echter ook een dreigend en donker karakter, zoals de titel eigenlijk al doet vermoeden.
Na de pauze krijgen we zowaar een werkelijk gecanoniseerde compositie voorgeschoteld, namelijk een concertuitvoering van 'L'Histoire Du Soldat', voor het eerst opgevoerd in het Zwitserland van 1918, vlak voor het eind van de Eerste Wereldoorlog. Door de moeilijke economische omstandigheden van die tijd kent dit werk van Stravinsky een uitzonderlijk kleine bezetting, wat het geknipt maakt voor dit ensemble (vrijdag voert men het complete stuk voor de laatste keer uit in samenwerking met dansgezelschap Guy & Roni, op een nieuwe tekst van Judith Herzberg). Dat men niet alle oorspronkelijke instrumenten in huis heeft, is geen probleem: Men vervangt eenvoudig de cornet door de elektrische gitaar, laat de baspartijen over aan de toetsenist en schuift zo nog wat met instrumenten, tot de hele partituur kan worden uitgevoerd. Vloeken in de kerk van het slag mensen dat men wel met de term 'puristen' aanduidt, natuurlijk – het soort lieden dat een antiquarisch genoegen schept in uitvoeringen die doorheen de tijd vrijwel volledig constant blijven. Zeker in dit geval is dat echter onzinnig: Het speelse jazzy karakter van dit qua tekst nogal bittere stuk leent zich bij uitstek voor een evenzeer speelse interpretatie, en het gebruik van een meer moderne instrumentatie doet tevens de overeenkomsten met hedendaagse componisten beter uitkomen – zo herinneren de sardonische humor en de originele, complexe ritmes de hedendaagse luisteraar onmiskenbaar aan Frank Zappa, die Stravinsky dan ook als één van zijn grote klassieke invloeden noemde. De uitvoerenden hebben zichtbaar schik in het werk en komen graag nog eens terug voor een reprise, waarbij met name het knappe vioolspel van Janneke van Prooijen de aandacht naar zich toe weet te trekken.
Wederom een enerverend avondje dus, waarvan we hopen dat we er ook na 1 juni, wanneer een afgeslankt Lunapark zich herdoopt tot Lunatree, nog vele zullen mogen bijwonen. Benieuwd wat het maanboomgezelschap dan voor ons in petto zal hebben...