#INCU 13 Still Corners: Eigentijds zuchtmeisje in synthpop-jasje bespeelt Paradox

Still Corners innemend en bezwerend, maar toch sorteert het weinig effect

Patric Muris ,

Een groter contrast is er bijna niet mogelijk: van Lambchop in het Tilburgse theater direct door naar Still Corners in Paradox. Van de zijdezachte muziek van de band uit Amerika naar de synthpop van de formatie uit Londen. Maar er zijn ook overeenkomsten, want ook in de Paradox kunnen de mensen op de eerste rij zitten en kan er koffie gedronken worden.

HET CONCERT
Still Corners, Paradox, maandag 16 september 2013.

DE ACT
Viertal uit Londen dat een conventionele bandbezetting aanvult met een shitload aan apparatuur en daar eighties-achtige synthpop mee maakt met een industrial karakter. Live meer dan op plaat. Een vergelijking met Beach House is bijna onvermijdelijk, maar om hem werkelijk te laten gelden, moet bij de Amerikaanse band wel de pitch flink omhoog. Still Corners is in tegenstelling tot Beach House live rauw, venijnig en slechts af en toe lief, zoals in een nummer als ‘Cuckoo’.

HET NUMMER
De zangeres van de band is de drijvende kracht. De gitarist/toetsenist links van haar wil nog wel eens kuren hebben, maar veelal is de band in zichzelf gekeerd terwijl zij het publiek zwoel aankijkt in een parmantige houding. Ze laat gaandeweg de prima set al wel eens merken moeite te hebben met het bereik, maar dat wordt handig gecamoufleerd door de vele effecten. Tot aan ‘Future Age’, het voorlaatste nummer waar de zangeres bijna a capella opent en gruwelijk door de mand valt. Dit valt niet te weg te moffelen. Het is al niet het sterkste liedje van de band en dan is ook de uitvoering nog eens schrikbarend slecht.

HET MOMENT
Wat doet ze dat goed, die zangeres: haar lippen laten plakken aan de microfoon terwijl ze het publiek doordringend aankijkt. Ze mag er zijn, ze is sensueel en ze grijpt ieder moment om met haar vrouwelijkheid harten te veroveren. Gewillige slachtoffers genoeg.

OOK OPMERKELIJK
De epileptische ontsporing van de zo keurige gitarist/toetsenist, die besluit voor het slotakkoord alle remmen los te gooien terwijl hij zijn gitaar bewerkt. Zijn schoenen zijn zo glad dat hij op en neer glijdt, op die paar vierkante meter tussen de monitorspeaker, de effectenkastjes en zijn plek achter de synthesizer in. Het is vrezen voor ongelukken, maar het loopt goed af. En dan herschikt hij zich en bedankt hij het publiek terwijl hij het podium afloopt. Heel opmerkelijk. En zo onverwachts ook.

HET PUBLIEK
De set van Still Corners is bij vlagen esoterisch en nog vaker goed dansbaar. Een meisje hier en daar geeft het voorbeeld hoe je hier helemaal in op kan gaan, maar de rest van het publiek zit ofwel op de stoelen vooraan mee te knikken dan wel staat het achterin het hoofd op en neer te laten gaan. Het is een statisch geheel: zowel de band als publiek. De Paradox is goed gevuld, maar van drukte is in geen enkele andere context sprake.

HET OORDEEL
Er valt Still Corners niet zo veel te verwijten. Het is heel gebruikelijk dat dit soort bands afstand bewaart. Een beetje introversie is zelfs gewenst; blijf maar mysterieus. De band heeft te weinig nummers die echt blijven hangen, op de ooh ooh’s en aah aah’s na, maar het biedt genoeg entertainment om in het moment zelf bijzonder goed te kunnen vermaken. En dan maar hopen dat deze mannelijke schrijver niet te veel is bespeeld door dat eigentijdse zuchtmeisje.