No Sleep 'Til Burg

Bas van Duren en Freek Verhulst ,

-

Zoé Red
Een aangenaam begin zo op de zondagmiddag voor de meesten die bevrijdingsfestival uitbundig hebben gevierd. De neo-soul van zangeres Zoé Red (echte naam Margot Zoer) is met vlagen funk gespeend, waarbij vooral toetsenist Tijn Driessen een hoofdrol opeist. Gewapend met een Rhodes en een synthesizer voor het nodige Hammond-geluid excelleert Driessen met zijn solo's en het betere hamerwerk. Zoer kan er prima mee uit de voeten met haar krachtige stem. De composities mogen dan wat aan de veilige kant zijn, op dit tijdstip is dat prima.
 
To Twelve
Drie personen, twee gitaren. De minimalistische, halve coverband To Twelve doet het met minder en tegelijkertijd ook met meer. De driekoppige band met een frontvrouw weet hoe je mooie harmonieën moet neerzetten, maar is absoluut de braafste band van de klas. Dat bewijzen ze met hun coverkeuzes, zoals Bruno Mars' Just The Way You Are en Dolly Partons Yolene. Dat To Twelve vooral lief is, schijnen ze zelf ook te beseffen; als 'rauw randje' wordt ook Blink 182 met First Date gecoverd. Dat gebeurt allemaal alleraardigst, maar 'aardig' is dan ook het sleutelwoord van deze knuffelbare band.
 
Jacky Checker
Stel je voor dat Hans Teeuwen besluit om de jazz achter zich te laten en begint aan een Joy Division-meets-Within Temptation-wannabeband. Heeft u het beeld voor zich? Ja? Open uw gesloten ogen weer en ziedaar Jacky Checker. Een zeskoppige band; drums, twee gitaren, bassist, toetseniste en zanger. Met slechts pluspuntjes voor de ritmesectie, komt de band er maar karig van af. Het is moeilijk doorkomen aan de gitarenbrij en de synthesizer produceert het lelijkste strijkersgeluid dat je je kan voorstellen. Maar dan die zanger... Is de valsheid een statement? Toondoof? Horen de rare, overdreven podiummaniertjes bij de act? Moeten we geloven dat hij er helemaal in opgaat? Vragen, vragen en vragen. De post-post-post-punk komt tien jaar te laat en de band zal, als de zanger aanblijft, nooit verder komen dan een podium voor hooguit honderd man.
 
The Light Brigade
Een verademing dan in de Stage01. The Light Brigade is geen onbekende voor iedereen die al een tijdje in de Tilburgse scene zit. De keuze om de oudgedienden (debuut verscheen in 2004) op een festival dat zich focust op talent neer te zetten is vreemd, maar daardoor niet minder welkom. Frontman Gerton Govers bakt zijn nummers nog altijd op fijne wijze; naar Amerikaans voorbeeld. Get Up Kids, Pavement, Dinosaur Jr; oude helden herleven in de veelal puntige nummers die barsten van de verwevende gitaarpartijen. The Light Brigade brengt haar liedjes met een bravoure die tot dat punt nog niet eerder op de dag is gezien en de band zou zeker niet misstaan als opener voor het grotere werk.
 
Fly Sparks
De cowboyhoed, de drie parmantige achtergrondzangeresjes die samen ‘The Do Re Mi’s’ heten, de volstrekt logische wijze waarop het ene akkoord het andere opvolgt en de van clichés aan elkaar hangende speeches tussen de nummers door: welkom bij Fly Sparks. De jaren ’80 rock ’n roll die de Kleine Zaal vult, doet denken aan een (toetsenistloze) Wild Romance, maar Fly met Herman Brood vergelijken zou teveel eer voor eerstgenoemde zijn. Spannend of vernieuwend wordt het nergens in de setlijst, maar niet getreurd: Fly Sparks is een ideale bruiloften- en partijenband.


Drain Atlantis

Drain Atlantis brengt hardcore naar Stage01 en daar lijkt niet iedereen op voorbereid. Hoewel de groep zich in het zweet speelt, beukt, ramt en schreeuwt, slaat die energie volledig dood in de zaal. Dat is waarschijnlijk deels te wijten aan de vele tempowisselingen die bovendien vaak net niet lekker uitkomen, waardoor Drain Atlantis de aandacht maar moeilijk vast weet te houden.

Yama
De stevige stoner-hardrock van Yama (met in de gelederen De Kling-drummer Joep Schmitz), geeft wat dat betreft wel het goede voorbeeld. Door de sterke riffs en een prima performance van de frontman, is het geen moment saai in de Kleine Zaal. De haren mogen flink worden gewapperd op snel gitaargedreun, maar ook het aanvankelijk wat rustigere, fijn gruizige ‘Seaquake’ is prima om op mee te knikken. Yama is daarom het hoogtepunt van de avond.

Slakkengang
Hoewel de naam anders doet vermoeden, raast Slakkengang in sneltreinvaart door de set heen. Dat is jammer, want Slakkengang smaakt naar meer. Wie zijn of haar ogen sluit kan zich haast niet voorstellen dat al dat geluid door slechts twee man wordt voortgebracht. De gitaareffecten vormen de perfecte saus over de onstuimige drumritmes, waardoor een gelaagd geheel ontstaat. Bij deze muziek is het echter noodzakelijk het publiek in een soort trance te brengen, maar daar was deze trip net te kort voor. Zonde.

Station Nevada
Veelzijdigheid is troef bij de heren van Station Nevada. Klinkt de band eerst nog als Red Hot Chili Peppers, daarna wordt er even gas teruggenomen en sijpelen er Kane- en Di-Rect-achtige geluiden door. Die worden gelukkig snel weggespoeld met een flinke dosis Motörhead-achtige metal en een grappig gevonden rockwals, gebaseerd op de welbekende Nokia-tune. Al met al een prima show voor de groep die ooit als gelegenheidsformatie zijn oorsprong op No Sleep ‘Til Burg had, toen onder de naam ‘The Sanctimonious Minions’.

Jersey Devil
De geschreeuwde Alice In Chains-achtige metal van Jersey Devil kan Stage01 maar niet boeien, en dat leidt tot enige frustratie van frontman Rule. Maar die had het probleem beter bij zijn bandleden neer kunnen leggen, want waar hij het podium op en neer hupst, zit of staat de rest er wel erg stoïcijns bij. En dan kun je prima je nummers spelen tot je een ons weegt, zoals Jersey Devil doet, maar het nodigt niet uit tot een flink potje headbangen op de zondagavond.

Mercy Seat
No Sleep ‘Til Burg 2012 wordt uitgeluid met poprock door gelouterde vaklui in de vorm van Mercy Seat. Het nieuwe materiaal dat de in 2011 heropgerichte groep laat horen is helaas hopeloos passé en wel heel veilig in het ‘midden van de weg’ geplaatst. Het maakt dat de muziek zich nogal laat aanleunen, waardoor enige vorm van sprankeling ontbreekt. Mercy Seat smaakt als ‘platte’ cola: zoet, maar niet prikkelend ter compensatie.