Social Distortion zweet en rockt vol overgave

Rock met een kwinkslag van Royal Republic maakt 013 nog heter

Jelle Willers ,

Het was het warmste weekend sinds 1994, en toch was het in de Dommelsch Zaal in 013 druk. De oude rockers van Social Distortion deden Tilburg aan om hun immense songbook te laten horen – voorgegaan door de Finse jongens van Royal Republic en eenmansband David Hause. Oh ja, en het was heet.

Dave Hause

De flesjes water werden meer verkocht dan op andere dagen, zo leek het. En dat mag ook wel op een dag als deze. Bij de artiesten vielen dan ook binnen enkele minuten de zweetdruppels van het hoofd en de armen op de podiumvloer. Aan het eind van ieders show lag er genoeg voor een klein zwembadje. 

Aan Dave Hause de eer  om dit denkbeeldige zwembadje te gaan vullen. Hause, die eerder in The Curse, Paint It Black en The Loved Ones speelde, is vanavond solo. Een akoestische of elektrische gitaar onder zijn oksel en zijn strot komt de zaal in. Het klinkt qua volume echter als de muziek die tussen acts in gespeeld wordt, wat de zaal niet echt meeneemt (op een aantal die-hardfans na).

Was het bij Hause nog een gatenkaas in het publiek, bij Royal Republic staat het al eerder vol. Sterker nog, een aantal mensen die naar deze show komen, kennen de Zweden beter dan de hoofdact. Als de mannen op hun plek staan, doen ze dat in dé rockstand: benen wijd, gitaar op kruishoogte. Zanger Adam Grahn doet ergens met die stance en zijn gezichtsbeharing denken aan wijlen Freddie Mercury.

De mannen weten wat gas geven is: energiek knallen ze het ene na het andere nummer erdoorheen. Met de nodige humor, die vaak met een lachsalvo wordt ontvangen, houden ze de spanning in hun show – evenals de door de bassist gezongen Mötorhead-klassieker ‘Ace Of Spades’. Het is dus wachten totdat zij mogen headlinen in de grote zaal, want dit belooft wat.

En dan, onder aanvoering van een Beastie Boys-nummer, komt Social Distortion op. Het podium is gevuld met attributen die een jaren twintig, dertig-feel moeten geven: een plaat met ‘Inmates stand here’ op de basversterker, een bord met ‘No parking, police order’ aan een bekkenstandaard en vooral leadzanger Mike Ness. Als een ware gangster komt hij op: wit gelakte schoentjes, broek opgehouden met bretellen en een ware maffiahoed op het hoofd.

 

Dat de mannen al lang in het vak zitten, is te horen. Blues, rock ’n roll en punk zit ze in het bloed. Dit alles spelen ze ook met het image dat ze uitdragen: als de oude rockers die ze zijn, met de flair van gangsters uit de jaren twintig, dertig (de videoclip van Machine Gun Blues spreidt dit gegeven mooi ten toon). 

Wat ook meteen opvalt, is het duo dat aan weerszijden van het podium staat: beveiliging. Is Social D soms bang voor represailles? Het doel ontgaat in ieder geval.
 

Toch knallen de heren lekker door. Al snel in de set komen Machine Gun Blues en Story Of My Life voorbij. Het is gek dat ze deze niet tot later, zeg tegen het einde, bewaarden. Als afsluiter speelden ze namelijk twee nummers van Johnny Cash: Folsom Prison Blues en Ring Of Fire. Helemaal niet erg aangezien iedereen luidkeels meezingt, maar het is weliswaar vreemd. Toch zet Social Distortion een sterke, gefundeerde rock ’n rollshow neer die ze ondanks de hitte vol overgave speelden.