Maar wat voor muziek maakt deze Koning Gast (als we ‘dude’ zo mogen vertalen) dan eigenlijk, die de vleermuizen zo ijverig uit hun spelonken doet komen? Even een klein stukje muziekhistorie (wees niet bang, we houden het heel kort). Uit het donkere, grimmige wave-, industrial- en postpunk-landschap van het einde van de vorige eeuw ontstond een aantal bands die zich wilden heroriënteren op vergeten (folk)tradities in met name het oude Europa, met vaandeldragers als Current 93 en Sol Invictus. Zoals te verwachten viel, heeft deze neofolk (darkfolk, martial folk, martial industrial – de gemiddelde muziekrecensent heeft er een handje van meer genres te bedenken dan er bands zijn) haar basis traditioneel in Europa. Nu zijn er natuurlijk ook Amerikaanse bands die wel van donkere folk houden – sterker nog, Amerika heeft een zeer lange traditie van folk- en countryartiesten die zich oriënteren op de donkere kant van het bestaan, met als misschien wel bekendste vertegenwoordiger ‘the man in black’, Johnny Cash. De sound van dit soort artiesten mag behoorlijk verschillen van die van de jongere garde Europese traditionalisten, maar de duistere, bij tijd en wijle gedragen sfeer, vol van zondebesef en angstig voorgevoel, vindt men zowel in Europa als Amerika. Dus waarom deze beide stromingen niet met elkaar gecombineerd? Zou dat niet iets vruchtbaars opleveren? Zoiets moet iemand ergens in het zwaar-bijbelse noordwesten van de Verenigde Staten gedacht hebben, en zie: King Dude was geboren.
Lichtschuwe King Dude geeft zinderend optreden in Little Devill
Stoere metalheads pinken stiekem traantje weg
Het is een grijze, grauwe dinsdagavond in de ‘zomermaand’ juli. Echt zo’n avond die een liefhebber van het terrasjespikken en andere buitenactiviteiten ertoe kan verleiden mistroostig uit het raam te staren, zich afvragend waarom het ongeluk juist hem overal achtervolgt, waarom hem zijn kleine gelukje niet gegund wordt, of er eigenlijk wel een ‘goede god’ bestaat, etc. De liefhebber van de duisternis echter, die normaal gesproken de lichte zomermaanden verafschuwt en deze het liefst binnenshuis met de gordijnen dicht doorbrengt, leeft op door zo’n onverwacht ‘slechte’ zomer en kan zich, wanneer hij in Tilburg woont of bereid is daarnaar af te reizen, deze avond ook nog laven aan de donkere klanken van het Amerikaanse King Dude. Dergelijke types blijken vrij veel voor te komen in deze contreien, want het is voor aanvang van het optreden al behoorlijk druk. Eigenlijk hoeft ons dat niet te verbazen, want laten we eerlijk zijn: men hoeft niet veel fantasie te hebben om in Tilburg, volgens sommigen ‘de anus van Nederland’, in een desolate, aan de wanhoop grenzende gemoedstoestand te komen.
De King heeft vandaag nog een andere gitarist meegenomen en een typische neofolk-trommelaar, die aan een drumvel genoeg heeft en daar vaak plechtstatige, omineuze roffels uit tovert, hier en daar tenderend naar een marsritme (daar zal het ‘martial’ in veel genrebenamingen wel vandaan komen). De King zelf verhaalt ons over liefdesverdriet, het naderende einde van ons allemaal en de opstanding van de oude goden in Europa (een en ander verhindert hem niet ook de boze Oud-Testamentische Heer of de Lichtbrenger Lucifer hier en daar op te voeren, maar dat maakt voor de sfeer van de nummers weinig uit). De liederen zijn vrij kaal van opzet en ook van te grote podiumbelichting hebben deze raven een duidelijke afkeer, maar dat doet aan de zeggingskracht van het gebodene niets af. Integendeel, de boodschap van dood en verderf met hier en daar een sprankje hoop komt des te duidelijker over, en elke hymne wordt onthaald op een daverend applaus van de aanwezigen. De King en zijn kornuiten zijn zichtbaar onder de indruk van het warme onthaal en men geeft te kennen hier wel de hele week te willen spelen, maar helaas voor hem en voor ons zal het bij deze avond moeten blijven. In de luidkeels afgedwongen toegift brengt hij (in zijn uppie) wel nog een eerbetoon aan ‘The Legendary Pink Dots’, pioniers op het gebied van duistere psychedelica, oorspronkelijk afkomstig uit Engeland maar alweer enkele decennia woonachtig op een afgelegen boerderij in de Ooijpolder. Een passend einde van een mooi en ontroerend concert, die vele stoere mannen ertoe noopt heimelijk een traantje weg te pinken. Sterk spul, dat King Dude!