The Fonda/Stevens Group speelt fraaie set voor select publiek

Doorgewinterde jazzveteranen tonen New Yorker attitude in Paradox

Wouter de Waal ,

Pianist en spreekstalmeester Michael Jefry Stevens kon afgelopen woensdag trots melden dat deze Europese tour het eenentwintigste bestaansjaar van de mede naar hem vernoemde groep markeerde, maar als je de vier mannen op het Paradox podium aanzag, wist je meteen dat hun individuele muzikantengeschiedenis nog heel wat verder terug liep. Het verhinderde de grijze en bebrilde drummer nochtans niet zijn instrument zodanig te bewerken dat er een reepje duct tape aan te pas moest komen.

Een kwartet waarvan de leden onder anderen met grote namen als Anthony Braxton, Bill Frisell, John Zorn en Charlie Haden hebben samengewerkt, dat riekt natuurlijk naar avant-garde. Inderdaad hoor je in het onconventionele solowerk van bassist Joe Fonda, de echo’s van ‘A Love Supreme’ in het pianospel van Michael Jefry Stevens, het bij tijd en wijle woeste getrommel van Harvey Sorgen en de sterk vocaliserende, sputterende trompetuitspattingen van Herb Robertson de geestelijke verwantschap met vooruitstrevende jazzstromingen terug. De composities die afwisselend door Fonda en Stevens worden aangedragen, bezitten echter doorgaans een vrij herkenbare structuur, of het nu gaat om het rappe solovehikel ‘Borrowed Time’ of de prachtige lyrische ballade ‘Summer’s Morning’.

Dat contrast tussen vertrouwde vorm en verrassende invulling zorgt voor een aangename spanning, die deze groep haar kenmerkende dynamiek verleent. Helaas kunnen we daar vanavond niet overdreven lang van genieten, want in tegenstelling tot de gebruikelijke jazzroutine speelt de groep vandaag maar één set, wellicht mede met het oog op het helaas slechts in beperkte getale aanwezige publiek. De typisch New Yorkse, frontale humor van Stevens verhindert bovendien nog bijna een toegift door de plompe directheid waarmee hij prompt na afloop van het concert een hoop cd’s op tafel gooit, maar gelukkig komt er na enige aarzeling toch een applaus op gang dat de artiesten nog even terug op de planken brengt voor een kort elegisch slot. Een ingetogen einde van een veelzijdig optreden.