Mostly Other People Do The Killing leeft zich uit in virtuoze jazzpret

Amerikaans kwartet verbindt humor met imponerende improvisaties

Wouter de Waal ,

Mocht er voor aanvang van het concert in Paradox nog iemand gebukt gaan onder het misverstand dat hedendaagse jazz alleen geschikt is voor bloedserieuze types, dan maakte Mostly Other People Do The Killing afgelopen woensdag in een mum van tijd korte metten met deze waanvoorstelling.

Een trompettist, een saxofonist, een bassist en een drummer: was dat ook niet de bezetting waarmee Ornette Coleman aan het einde van de vijftiger jaren voor opschudding zorgde in de jazzgelederen? Als je de mannen van Mostly Other People Do The Killing na een wilde trommelintroductie van Kevin Shea aan het werk hoort gaan, blijkt een vergelijking inderdaad ergens wel voor de hand te liggen, vooral vanwege het levendig door elkaar kwetteren van de beide blazers en de veelal vrije aanpak van de ritmesectie. Wat echter al even snel duidelijk wordt, is dat de toon van de muziek van de vier vrijbuiters in de grond genomen toch heel anders is dan die van de Coleman kwartetten: ondanks alle instrumentale krachttoeren is de benadering van deze heren veel lichter, grappiger, bij tijd en wijle zelfs ronduit melig. Zo geeft bassist/bandleider Moppa Elliott het publiek bij ieder nummer droogjes te verstaan dat het genoemd is naar één of meerdere kleine plaatsen in Pennsylvania, en verlustigen Peter Evans en Jon Irabagon zich graag in vrolijk dubieuze geluiden op trompet en saxofoon.

In de tweede set gooit het kwartet daar nog een fikse schep bovenop, in het geval van Shea zelfs letterlijk, daar hij zijn stokjesarsenaal aangevuld met vele handdoeken en de helft van zijn ter plekke uitgetrokken kledingsstukken fluks over zijn kit uitstort, waarna hij nog een mooie schoendrumsolo ten beste geeft. Het vormt tevens het onverwachte startsein van een klein handdoekengevecht tussen de bandleden, die overigens tezelfdertijd ook onverstoorbaar doorspelen. Net als tijdens de vorige sessie zorgen de speelse elektronische interventies van diezelfde drummer voor verder ontregelend plezier, hoewel ze soms ook aanleiding geven tot verrassend lyrische passages. Al met al een doldwaze topografische tocht door een tragisch onderbelicht gebleven Amerikaanse staat (en dat terwijl zijn plaatsjes zulke bijzondere namen blijken te dragen, ja zelfs ieder willekeurig woord geheid refereert aan een, zo niet enkele van die plaatsjes), voorzien van een zeer passende, komische en uitbundige soundtrack.