Het Rotterdamse LUIK lijkt een uitgeklede setting in de Paradox, voorzien van zitplaatsen, te omarmen. Het viertal maakt minimalistische gitaarmuziek die doet denken aan Low ten tijde van Long Division of het latere (experimentele) werk van Talk Talk. Traag en ingetogen verweeft LUIK de vaak onheilspelende melodielijnen knap in elkaar. Door de fluisterzang en eenvoudig opgestelde drums lijkt deze band een perfecte balans binnen het instrumentarium te willen behouden. Bijna in jazztraditie is er soms ruimte voor improvisatie, maar het blijft dan voornamelijk binnen de context van de muziek.
Voor de aandachtige luisteraar werkt de muziek van LUIK hypnotiserend, alsof je wordt gezogen in een mistige droomwereld. Maar doordat er qua ritme weinig variatie is de eentonigheid altijd op de loer. Ik spot diverse gapende toeschouwers tegen het einde van het optreden. ‘Misschien duurt het ook een béétje te lang...’, geeft ook zanger/gitarist Lukas Dikker toe. Hulde dat deze band consequent niet de gemakkelijkste muzikale weg kiest en desondanks grotendeels positieve reacties afdwingt.
Dan door naar Malcolm Middleton, die van te voren al waarschuwt dat zijn nummers steeds deprimerender gaan worden naarmate het optreden vordert. Het is een typische uitspraak van de Schot: 'zodra de kwaliteit van mijn liedjes toeneemt, neemt mijn vermogen ze fatsoenlijk te spelen en zingen af', schreef hij ooit. Het is bijna satirisch hoe Middleton zich vanavond opstelt: de expliciet depressieve songteksten zingt hij gortdroog en onbewogen. Zijn platte Schotse dialect geeft nog eens extra komisch effect.
Het is merkwaardig om te zien, want Middleton is naar eigen zeggen gelukkig getrouwd. Hij blijft een moeilijk te peilen muzikant, je weet vaak niet wanneer hij je over de zeik neemt en wanneer hij het serieus meent. Hoe oprecht hij ook zingt, zijn gevoel voor ironie geeft zijn muziek mystiek. Het contrast tussen de inktzwarte songteksten en vaak melancholische gitaarmelodieën (nog altijd een herkenbare link met Arab Strap) is typerend voor Schotse alternatieve pop rond het jaar 2000. The Delgado's zongen het infameuze "All You Need Is Hate" - een knipoog naar The Beatles - met strijdlustige fanfare. Belle & Sebastian, de ongekroonde koningen van de ironische pop, hebben die status gecementeerd dankzij het meesterwerk "If You're Feeling Sinister".
Doordat Malcolm Middleton het publiek laat gissen met zijn verveelde, onverschillige uitstraling huist er een ongemakkelijke sfeer in de Paradox. Gedurende het optreden merk je dat een deel van de aandacht verslapt. Mensen beginnen verwend door het optreden heen te kabbelen. Middleton zelf trekt zich er weinig van aan, zijn gitaar rustig stemmend tussen de liedjes door. Is hij vanavond een parodie van zijn vroegere zelf of zoekt hij zijn innerlijke demonen daadwerkelijk op? Hoewel het vanavond lijkt op het eerste, ligt het antwoord waarschijnlijk ergens in het midden.