Moonspell heerst als vanouds op Into Darkness

Swallow The Sun verrassend, Pain verzorgt afterparty

Wouter de Waal ,

Terwijl de bijna volle maan zijn schemerige licht over de herfstavond verspreidde, gaven de Portugezen van Moonspell afgelopen zondag tijdens Into Darkness in 013 een ouderwets sfeervol concert dat zwaar leunde op de vroege klassiekers van de band. Voor de mensen die daarna nog wilden dansen op industrial-electro-liedjes, was Peter Tägtgrens Pain ongetwijfeld een geschikte afsluiter.

SCAR OF THE SUN

Het donkere bal wordt reeds voor de klok van zes geopend door Scar Of The Sun, dat zoals te verwachten vanwege het vroege tijdstip aanvankelijk geconfronteerd wordt met een welhaast lege zaal. De Grieken laten zich daardoor echter niet ontmoedigen en werken een heel degelijk in elkaar gestoken set af, waarbij enkele in antieke stijl uitgevoerde decorstukken voor extra sfeer moeten zorgen. Gedurende het optreden vult de ruimte zich gestaag, maar dat resulteert helaas niet in een significante toename van publiek enthousiasme. Daarvoor is de melodieuze metal van de heren eigenlijk ook wat te braaf.

LAKE OF TEARS

Hetzelfde verhaal kan mutatis mutandis gehouden worden bij Lake Of Tears, dat daarna het podium betreedt. Technisch is het allemaal dik in orde, met de presentatie is op zichzelf ook niets mis, maar het ontbreekt de Zweedse band enigermate aan zin voor avontuur, zodat de vlam niet echt in de pan kan slaan. Weliswaar lijkt de groep tegen het einde van het concert iets meer in zijn element te komen en worden er een paar energieke solo’s op de aanwezigen afgevuurd, maar dat is uiteindelijk te weinig om werkelijk indruk te maken. Iets meer afwisseling en contrast in het repertoire zou deze band zeker geen schade berokkenen.

SWALLOW THE SUN

Na deze enigszins weifelende start van de avond komt de stemming er dan toch echt goed in bij Swallow The Sun, een combo uit Finland dat met zijn tegelijk duistere en diverse aanpak gerust de verrassing van de dag mag heten. Harder dan de voorgaande groepen tijdens de stevige momenten, sfeervoller in de meer lyrische passages, slagen deze noorderlingen er met hun behoorlijk progressief opgebouwde stukken in het publiek mee te voeren naar een fascinerende donkere wereld, waarmee ze en passant heel adequaat de toon zetten voor het monumentale optreden van Moonspell. Mooi gedaan.

MOONSPELL

De illustere groep mag dan als voorlaatste aantreden op het hoofdpodium, Moonspell is aan omvang en enthousiasme van het publiek te zien onmiskenbaar de band waarvoor de meeste bezoekers zijn afgereisd. Niet ten onrechte ook, want met debuut ‘Wolfheart’ en succesvolle opvolger ‘Irreligious’ heeft de Portugese bende halverwege de jaren negentig enkele onverwoestbare platen aan de gotische tak van het metalen genre toegevoegd. Hoewel men zich vanavond natuurlijk verplicht voelt ook enig werk uit later tijden de revue te laten passeren, en de imponerende frontman in stijl met het laatste album met glimmende helm opkomt, blijkt al snel dat de muzikale ruggengraat van het optreden gevormd wordt door krakers van die twee vroege platen: ‘Vampiria’ (inclusief ijselijke gil vanuit het publiek), ‘Alma Mater’, ‘Opium’ (met gastvocalen van de zanger van Swallow The Sun) en de eeuwige afsluiter ‘Full Moon Madness’. Allesbehalve verrassend, wel buitengewoon effectief, temeer daar de band in het algemeen en de boomlange zanger in het bijzonder alles met veel gevoel voor theater overbrengt. Je vraagt jezelf wel onwillekeurig af hoe het een band te moede moet zijn die na twintig jaren van bestaan nog steeds voornamelijk teert op de successen van het prille begin, maar vanuit publieksoogpunt is dit concert in ieder geval heel bevredigend.

PAIN

Na het optreden van Moonspell verlaat een aanzienlijk deel van de aanwezigen de zaal, maar degenen die nog even met de voetjes van de vloer willen, zijn bij Pain aan het juiste adres. Frontman Peter Tägtgren is bij metaalveteranen vooral bekend door zijn death metal band Hypocrisy en zijn productionele kwaliteiten, maar gebruikt Pain duidelijk als uitlaatklep voor zijn industriële neigingen. Daarbij moet je bepaald niet denken aan loodzware, dreunende klanken, maar eerder aan naar pop neigende liedjes met een elektronische beat, overgoten met een metalen sausje. Tägtgren weet onderhand wel hoe je een pakkend nummer schrijft en de lichtshow bij dit optreden is ook prima, maar het valt niet te ontkennen dat het nogal melige geluid van deze band nou niet naar ieders smaak is. Het lichtgewicht karakter van de muziek geeft je bovendien eerder de indruk met een afterparty dan met een hoofdprogramma te maken te hebben. In die hoedanigheid is de groep echter geknipt voor het vermaken van danslustige jongens en meisjes, die dan ook vrolijk losgaan op de band: een komisch slot.