Rise Against herstelt zichzelf met strak meezingfestijn

Vorig 013-optreden in één klap vergeten

Sebastiaan Quekel ,

Rise Against is zo’n band die is afgestapt van zijn oorspronkelijke genre. Eerst stoempende punkrock met hardcore invloeden, tegenwoordig toegankelijke propagandasongs met veel ‘oo-oo-oowh’s’ en ‘yeah’s’. Een koersverandering die live tot op zekere hoogte werkt. Toch blijft het zuur voor de oude garde, zo bleek ook tijdens het uitverkochte concert in de 013 afgelopen jaar. Deze week keert de punkband terug op Tilburgse bodem en heeft het de kans zowel de oude als de nieuwe garde tevreden te stellen. Want ja, dat is een band nu eenmaal verplicht.

Voorprogramma Gallows brengt furieuze dubbelstemmige hardcore dat vanaf de eerste tel woest om zich heen slaat. Bij opener Misery van tweede langspeler Grey Britain gaat de Britse band tekeer als een troep hongerige wolven. Wade MacNeil, de opvolger van de vorig jaar vertrokken Frank Carter, toont zich in zijn screams dan ook een waardig vervanger. Wel probeert hij in het laag wat vaak het nasale stemgeluid van Matthew Shadows (Avenged Sevenfold) na te bootsen, hetgeen niet helemaal uit de verf komt. Dit geldt ook voor al zijn mislukte stagedives die voor veel facepalms in de zaal zorgen.
Desalniettemin is Gallows collectief ijzersterk, bouwt het in vrijwel elk nummer op naar een uitzinnige climax en weet het het publiek van A tot Z mee te krijgen. Wat bezoekersaantallen betreft puilt de Dommelsch Zaal uit wat natuurlijk voor een voorprogramma bewonderenswaardig is. Openen is niet altijd makkelijk, maar de Britten pakken het keurig op middels een prettige mix van hardcorepunk en metal . “We hebben gisteren onze derde plaat afgemaakt”, jubelt MacNeil. Nederland is daarmee dit jaar nog lang niet van Gallows verlost.
Een blik op de zaal bevestigt onze uitspraken in de inleiding. De oudere bezoekers maken plaats voor (voornamelijk vrouwelijke) tieners, die duidelijk teren op Rise Againsts nieuwe materiaal Appeal To Reason en Endgame, haar laatste wapenfeit. Met die cd opent Rise Against het concert en barst het publiek vooral op steenworpafstand los. Het begin loopt echter niet helemaal lekker; zanger Tim McIlrath zit er een paar keer naast en de geluidsman heeft moeite een fatsoenlijke balans tussen instrument en zang te vinden. Dat verandert gauw met Ready to Fall, waarmee de band eens temeer bewijst een liveband pur sang te zijn.
 
Achterin de zaal staan de oudere fans, die relatief rustig de avond doorbrengen en lijken te hunkeren naar één van de oudere hits. Dat krijgen ze met Broken English van de tweede cd Revolutions Per Minute, gelijk het enige oude nummer dat Rise Against ten gehore brengt. Op het optreden an sich heeft dit geen negatief effect. Het publiek veert anderhalf uur lang op en neer en het gros van de nummers wordt uit volle borst meegeschreeuwd. Wel passeert de inmiddels wereldberoemde quote ‘Play Your Old Songs, Assholes!’  ook vanavond weer de revue. McIlrath reageert genadeloos: “Doe dat doek weg, dan kunnen de mensen achter jullie ook iets zien.”
Een attitude die ergens totaal niet bij Rise Against past. Met heuse anti-oorlogsballades en steun walvissen-liedjes is het een best liefdadige band. Gruwelijk idealistisch en propagandisch, dat dan weer wel. Op de vier verticale schermen laten de Amerikanen zien wat wij in deze wereld toch allemaal schaamteloos fout doen. Dit is wederom tekenend voor de richting die Rise Against de afgelopen jaren is opgegaan. Wij worden er eerlijk gezegd niet erg warm van.
En toch. Toch overtuigt Rise Against. McIlrath is een topfrontman, springt op verhogingen, rent voortdurend op en neer en is vanavond uitstekend bij stem. Met zijn twee acoustische intermezzo’s Audience of One en het prachtige Swing Life Away overtreft hij zichzelf zelfs. In combinatie met een hard meezingende zaal zorgt het voor het eerste kippenvel moment van de avond. Hieropvolgend werkt de band  zorgvuldig toe naar het slot en naar weer een andere klapper, genaamd Savior. Een song waarbij leadgitarist Zach Blair zich eindelijk met een waanzinnige solo van zijn beste kant laat zien.
Concluderend speelt Rise Against een strakke set en spoelt het de zure nasmaak van Lowlands en het vorige 013-optreden weg. Het publiek danst anderhalf uur lang en eet uit de hand van McIlrath, ondanks zijn vermoeiende propagandapraatjes en het feit dat het allemaal zo routineus aanvoelt. Teleurstellenderwijs komen Torches en State Of The Union niet in het stuk voor, evenals Blood To Bleed en Paper Wings van doorbraakalbum Siren Song Of The Counter Culture. Daarmee is dat bericht op het doek nog niet eens zo’n slecht idee.