De toon voor het optreden van Crappydog wordt meteen gezet als de ongewassen ogende voorman in zijn eentje een rammelende versie van Blind Lemon Jeffersons bluesklassieker ‘See That My Grave Is Kept Clean’ inzet. Vervolgens krijgt hij gezelschap van vier medestraathonden die het begrip ‘vuilnisbakkenmuziek’ van een nieuwe, ook letterlijke betekenis voorzien: geklepper met een afvalbak en het ruw behandelen van een vuilniston maken namelijk integraal onderdeel uit van de show. De lage, grove klanken van drums, percussie, bas en zware sax maken het gore plaatje compleet en leggen een stevige krakende bodem onder dit afgetrapte, maar ook bijzonder feestelijke theater. Een heerlijk onverbeterlijk zooitje.
The Urban Voodoo Machine beproeft geluidsinstallatie Stage01
Crappydog zorgt voor aangenaam smerige introductie
Het was even passen en meten met een tiental muzikanten op het Stage01 podium, en toen The Urban Voodoo Machine eenmaal min of meer in het gelid stond, had de geluidsman van dienst het nog zwaar te verduren. Uiteindelijk sloeg het zwartrode combo uit Engeland zich echter toch met veel bravoure door een afwisselende set.
CRAPPYDOG
THE URBAN VOODOO MACHINE
Terwijl Crappydog zich op en voor het podium uit staat te leven, houden zich in de achterste hoek van de zaal enige opvallend uitgedoste sujetten schuil. Ze blijken onderdeel van The Urban Voodoo Machine, het veelkoppige gezelschap dat daarna het podium betreedt. Ergens het midden houdend tussen een zigeunergroep, een Mexicaanse mariachibende en een uitgebreid jaren vijftig rock ‘n’ roll combo laten deze in rood en zwart geklede en aan liefde en dood toegewijde dames en heren al snel hun virtuositeit en veelzijdigheid horen, althans, voor zover de geluidstechniek dat toelaat. Aanvankelijk zijn veel blazers bijvoorbeeld nauwelijks te horen en ook als dat euvel hersteld is, moet de geluidsman nog veel op en neer rennen om ongewenste feedback en problemen met kabels en dergelijke op te lossen. De grootste horde die deze Engelsen te nemen hebben, is echter ongetwijfeld de nogal gereserveerde houding van het publiek. Met uitzondering van een paar losse enkelingen (waarbij de 3voor12 fotografe niet onvermeld mag blijven) zijn de bezoekers namelijk niet eenvoudig tot dansen of enige andere vorm van participatie te bewegen, zelfs niet wanneer leden van de band zich tussen hen mengen. Uiteindelijk is er echter wel enige publieksrespons waarneembaar, en hoewel deze circustroep vast en zeker soepeler verlopende en enthousiastere avonden meegemaakt heeft, kan men toch met een goed gevoel verder trekken.