Dat het reeds in vele incarnaties verschenen moderne muziekensemble Blast vanavond inderdaad met recht 2.0 mag heten, wordt bescheiden maar treffend aangetoond door een laptop die voor blazer Bruinsma staat opgesteld. De diepe orgelachtige klanken die gedurende het concert bij tijd en wijle hoorbaar zijn, maken trouwens ook onomstotelijk duidelijk dat er meer trillingen door de ruimte suizen dan door het direct zichtbare instrumentarium verklaard kan worden. Meest in het oog springt zonder twijfel de uitgebreide geassorteerde percussie die kunstig rond De Vrees is gegroepeerd en die naast allerhande trommels, bekkens en bellen ook wat meer ongebruikelijk slagmateriaal bevat. De composities die vandaag aan de toeschouwers voorbijtrekken, zijn echter het werk van Bruinsma en Crijns. De eerste kondigt ze veelal met een verlegen lachje aan: aparte, summiere titels of een enkele keer ook een vijfdelige suite die het überhaupt nog zonder naam moet stellen. “Dat heb je wel eens, dat het bij een stuk eigenlijk alleen om de noten gaat en de titel pas na afloop komt,” meldt hij op lichtelijk verontschuldigende toon.
Blast 2.0 genadeloos serieus en complex in Paradox
Onconventioneel ensemble laat hersenen publiek kraken
Met een coherente, maar ingewikkelde performance boden gitarist Frank Crijns, saxofonist Dirk Bruinsma en percussionist Bart de Vrees de mensen die zich afgelopen woensdag over het gladde ijs naar Paradox gewaagd hadden bepaald geen ontspannend avondvertier. Integendeel, het scheen eerder dat de mannen hun zinnen gezet hadden op een welhaast hermetisch notenritueel.
Welbeschouwd krijg je de indruk dat die opmerking op alle vanavond gespeelde nummers had kunnen slaan, want hoewel de naam ‘Blast’ waar het de intensiteit van de uitvoeringen betreft zeker niet slecht is gekozen, klinkt dit combo veel abstracter dan je misschien op basis van dat etiket zou verwachten. Tekenend zijn de fikse, onderling aan elkaar geplakte notenbladen die Crijns vaak voor zijn neus heeft staan en die hij met enige regelmaat achter zich werpt om nieuwe uit te kunnen vouwen. Zijn pointillistische speelstijl is navenant geavanceerd, en hetzelfde kan gezegd worden van de verrichtingen van zijn podiumgenoten. Niemand van hen lijkt in iets anders geïnteresseerd dan het zo adequaat mogelijk verklanken van de moeilijke composities, een ernstige houding die naar het zich laat aanzien vooral het jongere deel van het publiek nogal zwaar op de maag ligt. Misschien is die voortdurende hoge concentratie wel mede de oorzaak van de relatief korte duur van dit concert (in Paradox krijg je gewoonlijk twee sets voorgeschoteld, maar Blast houdt het na één dikke voor gezien). Desalniettemin een intrigerend optreden.