Jazz gaat naar film en circus op openingsavond Stranger Than Paranoia

Willem Breuker Kollektief neemt afscheid van Tilburg, Doms drumt met Bennink

Wouter de Waal ,

In beste lokale kerstavondtraditie opende saxofonist Paul van Kemenade afgelopen maandag voor de twintigste maal het Stranger Than Paranoia festival in Paradox. Het bleek het fluitsignaal voor een bijzonder gevarieerde bijeenkomst, waarin plaats was voor indringende beelden gekoppeld aan sterke improvisaties, een ongebruikelijke ontmoeting tussen rockdrummer Ries Doms en trommelfenomeen Han Bennink en een daverend slotakkoord van het Willem Breuker Kollektief.

Bij aankomst voor Paradox zien we een aantal mensen teleurgesteld afdruipen: inderdaad blijkt deze eerste Stranger Than Paranoia avond uitverkocht en de zaal is dan ook ramvol. Teneinde de aandacht van het druk babbelende publiek meteen te grijpen, besluit Van Kemenade tezamen met Bennink tot een felle muzikale verrassingsaanval, die vliegensvlug het gewenste effect sorteert. Na dit spontane openingssalvo maakt de saxofonist annex organisator kort gewag van de illustere geschiedenis van het festival (zijn optredens op kerstavond blijken overigens al ver voor het ontstaan van dit eindejaarsfeest goed gebruik te zijn geweest in Tilburg), om vervolgens een multimediale samenwerking met digitaal kunstenaar Peter Hofland en toetsenist Sjaak Swinkels aan te gaan. Startend met vrolijke kinderprenten evolueert deze performance via beelden van onder meer de natuur, (beroemde) mensengezichten, technologische innovaties en beklemmende filmklassiekers (The Shining, Psycho) naar een visualisering van de ontwikkeling van de textielindustrie, van het (g)rauwe, donkere begin naar de moderne hoogtechnologische procédés. De deels vooraf vastgelegde, deels geïmproviseerde muziek volgt deze weg naadloos, met lyrische klanken bij ontroerende foto’s, avontuurlijke escapades bij beelden van raketlanceringen, ruwe geluiden bij de start van de ‘textielsequentie’ en een hypnotiserend minimalistisch slot ter begeleiding van de repetitieve machineactiviteit in de geautomatiseerde textielproductie. Knap gedaan en heel roerend.

Vervolgens wordt ons een energiek tussenspel aangeboden door slagwerkers Han Bennink en Ries Doms. Hoewel Bennink vader Jan Doms blijkt te kennen, heeft hij zoonlief nog nooit aan het werk gezien, dus laat hij de onstuimige rammelaar van The Kik eerst enthousiast tekeer gaan op diens kit alvorens zelf met slechts een enkele drum plus zijn onuitputtelijke inventiviteit en humor aan het spelen te slaan. Op basis van deze solosetjes is moeilijk te bevatten hoe de beide drummers hun zeer uiteenlopende stijlen met elkaar zouden kunnen combineren, maar dat blijkt in de praktijk wonderwel vlot te lopen, met Bennink en zijn trommeltje vrolijk naast het drumstel van Doms en een open oor van beide muzikanten voor de verrichtingen van de ander. Een leuke ontmoeting van jonge hond en legendarische veteraan.

Als grootse afsluiter van de avond treedt het Willem Breuker Kollektief voor de laatste keer in Tilburg aan. Tien jaar geleden stond deze opgewekte bende op hetzelfde festival, maar in de tussenliggende tijd is hun inspirerende hoofdman helaas overleden. Daarom houdt dit befaamde collectief het aan het einde van dit jaar jammer genoeg voor gezien. In zijn openingspraatje memoreerde Van Kemenade dat de gedachte achter Stranger Than Paranoia is om toegankelijke aan meer ingewikkelde muziek te koppelen. Dat treft, want waarschijnlijk is er geen Nederlands ensemble dat deze taak zo goed verstaat als dit collectief. Met de ene voet in het circus en de andere in de geavanceerde compositie en improvisatie slaagt dit zooitje blazers plus pianist en ritmesectie er vandaag nog één keer in het publiek in Tilburg in te pakken. Breuker begreep als geen ander dat humor en theatrale elementen zelfs de meest complexe muziek voor brede bevolkingslagen verteerbaar maken en ook tijdens dit finale optreden treft de directe aantrekkingskracht van de vaak allerminst eenvoudige solo- en ensemblestukken. Hoewel de leider vanzelfsprekend node wordt gemist, geeft Frans Vermeerssen een indrukwekkende sopraansaximprovisatie in de geest van de meester weg, terwijl ‘jonkie’ Hermine Deurloo laat zien hoe je de harmonica kunt omtoveren tot virtuozeninstrument en Andy Altenfelder een typerend komieke performance op zijn trompet uitvoert. Zo krijgt ieder afzonderlijk lid van het collectief vroeg of laat gelegenheid om zich op zijn eigen manier uit te leven op zijn instrument, passages die moeiteloos overvloeien in samenspel dat veelal energiek en clownesk, maar op kleine onverwachte momenten ook heel lyrisch of juist volslagen absurd klinkt. Een mooi slot van deze samenkomst en een waardig saluut aan de geweldige naamgever van dit ensemble, maker van mensenmuziek.