De eerste band op deze woensdagavond is het trio dat zich Pilgrim noemt, een Amerikaans gezelschap dat de mosterd haalt bij bands met soortgelijke spiritueel getinte namen als Black Sabbath, Candlemass en (het vroege werk van) Cathedral (denk vooral aan het onvolprezen ´Forest of Equilibrium´); een band, kortom, waarop adjectieven als ´zwaar´, ´traag´, ´slepend´ en ´gedragen´ van toepassing zijn. Hoewel deze mannen slechts enkele jaren bezig zijn en volgens onze fotograaf eerder aan de jonge kant, heeft zeker de frontman nu al het doorleefde uiterlijk dat perfect aansluit bij zijn majestueuze voordracht. Het mooie van dit soort muziek (mits goed uitgevoerd), die groots, meeslepend en streng is als de dood, is dat men de traagheid nergens als hinderlijk ervaart, terwijl elke versnelling even spectaculair aanvoelt als het plotselinge hervatten van hartgeklop in een doodgewaand lichaam. De pauzes tussen de nummers hadden misschien wel wat korter mogen zijn, maar dit optreden kan niettemin als uitermate stemmig de boeken in.
Windhand en Pilgrim bouwen loodzwaar stonerdoomfeestje in Little Devil
Smachtende Roadburnadepten krijgen alvast voorproefje van de hoogmis in april
Kinderen kunnen vaak al maanden van tevoren uitkijken naar een feestje: Sinterklaas, Kerstmis, hun eigen verjaardag. Bij volwassenen doet zich een soortgelijk verschijnsel voor, maar dan meestal in connectie met sportverschijnselen, vooral het alomtegenwoordige voetbal. Een kleiner contingent van het min of meer volgroeide mensengeslacht kijkt echter reikhalzend uit naar muziekfestijnen: Glastonbury, Coachella, Primavera, of, om dichter bij huis te blijven, ons eigen Lowlands. Een zeer kleine, bijna onooglijke subpopulatie van deze categorie muziekliefhebbers laat zelfs deze grote festivals voor wat ze zijn, en heeft zich helemaal toegelegd op één obscuur muziekgenre waarvan men fanatiek zoveel mogelijk geluidsdragers en concerten collectioneert c.q. bezoekt. Een niet ongering aandeel in deze laatste groep, zeker hier te lande, heeft de verzameling der Roadburngangers. Reeds bij het vallen van de eerste blaadjes bevangt deze lieden een ondefinieerbare onrust, een diep verlangen naar de lente – niet, omdat zij de vogels dan weer kunnen horen kwinkeleren, neen, juist omdat dan het zwartgetinte festival nadert dat zich geheel toelegt op alles wat naar doem, duistere psychedelica en nocturnale genoegens zweemt. Voor deze gepassioneerden is het goed, dat er op deze kraakheldere doordeweekse novemberavond in de Little Devil twee bands staan geprogrammeerd die volledig in hun straatje passen, wat zeggen we, waarvan de één het afgelopen jaar nog op Roadburn heeft gespeeld, terwijl de ander daar het komende jaar zijn opwachting mag maken. Slechts een pleister op de wonde, misschien, maar wel een voor velen bijna levensnoodzakelijk noodverbandje...
PILGRIM
WINDHAND
Het eveneens Amerikaanse Windhand is al iets langer bezig, heeft al twee volledige albums op zijn naam staan en verdiende door zijn muzikale kwaliteiten volledig terecht een plekje op het aankomende Roadburnfestival. Windhand is een van de vele Roadburnacts die door een vrouw worden gefronteerd, maar haar indringende stem is slechts één der constitutieve elementen van het geluid van deze psychedelische doomrockers, die niet vies zijn van een gitaarjam hier en daar en zo´n typisch gruizig bass-heavy geluid hebben dat broekspijpen bijna doet wapperen en na het optreden een weldadige piep in de oren achterlaat. Het zal geen verbazing wekken dat het gemiddelde nummer de tien minuten ruimschoots overschrijdt en voldoende ruimte laat voor improvisatie, met als hoogetepunt de afsluiter waarin de bandleden één voor één het podium verlaten tot alleen nog de bassist resteert om het drumriffs in het rond strooiende percussiebeest te begeleiden. Een vervoerende ervaring, die het wachten op de meerdaagse viering der duistere psychedelica enigszins heeft weten te verlichten.