Stukafest 2013: groot vermaak in kleine kamers

Van Jaren 90 medley's tot singersongwriters

Tekst: Twan Spierts en Connor Clerx / Foto's: Twan Spierts en Herman Stehouwer ,

Eerder deze week werd de vierde editie van de Tilburgse Stukafest gehouden. 15 knusse studentenkamers waren het toneel van dans, theater, cabaret en voornamelijk muziek. Folkband Town of Saints en singer-songwriter Case Mayfield maakten de grootste indruk.

April

Toch niet zo obscure elecro-indiepop met een donker Berlijns aandoend sausje. Dat blijft in intieme setting helaas niet heel goed overeind. Vooral het gebrek aan een volledige drumkit speelt de band parten. Bij vlagen klinkt het mooi gevoelig, maar ook wat rommelig. Daardoor blijft het allemaal een beetje gewoontjes en klinkt April een stuk minder indrukwekkend dan op een groter podium. (TS)

Case Mayfield

Terwijl Case Mayfield de parkeermeter bijvult, druppelt het publiek langzaam binnen in de studentenkamer aan de Stationsstraat. Voor een luttele euro krijg je een opvallend lekkere rode wijn, zij het uit een papieren bekertje. De ‘barman’ op de grond in de hoek van de kamer blijkt in het dagelijks leven barrista. Terwijl hij vakkundig koffie zet legt hij aan een belangstellend meisje uit hoe hij te werk gaat. Alles aan deze kamer ademt huiskamerconcert.

Gelukkig is daar dan ook huiskamerspecialist Case Mayfield, die de afgelopen jaren naam maakte op tournee door popzalen, kroegen en kamers. Zijn eigen gitaar is gesneuveld en dus begint Mayfield aan zijn Stukafest-set met een kleine Taylor-gitaar. Als hij daardoor af en toe een noot niet helemaal lekker raakt, komt een voorzichtig glimlachje naar het publiek. Voor de rest staart de singer-songwriter tijdens het spelen onafgebroken naar de grond. Alsof hij elke toon en elk woord uit het parket moet trekken.

Eenmaal aan het spelen drijft de klasse van Mayfield snel naar boven. Als hij een akoestische versie van Tree By The River van Iron & Wine inzet is het muis en muisstil, en terecht. Hij brengt het adembenemend mooi met zijn licht schorre maar altijd zuivere stem. Het eigen nummer Schizophrenia komt akoestisch misschien wel beter tot zijn recht dan op de plaat, waar het al een prima nummer is. Een rake cover van Damien Rice’ '9 Crimes' is een waardige afsluiter voor dit bijzondere optreden. (CC) 

Town of Saints

Dankzij het succes van Mumford & Sons is folkpop in Nederland wellicht populairder dan ooit. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat Town of Saints op die populariteit probeert mee te liften, maar de muziek van deze Groningse band heeft bij vlagen toch wel iets weg van de wereldberoemde Britten. Niet dat dat een probleem is, want Town of Saints is veel veelzijdiger dan dat. Sterke songs, variërend van bombastisch tot prachtig fragiel. Prima geschikt voor de woonkamer, mede dankzij de humor van frontman Harmen Ridderbos en het prachtige vioolspel van zijn Finse wederhelft Heta Salkolahti. Het publiek is overtuigd, getuige het lange applaus na afloop. (TS)

Coppersky

Normaal spelen de heren van Coppersky stevige rock met veel nadruk op de drums, maar voor deze gelegenheid doen ze het is rustiger aan. Slechts een elektrische gitaar en zang blijven over van het normaal zo volle bandgeluid. Dat is geen ramp, want door de mooie rauwe stem van zanger Erik Zwart blijft het geheel ook in uitgeklede versie boeien. Jammer dat tijdens ronde 3 de meligheid toeslaat. Dat komt het optreden niet ten goede, hoewel de enthousiaste huisgenoten aan de Primus van Gilsstraat daar niet om deren. Ze worden aan het eind, als de andere bezoekers naar huis zijn, nog getrakteerd op een cover van Het Is Een Nacht en zijn daar meer dan tevreden mee. (TS) 

De Gebroeders Fretz

In 2025 zit hij in het torentje. Tot dan tourt Johan Fretz (28) met zijn aangenomen broer Marcel Harteveld door de Nederlandse theaters om stemmen te werven met zijn politieke theatershow Revolte. Vanavond strijkt hij voor Stukafest neer in een studentenkamer. Met een bijna wild zo bevlogen betoog over politieke idealen, ambitie en de kracht van één man om verandering teweeg te brengen zet Fretz meteen de toon. Zijn partner Harteveld, verantwoordelijk voor het merendeel van de muzikale inbreng, zet een nummer in over desinteresse in de politiek en het gevoel van onmacht van de gewone burger. Een opmerkelijk contrast dat de rest van de mini-voorstelling doorzet.

Liedjes worden afgewisseld met korte anekdotische verhalen. Tussendoor stelt Fretz vragen aan het publiek, waar ze op gestemd hebben bijvoorbeeld, om vervolgens een paar pijnlijk gevatte observaties over Nederlandse politici te geven. Harteveld - naar eigen zeggen op zijn achtse begonnen met puberen - begint rustig op zijn gitaar te spelen. Na een lange intro blijkt het Big Big World van Emilia te zijn. In een razend tempo vliegt een mash-up van (veelal foute) ninetiesnummers je om de oren. De Spice Girls, Eminem, Snow, Wes en nog een stuk of vijf andere platen. Met deze onverwachte maar uiterst komische wending komt er een eind aan de cabaretwervelwind van de gebroeders Fretz. Een absolute aanrader. (CC)