Een banjo, een gitaar, een wasbord en een contrabas en een aantal enthousiaste “yeehaws”. Oftewel, het is bluegrasstijd met het Nederlandse The Feliciano's. Met Dolly Parton-cover 'Jolene' is er ook aandacht voor (poppy) country en dat het niet alleen maar gevoelige liedjes zijn die het zestal brengt, blijkt bij de traditional 'Tell It To Me', waarbij behalve de dodelijke impact van cocaïne ook de mondharmonica een belangrijke rol heeft. Bij klassieker 'This Train Is Bound For Glory' wordt er aanstekelijk opgebouwd naar een climax die helaas net niet explosief genoeg is en met 'Shack nr. 9' wordt het familiefeestgevoel in een barnyard benadrukt doordat verschillende bandleden olijk een aantal dierengeluiden nadoet. De zelfgekozen typering “yeehaw experience” blijkt prima te passen bij het door de “oudere jongeren” in de zaal terecht geapprecieerde voorprogramma.
Dale Watson doet oude country-tijden herleven in 013
Uitgelaten The Feliciano's brengt behaaglijke bluegrass
De Kleine Zaal van 013 was, ondanks de venijnige vrieskou, behoorlijk goed gevuld toen de vijf mannen en vrouw van The Feliciano's drie kwartier een aantal beproefde bluegrass- en countrycomposities speelden. Dale Watson was - ondanks het feit dat afgelopen zondag een concert in Oss nog moest worden afgelast wegens ziekte - woensdagavond weer helemaal beter en met zijn Texas Two bracht hij oldskool Americana, country en een beetje boogie die met eerbied oude tijden in herinnering riepen.
The Feliciano's
Dale Watson
Zoals Johnny Cash begeleid werd door de Tennessee Three, zo wordt Dale Watson ondersteund door de Texas Two, bestaande uit de veelal op een leuke manier stoïcijns kijkende drummer Mike Bernal en contrabassist Chris Crepps. Ook het nieuwe album 'The Sun Sessions', waar vanavond een behoorlijk aantal nummers van gespeeld wordt, is een verwijzing naar een grootheid die in de Sun Studio heeft opgenomen. Een compilatiealbum van Elvis Presley uit 1976 heet namelijk ook zo.
Het is dus duidelijk waar de witgekuifde gitarist en zanger zijn inspiratie vandaan haalt. De tracks op 'The Sun Sessions' zijn overigens wel allemaal van Watsons hand, zoals bijvoorbeeld 'Her Love'. Een compositie die met teksten als “there ain't no love like here love” balanceert op de grens van edelkitsch en een innemende ballad (iets wat Elvis ook nog wel eens deed), maar aan de goede kant van deze dunne scheidslijn blijft. Een totaal ander thema wordt aangesneden in 'Elbow Grease, Spackle And Pine-Sol', een upgrade van 'Holes In The Wall' van Watsons eersteling 'Cheatin' Heart Attack'. Als een man van zijn vrouw te horen krijgt dat ze wil scheiden, volgen er een aantal “holes in the wall”.
De teksten mogen dan uiteenlopend zijn, ze vertellen bijna allemaal iemands verhaal. Zo is 'Johnny At The Door' een melancholisch relaas over een portier die niemand echt kent en is 'George O'Dwyer' een uptempo ode aan een gestorven maat van Watson. Een ander vast patroon is dat de meeste nummers geen coda hebben en in het midden ruimte laten voor Watson om korte, hoekige gitaarloopjes te spelen. Na enkele verzoekjes uit de zaal is de laatste track voor de toegift 'Down, down, down, down, down', op 'The Sun Records' juist de opener.
De tekst van de compositie is opvallend duister met een hoofdpersoon die weet dat hij naar de hel gaat en dat er voor zijn ziel gebeden moet worden. De encore bestaat uit één nummer, maar deze op verzoek gespeelde 'Texas Boogie' is met een aantal swingende instrumental breaks een puike afsluiter van een geslaagde en prettig nostalgisch aandoende avond.