#Incu14 blog: De zaterdag

Met onder andere Aderlating, Teething en capcap... cap

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Op Incubate staan zoveel interessante acts, dat het voor de 3voor12/Tilburg-redactie niet te belopen is om iedereen een eigen artikel te geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen. Daarvoor hebben we de Incubate-blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest en scherp in de gaten houden wat er door anderen wordt gezegd over het festival. Wij zullen dit artikel dan ook meerdere malen updaten.

Aderlating

Dit duo maakt niet zozeer muziek; ze maken een allesomvattende sfeer. Met behulp van geluidseffecten, vervormingen van stemmen en een constante stroom aan absurde visuals is Aderlating meer een ervaring dan een muzikaal optreden. Bij binnenkomt staan we direct oog in oog met de hoofdpersoon uit de filmklassieker Dracula. De mannen staan over hun computers heen gebogen en lijken zo min mogelijk in beeld te willen komen. De aandacht van de aanwezigen wordt voornamelijk richting de filmfragmenten getrokken. Af en toe schreeuwt één van de twee leden in de microfoon, wat door alle vervormingen meer klinkt als een demonische opeenstapeling van tonen dan een stem. Tezamen met de visuals is Aderlating een aparte gewaarwording. Wat betreft de muziek die we erbij horen kunnen we dit in twee woorden omschrijven: diep en duister. Zouden er flatgebouwen in de hel staan, dan maakt Aderlating in dat geval de ideale liftmuziek. (AvdS)

Datashock

Bij een bandnaam als deze wordt al makkelijk de link gelegd met hoekige, elektronische muziek. Maar niets van dat alles klinkt door het Patronaat, de bovenzaal van Café Dudok. Datashock produceert een soort psychedelische drone, die bovendien aandoet als folky kampvuurmuziek. Aan dat laatste beeld werken ook de visuals mee, die rechstreeks uit een scene transition van That 70s Show lijken te komen. Op de grond vlak voor het podium zitten mensen in kleermakerszit aandachtig te luisteren, als zijn ze verzameld rond eerder genoemd kampvuur. Kortom; Datashock weet absoluut een sterke sfeer neer te zetten waarin men gemakkelijk mee kan gaan. Jammer dat daaraan redelijk abrupt een eind komt, terwijl de band nog ruim twintig minuten te spelen heeft. Al lijkt het publiek zich daar niet al te veel aan te storen. Wellicht ook niet heel vreemd: het Patronaat is op dagen als deze Tilburg's grootste publieke heteluchtoven. (FV)

Teething

De Spanjaarden sluiten in Extase de Incubate zaterdagmiddag af met een goede bak hardcore punkherrie. Ze speelen maar een half uur, maar in dat half uur hebben ze er meer dan genoeg nummers uit geknalt om iedereen weer even wakker te krijgen en voor te bereiden op wat er vanavond allemaal komen gaat. Het is alleen een beetje jammer dat het, kennelijk religieuze ("This next song is about Jesus Christ"), geschreeuw van de zanger niet heel goed verstaanbaar is door het gelimiteerde geluid van zijn microfoon, maar behalve dat weet deze band toch een prima optreden neer te zetten. Na een half uur komt aan het optreden abrupt een einde, als de zanger zijn microfoon op de grond gooit en achter de merchandisetafel gaat staan. Zo. Dit was Teething. (ER)
 

 

Leopard Skull

Het repertoire van Leopard Skull is volledig geschreven en ingespeeld door de zanger en tevens producer achter deze naam. Voor het optreden in de Cul de Sac neemt hij The Hunters met zich mee om alle nummers van begeleiding te voorzien. Samen trappen ze meteen trappen hard af om de zaal wakker te schudden aan het begin van deze Incubate zaterdag. Na een garage-achtige sound tijdens deze openingstrack ‘Tomorrow’ vervolgt Leopard Skull met de lekkere surfrock van ‘Stick Around’. Dit alles wordt voorzien van de galmende stem van de zanger die zorgt voor een psychedelische vibe waarop het fijn is om even de ogen te sluiten. Het is duidelijk dat deze nummers zijn geschreven met meerdere muziekstijlen als inspiratie. Muzikaal gezien kan de band dit gelukkig hebben. Op het samenspel is niks aan te merken en de korte gitaarpartijen klinken lekker. Helaas is door een te groot contrast tussen de zang en de afwisselende stijlen niet ieder nummer even goed. Desondanks blijft het publiek vrolijk en wordt er gewillig met de heupen gewiegd wanneer de zanger daartoe opdracht geeft. Met het voorlaatste nummer ‘She Don’t Give A Shit’ bewijst deze formatie zich en is het duidelijk dat Leopard Skull heerlijke muziek kan maken. Kort samengevat is dit gewoon een fijne band om de dag mee te starten, en misschien wel een band om te onthouden. (TS)

Death Alley

 “Hey zoon, luister dit, echte muziek”, zomaar iets wat je vader zou zeggen terwijl hij een cassettebandje van Death Alley door de autospeakers blast. Oh nee wacht, eigenlijk is het een piepjong bandje uit Amsterdam. Maar een ding is zeker: de band is simpelweg de definitie van hardrock. Het is dat het podium in de Little Devil niet groter is, anders hadden er nog meer clichés op gepast. Motörhead, AC/DC, het Nederlandse Vanderbuyst; Death Alley ademt het allemaal. Het is compromisloze rock van het labeltje ‘vuig’ wat in sneltreintempo op het publiek wordt afgevuurd. Dat neemt niet weg dat het niet fijn klinkt. Maar eigenlijk is het ook te perfect. De band presenteert zich als een solide hardrockact (alleen al om de looks van de frontman en de vaardigheid van de gitarist) maar heeft op dit moment nog niet de kracht om zich daadwerkelijk te onderscheiden.

Skitsystem

De zweedse metalheads van Skitsystem bestaan dit jaar 20 jaar. Voor degene die niet bekend zijn met de band, het is te vergelijken met Cradle of Filth. Dat maakt de omschrijving van hun muziek dan ook redelijk foutief. Ze staan bekend als een crust punk band, maar live komt dit toch dichter in de buurt van deathmetal. Hoe dan ook, de zaal staat helemaal vol. Helaas is die volle zaal wel maar van korte duur. Het geluid laat nogal te wensen over. Waar het bij de meeste bands in Extase een tikkeltje te hard staat, staat het hier te zacht. Achterin de zaal is dan ook bijna niets te horen. Als je vooraan staat heb je een mooie show. De armen en benen vliegen vooraan in de zaal dan ook aardig in de rondte. Aan het einde van het optreden staat de zaal nog maar half vol. Het zij door de prominent aanwezige hitte in Extase of het gebrek aan fatoenslijk geluid, jammer is het in ieder geval wel. (ER) 

capcap... cap

Het Eindhovense capcap…cap is het Nederlandse antwoord op The xx. In februari dit jaar stond het viertal al in Tilburg, maar dan in een iets andere setting dan vanavond. Toen speelden ze namelijk op Stukafest in een studentenkamer. Vanavond staan ze echter in een minder intieme sessie, namelijk De Boemel op de Spoorzone.

Het zwoele stemgeluid van frontvrouw Lydia Roos en de duistere basgeluiden voeren je mee naar een trippy dromenwereld. De rookmachine en de interactieve visuals die reageren op de muziek zijn de finishing touch van dit mysterieuze geheel. Met de cover van The Sound 'I Can’t Escape Myself' als kers op de taart. Er helaas is er in het algemeen weinig interactie met het publiek. De band reageert nauwelijks op het applaus, waardoor het allemaal wat afstandelijk blijft. Af en toe lijkt de band ook ietwat verveeld over te komen. Dat is erg jammer, want een beetje enthousiasme en interactie met het publiek was geen overbodige luxe geweest. (JJ)
 

Carne

Dit Franse product blijkt bij nader inzien geen metalband te zijn, maar een metalduo. Wat een bescheiden formatie zeg! Een gitarist die tegelijkertijd de zang verzorgt, met achter hem de drummer. Maar ze maken in ieder geval geluid voor vier. Snoeihard en progressief zijn twee termen die Carne prima omvatten. De looks van de zanger matchen prima met hoe hij op het podium staat; rauw en vol overgave. De mannen geven elkaar geen moment rust. Het is gaan met die banaan! Helaas lijkt het erop dat het publiek deze boodschap iets te letterlijk heeft overgenomen. De zaal loopt gedurende het optreden langzaam leeg. Erg jammer, want alleen al voor de volle honderd procent inzet verdienen ze een volle Little Devil. Maar het mag niet zo zijn. Pluspuntje; zij die overblijven kunnen de muziek uitermate waarderen. Maar goed, ondanks deze zalvende woorden kunnen we stellen dat Carne muzikaal gezien niet tot de hoogtepunten van Incubate behoort. (AvdS)

Coilguns

Het zit deze Zwitsers niet bepaald mee in het begin. Er zijn enige problemen met de pedalen van de gitarist, wat zorgt voor oponthoud. Maar wanneer ze eenmaal losgaan, is het ook direct standje 'niet te houden'. De zanger doet zich voor als de Jim Morrison van de punk. Hij springt, hij kronkelt op de grond, hij knuffelt zijn publiek, hij omhelst zijn bandgenoten, hij beukt de dichtstbijzijnde jongeman op de grond en raakt in de tussentijd zijn microfoon een paar keer kwijt. Maar het publiek eet uit zijn hand. Ergens waar zoveel energie vrijkomt, kan niets en niemand stil blijven staan. Wat een beest op het podium! Maar wanneer de muziek stilvalt, is hij de dankbaarheid zelve. De punk is niet bepaald uniek, maar de gehele performance eromheen maakt van Coilguns wel één van de meest memorabele optredens van Incubate 2014. Iedereen die erbij was: gefeliciteerd. En iedereen die er niet bij was: verzaak de volgende keer niet, want het is een muzikale ervaring van jewelste. (AvdS)

Innercity Ensemble

Deze van origine Poolse experimentele improvisatieband bestaat uit zeven muzikanten met allemaal een andere muzikale achtergrond. Dat maakt dit optreden zo interessant. Ze combineren vrije jazz met noise-rock en electro en dat maakt het heel toegankelijk voor jonger publiek. Paradox staat al half vol en ze zijn nog niet eens klaar met soundchecken. Het publiek blijft binnen stromen en binnen de kortste keren staat heel de zaal vol. Ze beginnen wel iets te laat, maar wat wil je ook als je zo ongelooflijk veel instrumenten op het podium hebt staan? Dan duurt soundchecken gewoon even wat langer. Ze openen het optreden met een heel stil nummer waarbij absolute stilte geboden is. Van die stilte is na een paar minuten al weinig meer over en dat ligt niet aan het publiek. Met flink wat slagwerk hier en daar is er weinig meer van dat mooie, kleine, breekbare liedje over. Ondanks de vreemde combinaties in genres, werkt het toch wel voor deze band. Vrij jazz is in ieder geval niet alleen meer voor oude decadente lullen met sigaren en een glas cognac. En er staat genoeg jong publiek met bier en sigaretten in de zaal om dit te beamen.  (ER)

De Koning Der Dieren

De Koning der Dieren is naar eigen zeggen bezig aan een tournee langs kerken, kinderdagverblijven en crematoria. Natuurlijk krijg je dan op een gegeven moment de vraag of je wel eens nagedacht hebt over Jozef, en hoe hij zich moet hebben gevoeld als hij naast Maria lag. Wetend dat ze volledig uitgewoond is door Onze Lieve Heer. Dat heeft de Koning zeker, sterker nog, hij heeft er een liedje over geschreven. 'Warme melk, natte pruim in je gezicht.' Een greep uit het absurdistische, ongelooflijk grove repertoire van de man uit Bergen op Zoom. Hij verpakt zijn hilarische vunzigheid in lieve, vrolijke gitaarliedjes waarmee hij telkens weet te verrassen en zijn publiek op het verkeerde been zet. Zo bestaat het nummer 'De Rattenvanger van Hamelen' voor een groot deel uit het herhalen van de zin: 'Stop maar met zoeken, de kinderen zijn dood.' Andere hoogtepunten uit zijn korte set gaan over dikke vrouwen aan de wandel die pakken koekjes verslinden, het slopende gevecht van het onderdrukken van een erectie in 'Gérard de Geile Huisarts' en een ode aan kunstzinnige meisjes in de vorm van een opdracht: "Was je haar!". Huilen van het lachen in een protestantse kerk. Je maakt het niet snel mee, maar de Koning der Dieren krijgt het voor mekaar. (CC)