Smoorhete Incubatedavond in teken van vriendelijk plantaardige indiemuziek voor al dan niet danslustige herbivoren

Ingetogen hipsters beleven uren vol binnenpret in de kleinste sauna van 013

Maarten de Waal ,

Als ons geheugen ons niet in de steek laat, was er bij de meest recente Incubatededities veel plaats voor bands die wat luidruchtiger musiceren. Dat is natuurlijk leuk, ¨voor wie daar van houdt¨, maar een bepaald type zachtaardig indiekind wordt door dat muzikale geweld afgeschrikt, en staat liever niet met een piep in de oren tussen ruw met de ledematen zwaaiende oermensen. Die vreedzame mensensoort durfde deze woensdagavond, ondanks het drukkende weder, gelukkig weer uit haar schuilplek te voorschijn te komen, en bijgevolg was het een feest van warrige kapsels, schrander turende oogjes achter blikkerende brillenglazen, en onwerelds starende spichtige meisjes met een kaarsrechte lichaamshouding. En zo hoort het ook.

IDIOT GLEE

De onwereldse blik van James Friley ofwel Idiot Glee wordt echter door niemand in de Stage01 overtroffen, maar hij heeft dan ook het voordeel dat hij op een mormoonse opvoeding kan bogen. De jongen is blijkbaar van oorsprong klassiek pianist, maar is moedig de wereld der elektronica binnengestapt en dus beroeren zijn vingers nu afwisselend toetsen en knoppen. De dromerige lofisynthpop die hij daarmee produceert past goed bij zijn algehele uitstraling, en de bescheiden publieksreactie tussen de nummers door maakt het plaatje compleet. Je zou je bijna kunnen voorstellen dat deze krullenbol aan het einde van de set simpelweg van het podium afstapt, maar zijn moeder blijkt hem netjes te hebben opgevoed, want hij bedankt ons keurig voor onze aandacht. Een fijn mijmerend begin van deze avond.

NISENNENMONDAI

Een nog niet genoemde eigenschap van het tere indiewezen die vanavond ook sterk opvalt, is hoe picky hij vaak is waar het gaat om zijn muzikale dieet. Blijkbaar verdraagt zijn klankspijsvertering doorgaans slechts zeer specifieke input, waardoor het publiek per band behoorlijk wisselt, en het nu bij Nisennenmondai ineens een stuk drukker is dan bij de zelfverklaarde idioot die voor hen speelde (ook Shigeto, de slotact, blijkt een aantal fans te hebben die alleen voor hem komen).

Hoe dan ook: De drie Japanse meisjes die schuilgaan achter deze marketingtechnisch wat onhandige naam zijn al even weinig belust op contact als hun voorganger, maar staren anders dan hem niet naar een onduidelijk punt in de ruimte, maar rechtstreeks naar de grond (met uitzondering van de drumster, die helemaal opgaat in de beschouwing van haar drumvellen en bekkens). Eigenlijk zou je de muziek die ze maken gewoon ´trance´ willen noemen, wanneer deze naam in de recente muziekgeschiedenis niet zo´n beladen bijklank had gekregen. Denk dan maar meer aan de repetitieve stuwende feel van een band als Neu!, eventueel aangevuld met wat disco-invloeden, en je krijgt een aardige indruk van de ritmisch georiënteerde dansbare opzwepende klanken die deze drie reeds behoorlijk oud ogende meiden de zaal in sturen. Gedanst wordt er overigens niet of nauwelijks, maar het is de vraag of de dames dat jammer vinden – ook in Japan is hun publiek vaak behoorlijk ingetogen, getuige een video op Youtube. Aan het einde van de set wijst men ons nog in gebroken Engels op de mogelijkheid merch te kopen en maakt daarna een respectvolle buiging (een wijze van groeten en afscheid nemen die zoveel stijlvoller is dan ons onbeholpen handgezwaai). Een opwekkende ervaring.

SHIGETO

De Amerikaanse outgoingness van Shigeto, waarvan naam en uiterlijk doen vermoeden dat zijn uiteindelijke roots toch ook in het Verre Oosten liggen, vormt daarentegen een schril contrast met zijn stijf de lippen op elkaar houdende rasgenoten. Het blijkt een vrolijke, bijna hyperactieve maar ook zorgzame jongen, die vaak van ons wil weten of het wel goed met ons gaat en we het een beetje naar onze zin hebben. Dat hebben we zeker, en dat mag ook wel, want hij werkt zich in het zweet om ons te amuseren, en schrikt er zelfs niet voor terug achter een drumstel te gaan zitten om zijn drukke muziek van nog een extra ritmische lijn te voorzien. Oh ja, de muziek... Op de 013-site valt de term ´glitch´, en als dat bij u ook klankassociaties oproept met ´glijen´ en ´roetsj´, kunt u zich een zeker beeld vormen van het soort gevoel dat deze set de luisteraar geeft. Verder is het een postmodern allegaartje van allerlei door de elektronische mangel gehaalde klanken, afkomstig uit diverse bronnen als jazz, r&b en soul (blijkbaar de invloed van zijn vader), maar ook ´Braziliaans carnaval´-achtige sferen komen voorbij (wat met deze hitte natuurlijk wel toepasselijk is). Een uitermate energieke afsluiter, die er zowaar in slaagt enkele aanwezigen in beweging te krijgen. Waarmee een einde komt aan een onderhuids toch zeer zwoele & zweterige Incubated. Op naar het festival!