David Gilmore en band vergasten Paradox op stomende fusion

Gitarist toont gedrevenheid en veelzijdigheid met Art Of Ascension Trio

Wouter de Waal ,

Een groep onder aanvoering van een snarenheld die fonetisch gesproken dezelfde naam heeft als zijn befaamde Pink Floyd collega, waarin ook nog een bassist te vinden is die niet geheel toevallig een achternaam deelt met zijn illustere tegenhanger in het 'klassieke kwartet' van John Coltrane: dat belooft natuurlijk alleen al op papier heel wat. De praktijk blijkt deze vrijdag op het podium van Paradox niet minder indrukwekkend.

Het is vanzelfsprekend een beetje een flauwiteit om te wijzen op de naamsovereenkomst tussen de gitarist van deze avond en de rockster van weleer, want hoewel Gilmore zeker weet hoe te rocken, heeft hij in zijn spel veel meer noten op zijn zang, die hij bovendien in de meest vreemdsoortige ritmische patronen rangschikt. Een goed voorbeeld vormt het prille begin van de eerste set, waarin hij zonder verdere ondersteuning moeiteloos over zijn eigen ter plekke opgenomen en herhaalde dwarse riff improviseert. Wanneer bassist Matt Garrison en drummer Gene Lake even later invallen, ontwikkelt het geheel zich al snel tot een meeslepende funky exercitie. Funk vormt naast rock inderdaad één van de muzikale hoofdingrediënten van dit drietal, maar naast deze 'aardse' klankpreoccupaties schrikt Art Of Ascension ook niet terug voor meer complexe en etherische interacties – bijvoorbeeld tijdens het treffend getitelde 'Shapeshifter', een stuk dat volgens Gilmore rond 2000 tot stand kwam, maar anno nu tevens verwijst naar het ShapeShifter Lab dat Garrison recentelijk in New York stichtte (The New York Times schijnt het overigens nu al één van de belangrijkste muziekcentra van de stad te vinden).

Nadat drummer Lake gedurende de eerste ronde druk in de weer is geweest met de taperol teneinde zijn kit bestand te maken tegen zijn soms woeste roffels, begint de tweede met het expressieve 'The Seeker', een imponerende geluidsreis die op het einde plotsklaps in heel stil domein terecht komt, om vandaar vloeiend over te gaan in het meditatieve 'Window To The Soul'... dat weer prompt gevolgd wordt door één van de meest creatieve en adembenemende bassolo's die we in tijden hebben mogen horen (het zal deze gast wel in het bloed zitten, want enig naspeurwerk leert ons dat Matt daadwerkelijk de zoon van meesterbassist Jimmy Garrison is). Het tekent de enorme diversiteit en flexibiliteit van dit combo, dat na een daverend applaus met een spetterende rocker afscheid neemt van het publiek. Hopelijk keren Gilmore en consorten dan ook spoedig naar Tilburg terug om de Funk alhier nog verder te verspreiden.