Scott Kelly verovert harten op ‘laatste dag van de wereld’

Syndrome opent met indrukwekkende audiovisuele show

Maarten de Waal ,

We zitten in de donkerste tijd van het jaar, en volgens de Maya’s, een oude indianencultuur die niet tegen de tand des tijds opgewassen bleek, zou de wereld morgen wel eens kunnen vergaan (of eigenlijk aan een nieuwe cyclus beginnen, maar dat spreekt de apocalyptisch getinte westerse geest die al millennia uitziet naar een catastrofe natuurlijk minder aan). Is er dan een betere manier om deze mogelijk laatste avond op de oude vertrouwde wereld door te brengen, dan met de duistere gitaarklanken van Scott Kelly, befaamd lid van allesverwoestende metalgigant Neurosis? If so, dan kunnen wij die niet bedenken, dus uiteraard zijn we present in de immer donkere doos die Stage01 heet (echt, BatCave was een mooiere naam), om ons onder te dompelen in een sfeer van melancholie en wanhoop.

SYNDROME

Maar eerst is het de beurt aan zuiderbuur Mathieu Vandekerckhove, die met het eveneens op dood en vernietiging gefixeerde AmenRa al een hele tijd uitermate verdienstelijk aan de weg timmert. We kunnen ons nog een zeer indrukwekkende show van die band herinneren met mooie zwart-wit-projecties van wat in België kortweg als ‘De Grote Oorlog’ wordt aangeduid, de Eerste dus, die aan ons ingeslapen kikkerlandje geruisloos voorbij is getrokken. Dergelijke beelden van ontketende destructieve krachten die het voorstellingsvermogen tarten zouden misschien ook vandaag toepasselijk zijn geweest, maar hoewel Mathieu ook solo van sfeervolle zwart-wit-beelden gebruik maakt, hebben de voorstellingen van vernietiging plaats moeten maken voor ruige natuurlandschappen, verlaten wateren met daarop een schip bemand door een eenzame passagier, vrachtwagens die zich ophouden bij steenafgravingen, etc. En het moet gezegd, het ‘oergevoel’ dat hierdoor wordt opgeroepen sluit goed aan bij de verdoemde postrockachtige klanken die de eenzame gitarist met zijn diep over de ogen getrokken pet produceert. Zowel het schrikwekkende als het magistrale van de ongerepte woeste natuur voorziet hij van een toepasselijke soundscape, die met een duur van slechts een luttel half uur zeker naar meer smaakt.

SCOTT KELLY

De hoofdschotel van vandaag is echter de stoere Amerikaan Scott Kelly, die slechts zijn akoestische gitaar en zijn stem tot zijn beschikking heeft om het publiek te betoveren. In vergelijking met zijn rol in het oorverdovend luide Neurosis is dat een erg kwetsbare positie, en uit wat geagiteerde opmerkingen in de richting van fotografen aan het begin van de set blijkt maar weer eens dat achter een pantser van spieren en tatoeages meestal een bijzonder onzeker mens schuil gaat, die moeite heeft zichzelf bloot te geven. Dat wordt ook duidelijk wanneer hij halverwege het optreden een uitgebreid praatje houdt, waarin hij, naast wat algemene overwegingen met betrekking tot de ongrijpbaarheid van inspiratie en het mysterie van het creatieve proces, ons duidelijk maakt dat het volgende nummer over zijn familie gaat en hem erg na aan het hart ligt, met het bijgeleverde verzoek geen lollige opmerkingen te maken. Het mag geen verbazing wekken, dat de toon van zijn liederen doorgaans behoorlijk duister is, hoewel in sommige van zijn composities, zoals het genoemde familielied, ook plaats is voor hoop en zelfs een voorzichtig optimisme. Een in al zijn kaalheid indringend optreden, dat met de Townes van Zandt cover ‘Tecumseh Valley’ tot een waardig besluit komt.